Ernst Heinrich Philipp August Haeckel (Potsdam, 16 februari 1834 – Jena, 9 augustus 1919) was een Duits zoöloog en filosoof die het werk van Charles Darwin in Duitsland bekend maakte. Hij was oorspronkelijk arts en later hoogleraar in de vergelijkende anatomie. Haeckel was ook een begenadigd illustrator, zoals blijkt uit zijn boek Kunstformen der Natur.
Haeckel is vooral bekend van zijn recapitulatietheorie en de tekeningen van embryo‘s, die hij ter illustratie van die theorie maakte. De wet van Haeckel of ‘recapitulatietheorie’ houdt in dat een organisme tijdens zijn embryonale ontwikkeling tot de uiteindelijke volwassen vorm (ontogenie) alle stadia van zijn evolutie doorloopt. Kort geformuleerd: de ontogenie is een recapitulatie van de fylogenie.
Zo zag men volgens Haeckel bij zoogdieren eerst een eencelligenstadium, dan een vissenstadium, dan een reptielenstadium, tot en met de huidige vorm. Hoewel er diepgaande evolutionaire overeenkomsten zijn in de ontogenie van organismen, is de recapitulatietheorie een paar flinke stappen te ver gebleken. Ook is gebleken dat Haeckel de tekeningen van embryo’s had “aangepast” ter ondersteuning van zijn theorie, waarbij het overigens niet zeker is of hij dat bewust heeft gedaan. De fouten in de tekeningen werden al snel door evolutiebiologen aangetoond. Na erop te zijn gewezen, paste hij de tekeningen aan en publiceerde hij ze opnieuw.[1]
In 1894 onderscheidde de Linnean Society of London Haeckel met de Linnean Medal en in 1908 ontving hij van deze organisatie de Darwin-Wallace Medal. In 1900 kreeg hij de Darwin Medal.
Ach zo’n oude bioloog-filosoof, wat moeten we daar nu tegenwoordig nog mee.
Ik moet zeggen dat het idee dat de ontwikkeling van de enkeling een herhaling is van de ontwikkeling van de soort – want dat betekent het bovenstaande zinnetje – in mijn ogen wel degelijk een belangrijke – en mogelijk feitelijke betekenis heeft.
Toen ik in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw mijn onderwijsopleiding genoot werd deze filosoof belangrijk genoeg bevonden om in onze filosofisch georiënteerde pedagogische lesprogramma opgenomen te zijn. Eerlijk gezegd vind ik deze stelling ook logisch. Natuurlijk ontwikkelt de enkeling, een pas geborene, zich normaliter op een manier die in overwegende mate al sterk lijkt op die van alle soortgenoten. Maar hebben we nu iets aan deze klaarblijkelijkheid. Ik denk het wel. Als je namelijk beseft dat er zoveel meer dan lichamelijkheid te beschouwen is als we het over de mensheid hebben. Denk bijvoorbeeld eens aan de maatschappelijke patronen waarin we ons tot nu toe schikken.
Tenzij we door iets geprikkeld – of sterker nog geërgerd worden zullen we de meeste dingen op zijn beloop laten. Vanuit de ontwikkeling van onze soort hebben we geleerd in afhankelijkheid van elkaar te leven, maar dat is niet alles.
Toen de groepen waarin we leefden nog klein waren moesten er van tijd tot tijd beslissingen worden genomen. In het aller gunstigste geval werden die besluiten genomen volgens het consent principe, wat betekende dat het besluit pas genomen kon worden als ieder lid van de groep het ermee eens was. Je kunt je natuurlijk afvragen of bij de toepassing van dit principe elke vorm van tegenstand nu werkelijk ontbrak. Een van onze meest kenmerkende eigenschappen is namelijk dat het merendeel van ons het vaak als enigszins pijnlijk en dus als onwenselijk ervaart om buiten de groep te vallen. Zich ‘dan maar’ schikken is in ieder geval een nadeel dat aan het consent principe hangt. We hebben daar in elk geval wel te maken met de eigen bewuste keuze van het hoe dan ook opgeven van het verzet.
