Oud zeer?

Ik heb gemerkt dat sommige gebeurtenissen in de loop van mijn leven gevoeligheden aan – of uit zetten. De manier waarop ik reageer op dingen die gebeuren is in de loop van mijn leven veranderd. Niets bijzonders, zou je zeggen. Weet iedereen dat dan niet? Je leeft, dus je verandert. Misschien weten de meeste mensen dat ook eigenlijk wel, maar toch veronderstel ik dat bijna niemand het echt in de gaten heeft.

Vanmorgen werd ik wakker met een soort bewustwordingsgevoel. Mijn jongste dochter ligt in het ziekenhuis. De oudste, Katinka, is al in tweeduizend gestorven aan de taaislijmziekte en Annemiek, de jongste lijdt ook aan die afschuwelijke aandoening. Weliswaar is ze sterker dan haar zus was en is ze inmiddels tien jaar ouder dan Katinka is geworden, maar het gaat nu toch bergafwaarts.

Omdat ik jarenlang met het verdriet om die twee meiden heb moeten leven is er bij mij ten aanzien van hun welbevinden een soort berusting ontstaan. Daarbij komt dat er om redenen die mij niet bekend zijn een verwijdering is ontstaan. Ik ben niet meer welkom. Ik weet niet waarom, maar zo is het nu eenmaal. Gelukkig ben ik van nature een vrolijk mens, anders zou er niet te leven zijn met alle trieste narigheid. Toch merk ik dat ik soms kwetsbaar ben en ik kwam er vanmorgen achter dat die kwetsbaarheid te maken heeft met afwijzing, uitsluiting, niet mee kunnen doen, buitengesloten worden.

Voor de duidelijkheid benoem ik die innerlijke kwetsbaarheden van mij als schaafwonden, want dat zijn altijd heel pijnlijke wonden die ook lang blijven branden.  Ik herinner me hoe die eerste wond ontstond. Het was in september negentienvijfenveertig. De oorlog was voorbij. Samen met mijn moeder en haar broers en zusje woonden we bij Opa en Oma. Ik was het enige kind in de familie en ik wist zeker dat iedereen van mij hield. Ik was het levensblije toekomstteken voor de hele familie. Alles draaide om mij.

Op een ochtend heel vroeg was er een hoop zenuwachtig gedoe. Er was een vrachtauto voor de deur gestopt. De voordeur stond open en er sprong een man in een matrozenpak van de achterklep van die auto. Ik keek ernaar. Ik zat op de tweede trede van de trap daar in dat gangetje en die matroos had mijn moeder in zijn armen, heel lang en ik hoorde er niet bij. Die man in dat matrozenpak was mijn vader, hoorde ik later. Voor het eerst in mijn kleine leventje hoorde ik er niet bij. Die arme vader van mij kwam terug uit de verschrikkingen van de onderzeeboot oorlog in de Middellandse Zee. Zes weken na mijn geboorte was hij vertrokken aan het begin van die oorlog. Hij had mij in die vijf jaar niet zien opgroeien. Ik was een vreemd gegeven voor hem, er was geen herkenning. Ik had geen plek in zijn belevingswereld. Later, veel later heb ik dat gevoel leren herkennen, nadat ik het heel vaak gevoeld had. Dat was de eerste schaafwond, een wond die niet werd verzorgd, want iedereen was blij, de oorlog was voorbij, mijn vader was weer thuis. Maar alle aandacht ging ineens naar hem. Hij was doodziek, lag na maagbloedingen in het militaire ziekenhuis in Overveen. Dat zorg en aandacht van mijn moeder nu gedeeld moesten worden met iemand die mij volledig onbekend was maakte mij onzeker en dat was ik nooit eerder geweest. Er was van binnen in dit kleine mannetje een schaafwond ontstaan die later door heel veel gebeurtenissen steeds weer werd open geschuurd.

