DMSO als therapeutisch principe
Dimethylsulfoxide heeft de breedste farmacologische werking van alle bekende middelen. Jacob (1980) deed de suggestie dat het eerder beschouwd moet worden als een therapeutisch principe dan als een medicijn. Een medicijn is een stof die bepaalde ziekten beïnvloed, terwijl DMSO therapie feitelijk een nieuwe manier om een ziekteproces te behandelen is. De farmacologische eigenschappen van DMSO zijn uiteenlopend en geven aanleiding tot een nieuwe benadering van de therapieën bij bepaalde ziekten.
Adaptogeen
In zekere zin lijkt DMSO karakteristieken te hebben die door Russische wetenschapper werden omschreven als adaptogene eigenschappen, d.w.z. een stof die een normaliserend effect op het lichaam heeft.
Membraan doordringbaarheid
Een van de meest bijzondere eigenschappen van DMSO is dat het de meeste membranen van het lichaam kan passeren zonder de integriteit van die membranen aan te tasten. Bij het passeren kan DMSO een groot aantal. Deze membraandoordringbaarheid is omkeerbaar. De enige lichaamsweefsels die niet doordringbaar zijn voor DMSO zijn tandglazuur en nagels.
Studie naar membraandoordringbaarheid en transporteffecten van DMSO zijn gedaan met planten, dieren en mensen. De eerste studie door Jacob en Herschler (1964) toonden het transport en de transportcapaciteit door slijmvliezen van de blazen van honden. Kolb en anderen (1967) vonden radioactieve DMSO in bloedsamples binnen vijf minuten nadat het op de huid was aangebracht.
Het transport van stoffen door de membranen door DMSO
Er zijn talloze studies gedaan betreffende de geschiktheid van DMSO om diverse stoffen door biologische membranen te transporteren. Ontdekt werd dat niet geïoniseerde moleculen van een laag molecuulgewicht met groot gemak membraan barrières passeren. DMSO kan waterstofperoxide in het myocard brengen (Finney 1967) en het kan antilichamen tegen serumalbumine door een konijnenhuid naar binnen brengen (Jacob 1969. Maddoc, Green en Brown toonden aan dat DMSO antitumormiddelen door de huid kan transporteren. Andere studies toonden aan dat er een drie maal zo hoge opname was van testosteron en hydrocortison als ze gemengd werden in DMSO (Mailbach en Feldman, 1967) en dat penicilline gemakkelijk door een intacte menselijke huid werd getransporteerd (Perlman en Wolfe 1966). Een heel bijzondere eigenschap van DMSO is dat het in staat is in vivo de bloed-hersenbarrière te passeren (Brink en Stein 1967; de la Torre 1970). Er zijn meer andere diepte studies met betrekking tot de eigenschap van DMSO om membranen te passeren dan we hier zullen bespreken. Zij worden besproken door Horrita en Weber !964, Soughton en Fritsch (1964), Kligman (1965), Skog en Wahlberg (1967), Baker (1968), David (1972), Astley en Levine (1975).
Anti-ontstekingswerking
Het mechanisme van de verhoogde permeabiliteit van membranen en het transport van DMSO door de huid is niet helemaal bekend. Wel bekend is dat DMSO sterk hygroscopisch is en dus veel water kan opnemen wat te zien is bij het zeer snel verdwijnen van zwellingen die onder meer door trauma veroorzaakt zijn (Formanek en Kovak, 1966). Artritis die bij ratten verminderde door DMSO (Gogor en Kovact 1968)
Pijnstillende werking
Het lijkt erop dat de pijnstillende werking bij lokale applicatie van DMSO met meer te maken heeft dat alleen de ontstekingsremmende werking of vaatverwijding. Applicatie op de huid op een plek verwijderd van de pijnplek geeft vermindering van pijn en ontsteking, wat kan betekenen dat DMSO het pijncentrum in het zenuwstelsel blokkeert, of dat het door het bloed naar de probleemplek is vervoerd, of beide (David 1972)
Effecten op de neuromusculaire transmissie (prikkeloverdracht tussen zenuwen en spieren)
Gandiha en Marshal (1972) stelden vast dat DMSO de neuromusculaire prikkeloverdracht beïnvloedt. De werking van preparaten die op het zenuwstelsel werken wordt versterkt. Sommige activiteiten van receptoren worden tijdelijk onderdrukt, maar na beëindiging van de therapie met DMSO keert dit proces zich weer snel om (Litvinchuk en Nevelicuk, 1972)
Zenuwgeleiding
Young en anderen (1968) vond dat wanneer DMSO werd aangebracht in de buurt van een sensorische (pijn) zenuw de prikkelgeleiding werd geblokkeerd. Aanvankelijk van de kleinere vezels, maar bij voortzetting van de behandeling ook de grotere zenuwvezels, afhankelijk van de duur van de toediening.