Het regeren bij meerderheid, zoals dat in een democratische bestuursvorm te zien is, heeft dat voordeel niet. Erger bezijden de oorspronkelijke bedoeling van democratie is echter de vorm, zoals wij die kennen van de gekozen volksvertegenwoordigers. In de eed die onze volksvertegenwoordigers afleggen zweren zij steeds hun stem uit te brengen zonder last, hetgeen betekent dat ze volgens hun persoonlijke mening moeten stemmen zonder toe te staan dat er op hun stemgedrag invloed wordt uitgeoefend door anderen. Het zal duidelijk zijn dat in de huidige ingewikkelde “afspraken vooraf” coalities een volksvertegenwoordiger stemt wat de partij vraagt als hij zijn goed bezoldigde plaats in de volksvertegenwoordiging wil behouden. Dit is natuurlijk de reden dat het kiezen van een volksvertegenwoordiging om op die wijze de mening van het volk te doen gelden op geen enkele manier werkt. Bovendien kan die gekozen volksvertegenwoordiger ook nog eens niet worden afgerekend als hij niet levert wat hij voor de verkiezingen zo plechtig beloofde.
Wel beschouw is onze regeringsvorm een schijndemocratie. Ook referenda helpen niet eens de wil van de meerderheid van de bevolking te realiseren. Wat langzaam aan zichtbaar wordt door de sterk toegenomen sociale media is dat niet wij, het grote publiek, invloed hebben op bijvoorbeeld de grote conflicten in de wereld, maar dat het de wereldelite is die altijd weer aan de touwtjes trekt. Veel oorlogen worden ook in feite niet gewonnen of verloren. Ze houden gewoon op als de aanstichters er geen winst meer in zien. Onze eigen landsbestuurders zijn slechts kleine stromannetjes van die elite.
Misschien herinner je je nog dat onze Minister president, Marc Rutte, zei dat de oorlog in Oekraïne onze oorlog is. Dat is natuurlijk helemaal niet het geval. Het is de hebzuchtige oorlog van de voornamelijk op de Amerikaanse belangen georiënteerde wereldelite, die na de tweede wereldoorlog gaandeweg de expansiedrang naar de wereldhegemonie voelde toenemen, daarbij achteloos vergetend dat Duitsland slechts verslagen kon worden door de Russische deelname, waarbij overigens honderdduizenden Russen omkwamen. Met andere woorden: de vroegere bondgenoot werd al snel na de oorlog de nieuwe vijand, want alleen vijanden kunnen de bewapeningseconomie doen bloeien.
De tijd is langzamerhand rijp om te erkennen wat wij, het overgrote deel van de wereld bevolking zijn, namelijk niet veel meer dan slaven, gebruiksvoorwerpen die gemakkelijk kunnen worden gemist als we ons doel gediend hebben en helemaal als we sowieso zeker het doel niet zullen dienen.
Een van de heren in het World Economic Forum, een organisatie waarbinnen de ontmoetingen van de wereldelite plaats vinden, noemde het merendeel van ons “nutteloze eters.” Het was de assistent van de grote leider van het clubje, Klaus Schwab, ingenieur en ondernemer en 83 jarige zoon van een vooraanstaande Nazi in het Duitsland van de 2e wereldoorlog.
Altijd in onze geschiedenis waren het enkelingen, eerst kasteelheren, later adellijke heren, weer later koningen of keizers die ons meesleepten in oorlogen die wij zelf nimmer gekozen zouden hebben, maar waarvan ons werd voorgehouden dat het om onze eer, ons land, onze veiligheid ging en dat we wel moesten vechten en sneuvelen voor de “goede zaak”. Die oorlogen werden overigens vaak, zo niet altijd gestookt door belanghebbenden die beide strijdende partijen financierden. Zakelijke en financiële belangen dus die rijker werden en nog steeds worden van oorlog.