Hoe lang zou het duren voordat een schaafwond geneest. Dat hangt er vanaf hoe groot die wond is, toch? Bedenk het maar of beter, herinner je maar. Je viel en je knieën waren allebei geschaafd. De rechter viel wel mee, maar de linker bloedde behoorlijk. Een schrijnende pijn die maar heel langzaam wegtrok. Dan kwam er een korst op. Het duurde misschien wel een dag of twee voor het verband eraf kon. Elke keer als je dan die knie boog zat die korst strak. Het trok.                                                                          ‘Afblijven, niet aan peuteren met je vuile vingers,’ zei je moeder dan, ‘anders gaat het zweren.’ Daar had ze trouwens gelijk in. Je moet niet aan korsten komen als ze nog niet uit zichzelf beginnen los te laten.                                                                                        Helemaal erg vervelend is het trouwens als je een paar keer achter elkaar op de zelfde plek de een schaafwond oploopt. Zit er eindelijk een beschermende korst op, val je weer. Weer open, weer bloeden, weer wachten tot er een korst op komt. Sommige herhaaldelijk opgelopen schaafwonden ontwikkelen dan lelijke littekens, bindweefselproppen, stugge plekken.                                                                              Tja, dat gebeurt met wonden die je opmerkt, die je zien kunt, die je kunt verzorgen en die over het algemeen wel al dan niet met achterlating van het nodige littekenweefsel genezen.

Als je dat vergelijkt met schaafwonden die je niet kunt zien, wonden in je geest, verborgen onder een veel te vaak opnieuw geschaafd geheugen velletje, dan mag je hopen dat alle wonden gedurende je hele leven alleen maar aan de zichtbare buitenkant van je lichaam zitten.

Wat voor wonden dat zijn? Het zijn doorgaans wonden die de kans niet krijgen om te genezen, omdat ze niet worden verzorgd. Er komt geen mooie sterke korst op en bovendien zitten ze op plekken waar je het liefs niet te veel aandacht aan besteedt omdat het pijn doet. Vaak zeg je dan tegen jezelf: ‘je moet je niet aanstellen, als je zo doorgaat wordt je een vervelende zeurpiet.’ Als je het zelf niet zegt, dan zegt een ander het wel, als je over die schaafwond begint. De juiste verzorging van zulke wonden is trouwens niet goed bij iedereen bekend en bovendien kijken de meeste mensen de andere kant op als je erover begint. Lastige, vervelende, hardnekkige zwerende, je leven verpestende – en soms op den duur zelfs dodelijke wonden zijn het.

Hoe je eraan komt?                                                                                                          Het vervelende is dat je dat voor het merendeel zelf doet. Weliswaar is meestal het wapen waarmee de wond wordt toegebracht het gedrag of de woorden van iemand anders, maar de manier waarop jij er vanbinnen op reageert veroorzaakt de wond.          Ik noem een paar van de meest bekende wapens die innerlijke wonden veroorzaken:

  • Angst, iets of iemand kan je angst aanjagen. Als dat te lang duurt of te heftig is ontstaat er een innerlijke wond die doorgaans wordt verstopt of weg gelachen en die niet geneest. Elke volgende zelfs kleinste angstaanjagende aanleiding scheurt de wond weer open.
  • Verdriet, je raakt iemand of iets kwijt waarvan je veel houdt. Iedereen en alles om je heen roept: kom op niet zeuren, doorgaan, het leven gaat verder. Oké, sta dan maar even stil, maar dan moet het over zijn hoor. Je moet ook een beetje rekening met je omgeving houden. Elke volgende trieste gebeurtenis scheurt het tere geheugen dekseltje weer van de wond af. Alles en iedereen om je heen ontraadt je eigenlijk om er aandacht – of beter nog – liefdevolle koestering aan te geven.
  • Teleurstelling, je verwachtte dat iets zou gebeuren. Of het nou redelijk was om dat te verwachten doet er eigenlijk niet toe. Jij verwachtte het omdat je meende dat het redelijk was dat het zou gebeuren, dat je er recht op had, dat je eindelijk aan de beurt was of, nou ja, honderd andere redenen voor die redelijke verwachting. Het ging niet door, het gebeurde niet er waren niet eens excuses. Nee, sterker nog, er werd je duidelijk gemaakt dat je verwachting onnozel, dom, egoïstisch of anderszins onbegrijpelijk was. Het zoveelste onredelijke beroep op je welwillend incasseringsvermogen veroorzaakte de volgende beschaamd weggemoffelde schaafwond in je toch al gehavende ziel.
  • Afwijzing, daar zijn er in bijna elk leven heel veel van. Natuurlijk zijn ze niet allemaal even erg. Als je solliciteert dan weet je dat je kunt worden aangenomen, maar dat er ook voor een ander gekozen kan worden. Erger wordt het als je na je honderdste sollicitatie het zelfde inhoudsloze antwoord krijgt, waardoor je weet dat ze vinden dat er iets niet aan je deugt, maar dat ze niet willen zeggen wat. Dat soort afwijzing schuurt en levert kwalijk riekende schaafwonden op. Ook ontstaan er diepe en blijvend open schaafwonden als een geliefde of erger nog je kind je afwijst, geen contact met je wil, zonder enige vorm van uitleg. Je blijft dan zitten met een verdrietige vraag die een van de pijnlijkste innerlijke schaafwonden openhoudt. Je denkt: ‘ben ik niet goed, maar hoe dan, waarom dan? Trouwens, ook als je wel weet waarom. Iedereen doet of zegt wel eens iets wat beter niet gedaan of gezegd had kunnen worden. Dan wil je dat toch graag weer goedmaken. Eigenlijk ben ik nu aangekomen bij de ergste bron van innerlijke wonden: Je hebt iets gedaan of nagelaten of gezegd of juist niet gezegd en je wist al snel dat het je heel kwalijk werd genomen. Maar wat je nu verder ook doet, probeert om het goed te maken om vergeving te krijgen werkt allemaal niet. En je weet: dit is voor altijd, dit komt nooit meer goed… Ja, zulke ultieme straffen geven mensen elkaar. Dat geeft diepe innerlijke wonden. Er zijn mensen die niet kunnen ontsnappen aan spijt en schaamte en die heel langzaam kapot gaan aan het verdriet daarover.