Injectie in de heupzenuw met een 6% DMSO oplossing vertraagde de zenuwgeleiding een uur lang met 40% (Sams 1967)
Effect op pijn
Injectie met een 10% DMSO oplossing bij katten veroorzaakte het totaal achterwege blijven van een centrale pijn respons. Een injectie met 2 ml 50% DMSO oplossing in de ruggenmergvloeistof veroorzaakte een totale ongevoeligheid in het dier voor een half uur. (Jacob 1971)
Verdoving
Oppervlakkige verdoving bij mensen kon worden verkregen door een mengsel van 2% concentratie tetracaine met 100% DMSO lokaal in te wrijven. Dit effect was intens en herhaalbaar. (Brechner e.a. 1967).
Remming van bacteriegroei
DMSO blijkt een remmende werking te hebben op de groei van een grote verscheidenheid aan bacteriën en schimmels, waaronder Escheria coli, Staphylococcus aureus en pseudomonas. Een 5% oplossing stopt de groei van tuberkel bacteriën. Waterige oplossingen van 35% DMSO en hoger zijn zelf steriliserend.
Een DMSO oplossing van 12.5 tot 25% kan de groei van zeer veelvormige bacteriën die vaak voorkomen in het bloed van leukemie patiënten en in tumoren volledig afremmen. Deze groeistop werd bereikt in alle 27 afzonderlijke organismen zonder schadelijk effect op de intacte rode bloedcellen.(Seibert e.a. 1967)
Effect op de gevoeligheid voor antibiotica
Een studie van Kamiya e.a. uit 1966 liet zie hoe een 5% oplossing van DMSO de gevoeligheid voor antibiotica herstelde bij resistente bacteriën. De gevoeligheid werd hersteld bij E-coli en pseudomonas. In et algemeen werd een verhoogde effectiviteit van antibiotica gevonden in combinatie met DMSO.
Diurese
Hoeveel urine wordt geproduceerd door toediening van DMSO hangt af van de hoeveelheid DMSO die wordt toegediend, niet van het verdunningspercentage. Het lijkt erop dat DMSO osmotische urine drijvende werking heeft (Di Stefano en Klahn, 1965).
DMSO, 0.5ml 90% oplossing werd lokaal toegediend aan ratten vijf maal per dag. De urineproductie vertienvoudigde. Ook werd meer Natrium en Kalium uitgescheiden.
Versterkte medicijnwerking
DMSO blijkt de werking van veel medicijnen te versterken, vermoedelijk door de verhoogde doordringbaarheid van de celmembranen. Zo wordt o.a. de anti-inflammatoire werking van cortisol versterkt (Jacob, 1965)
Immuunrespons
In een studie betreffende antigen – antilichaam reacties werd duidelijk dat DMSO de immuunrespons niet verstoort.
DMSO verhoogde in een onderzoek van Kunze (1975) de interferonspiegels in het bloed van geïnfecteerde muizen 2 tot wel 16 keer. Interferonen zijn eiwitachtige afweerstoffen die uiterst belangrijk zijn bij de afweer tegen virussen.
Collageen afzetting
In gevallen van bestralingsbeschadiging van de huid en bij sclerodermiepatiënten bleek DMSO op verrassende wijze herstellend op littekenweefsel te werken. Bij gezond bindweefsel zijn geen veranderingen op te merken. Er was sprake van normalisering (Engel, 1967).