Herakleitos zei ooit, 500 jaar voor Christus: De Oorlog is de vader van alle dingen. Hij bedoelde toen waarschijnlijk dat de mens in tijden van oorlog creatiever wordt dan in tijden van vrede, omdat oorlog daartoe noopt. Een van de belangrijkste resultaten van de eerste wereldoorlog is tenslotte de uitvinding van de penicilline, die daarna duizenden levens heeft gered, een aardig voorbeeld overigens van een uitvinding die door de gulzigheid van de farmacie nauwelijks meer van waarde is, omdat door overdadig gebruik er immuniteit tegen de antibiotische middelen is ontstaan en we langzamerhand wat de infectieziekten bijna weer terug zijn bij af. Maar goed, dit terzijde.
Waar het om gaat is kort gezegd dit: de geestelijke ontwikkeling van de grote massa van de wereldbevolking heeft niet geleid tot zelfstandig denken en handelen, maar tot volgzaamheid en meegaan in steeds grotere conflicten, die geëntameerd worden door de wereldelite, die belang heeft bij oorlog. Denk aan de defensie economie. Dan is er de immens machtige farmaceutische industrie die belang heeft bij ziekte. Toen de oliebaronnen van de Rockefellerfamilie zich realiseerden dat uit aardolie een chemische industrie kon ontstaan waar zogenaamde geneesmiddelen konden worden gemaakt, besloten ze een psychologische oorlog te voeren tegen alles wat met natuurlijke geneeskunde te maken had. Overal werden verenigingen tegen kwakzalverij opgericht die natuurlijke – en zogenaamd onwetenschappelijke geneeswijzen moesten bestrijden. Treffen is dan dat we zien dat de universitaire opleiding tot arts een andere naam heeft gekregen. Vroeger studeerde een aankomend arts geneeskunde. Thans studeert hij medicijnen. Dat is iets wezenlijk anders.
Door deze twee grootmachten die in handen zijn van een betrekkelijk kleine groep onmetelijk rijke mensen is het recht op levensgeluk in veel gevallen slechts voor de welgestelden.
Om de oorlogsindustrie aan de gang te houden worden vaak zogenaamd vijandige groepen aanvankelijk gesteund door de lobbyisten van de defensie industrie. Je kunt dan denken aan bijvoorbeeld Het Irak van Sadam Hoessein dat aanvankelijk gesteund werd tegen Iran door hulp van de Verenigde Staten, of iets eerder aan de Moslim terroristen in Afghanistan, toen onder druk van de Russen, die toen werden gesteund door de Amerikanen.
Kortom, als je door de eeuwen heen iets van de wereld wilt begrijpen, kijk dan naar de mensen die altijd bezig waren geld te verdienen aan oorlog. Pas dan zie je een betrekkelijk kleine groep mensen die er geen moeite mee hebben miljoenen andere mensen in het verderf te storten, te laten lijden, hun kinderen te laten verliezen, in armoede, ziekte en ellende te storten, ten eigen bate.
Die mensen bedoel ik, de aller rijkste mensen (als je tenminste naar hun economische posities kijkt) die mensen die eindelijk eens op een prachtige dag alles wat ze bezitten zouden moeten verliezen en nooit meer terug kunnen veroveren omdat ze volledig in beslag worden genomen door een verbeten en dodelijke strijd met elkaar over de vraag wiens schuld het nu is dat zij hun macht en rijkdom verloren zijn.
Vervolgens zou het dan handig zijn als tegelijkertijd een heel kleine mutatie in het DNA van de rest van de wereldbevolking plaatsvond (nee, niet met die smerige verminkende stinkende corona spuitzooi van Bill Gates en zijn maten) waardoor het menselijk karakter een heel kleine verandering zou ondergaan, waardoor ieder mens alleen plezier van zijn inspanningen zou hebben als duidelijk zou zijn dat iedereen er iets aan had.
Nou ja, ik weet het wel hoor, ik ben een fantast en een dromer, maar dat kan in elk geval geen kwaad.