Nou, nou, somber verhaal, vind je niet? Is er misschien ook nog iets dat helpt, waarmee je zelf het emotionele roer weer in handen kunt krijgen? Waarschijnlijk zijn er veel manieren, maar ik beschrijf  hier de manier die voor mij altijd werkt en heeft gewerkt. Ik waarschuw je, het is bewerkelijk en vaak tijdrovend dus je moet het in handen krijgen van de controle over je gevoelens en eigenlijk over je hele leven wel het belangrijkste vinden wat je te doen hebt. De techniek is heel eenvoudig:

  • Schrijf over een herinnering waarin je op enigerlei wijze emotioneel geraakt werd. Schrijf vooral gedetailleerd. Sommige mensen schrijven het liefst op hun computer, anderen geven de voorkeur aan pen en papier. Kies vooral wat jij het prettigst vindt.  Je zult bij het schrijven merken dat steeds meer details over de gebeurtenis waarover je schrijft in je gedachten komen. Soms is het alsof je aan een touwtje trekt. Er komt steeds meer tevoorschijn. Sla niets over en schrijf alles op. Ga even iets anders doen als je klaar bent met schrijven.
  • Pak een poosje later wat je hebt geschreven weer voor je. Zorg dat je alleen bent en dat je niet gestoord kunt worden.
  • Lees nu hardop het hele stuk dat je hebt geschreven voor. Als je werkelijk alle belangrijke voor jou zo pijnlijke details hebt opgeschreven zul je af en toe moeten huilen. Daarom is het ook prettig dat je even alleen bent, want je bent lang de enige niet die liever niet wil dat iemand anders je ziet huilen, maar door te huilen ruim je wat hinderlijke verdriet veroorzakende rommel op. Je kunt het vergelijken met het buiten de deur zetten van vuilnis. Dat wil je ook niet in huis houden omdat het dan meestal op den duur gaat stinken en schadelijk wordt voor je gezondheid. Voor emotioneel afval geldt eigenlijk het zelfde.
  • Als je klaar bent met voorlezen berg je het geschrevene op, om het een paar dagen later op de zelfde manier weer tevoorschijn te halen en opnieuw voor te lezen. Herhaal dat net zo vaak tot je er niets meer bij voelt. Dan heb je die schaafwond in je binnenste goed behandeld. De herinnering blijft, maar de pijn verdwijnt.
  • Houd vol en kijk of er meer van die beladen herinneringen zijn en doe daarmee het zelfde.
  • Als je niets meer kunt vinden wat als pijnlijke of verdrietige herinnering geduid kan worden is het tijd voor de afrondende gebeurtenis in het hele zelfgenezingsproces. Je weet zeker dat de herinneringen je geen pijn meer doen, maar je hebt nog de mensen in je geheugen die bij de gebeurtenissen die je beschreef betrokken waren. Neem die mensen een voor een in gedachten. Zie ze voor je en zeg hardop: Ik vergeef je jouw aandeel in mijn vroegere verdriet en ik vergeef mezelf dat ik er aanleiding voor gaf.
  • Doe het vaak genoeg of misschien elke dag even en je hebt een goede kans dat je leven steeds een stukje gelukkiger wordt.