Collageen afbraak
Het is niet duidelijk of DMSO het abnormale collageen afbreekt of dat het juist de gezonde celgroei ten koste van het overtollige bindweefsel bevordert. Weefselveranderingen blijken uitsluitend het collageen te betreffen (Jacob, 1965).
DMSO veroorzaakt het vrijkomen van histamine bij applicatie op de huid hetgeen resulteert in een toegenomen doorbloeding van de huid (Klingman, 1965).
Myocard laesies
Jacob (1971) rapporteerde dat DMSO therapie bij dieren een afname liet zien van het myocardfibrose waardoor minder hartweefsel afstierf. Er kwamen in de behandelde groep dieren geen aneurismen of scheuren in de hartspier voor.
Spierenontspanning
Inmasseren van DMSO bij patiënten die lijden aan spierkrampen geeft ontspanning tot een uur na de behandeling. Dit is aangetoond door elektromyograaf controle.
Effect op de bloedplaatjes
Bij het gebruik van een 5%oplossing van DMSO blijken bloedplaatjes minder te verkleven (anti-trombose werking) Onderzoek uitgevoerd op hamsters (Deutsch en Kock, 1966)
Effect op cholesterol
Een klinisch onderzoek werd uitgevoerd met konijnen. Ze kregen een hoog cholesterol dieet met daarin 1% DMSO. De stijging van de Cholesterolspiegels was bij de behandelde groep slechts half zo hoog als bij de controlegroep. (Herzmann,1968)
Bescherming tegen radioactiviteit
De beschermende werking van DMSO tegen radioactiviteit wordt niet volledig begrepen, hoewel experimenten laten zien dat het eerder een cellulair dan een farmacologisch effect is.
Van een groep met DMSO behandelde muizen overleefde 70% bestraling. In de controlegroep niet een.
Cryo protectie (bescherming tegen bevriezen)
Gebleken is dat DMSO bij het invriezen van levende cellen schade voorkomt (Nash, 1966)
In waterige oplossingen voorkomt DMSO kristallisatie in bevroren cellen. Beweging van ijskristallen tijdens het ontdooien levert schade op en is de voornaamste bron van het afsterven van cellen. DMSO kan worden gebruikt bij het invriezen van sperma, bacteriën, beenmerg, bloed, celculturen en allerlei soorten parasieten waaronder trypanosoma (Ashwood-Smith, Graham, 1975).
Absorptie
De mate waarin DMSO door de huid wordt geabsorbeerd hangt af van de concentratie. Tot 90% wordt een steeds hogere absorptie gevonden. De optimale concentratie via de huid ligt tussen de 70 – en 90%.
Distributie
Dierproeven hebben aangetoond dat een uur na toediening DMSO in alle weefsels wordt aangetroffen, inclusief botten en bindweefsel. De hoogste concentraties werden aangetroffen in de nieren, de laagste in de longen.
Biotransformatie
De stofwisselingsproducten van DMSO zijn dimethylsulfide (DMS) en dimethylsulfon (MSM).
De onmogelijkheid om andere stofwisselingsproducten van DMSO aan te tonen indiceren dat hier een simpele oxidatie-reductie plaatsvindt. In micro-organismen is dat echter niet het geval omdat die in staat zijn het hele molecuul af te breken.
Uitscheiding
Toediening via de huid werd bij mensen onderzocht en toonde aan dat na 48 uur totale uitscheiding heeft plaats gevonden. 13% kwam via de urine als DMSO en 18% als MSM. Bij orale toediening was de uitscheiding van DMSO via de urine 50,8% en 22% MSM. De nieren zij hier de belangrijkste uitscheidingsorganen. Bij de mens wordt weinig DMSO via de ontlasting uitgescheiden.
N.B.
Dit is een tamelijk technisch hoofdstuk. Niettemin, voor de lezers met een uitgebreidere wetenschappelijke belangstelling heb ik zoveel mogelijk namen van de wetenschappers opgenomen die over DMSO hebben gepubliceerd.