Pokkenbriefje

Tegenwoordig zouden jongere mensen misschien denken dat dit woord op een heel vervelende korte schriftelijke mededeling slaat, maar niets is minder waar. Pokken was heel lang een besmettelijke ziekte die als een epidemie de wereld over trok. Deze ziekte – en ik doel hier op het begin van de vorige eeuw – was een van de grote plagen van de mensheid. Grote blazen over de hele huid en hoge koortsen waren kenmerken van deze ziekte waaraan veel mensen stierven en wie de ziekte overleefde zag er letterlijk pokdalig uit. De hele huid zat vol met putje die de littekens waren van al die pokken.

Het was de onderzoeker Louis Pasteur die het allereerste vaccin tegen een besmettelijke ziekte ontwikkelde. Hij ontdekte namelijk dat een soortgelijke ziekte bij koeien ook optrad. Het koe pokvirus is niet precies hetzelfde als het virus dat bij mensen pokken veroorzaakt, maar Pasteur ontdekte dat je het afweermechanisme van de mens kon wapenen tegen het voor mensen gevaarlijke pokkenvirus door mensen te besmetten met een beetje van het virus dat die veeziekte veroorzaakte. Het woord vaccin komt dan ook van het Latijnse woord vacca, dat koe betekent. Het vaccin voor mensen werd dus gemaakt op basis van de stof die zich in de builen van koeien bevond die aan de zogenaamde veepest leden.

Pokken was, net als later ook de poliomyelitis of kinderverlamming, een zeer besmettelijke ziekte. Zozeer zelfs dat al vroeg in de vorige eeuw het pokkenbriefje (inentingsbewijs tegen pokken) verplicht was als je als kind naar school moest.

Later kwam daar DKTP bij. Dat was al in mijn schooltijd. Ik herinner me dat we in de rij op het schoolplein stonden om ingeënt te worden. Ik was acht jaar. Twee jaar eerder had ik drie maanden in het ziekenhuis gelegen met een gebroken been dat door een klunzige chirurg na vijf weken opnieuw gebroken moest worden omdat hij het verkeerd had gezet. Bij de eerste keer had een pen van een rekverband door mijn voet al een gigantisch ontsteking in mijn hielbeen veroorzaakt omdat er vliegen rondvlogen en omdat naast mij een jongentje met open TBC lag. Ik had al zoveel penicilline injecties gehad dat ik niets voor nog meer prikken voelde. Ik ben hem gesmeerd en daarvoor ben ik nooit met ernstig ziekzijn gestraft. Ik geef toe dat ik ook wel geluk gehad kan hebben omdat al die andere kinderen natuurlijk wel gevaccineerd waren.

Wat mij in de hele gang van zaken rond de vaccinaties eigenlijk al jaren verbaast is dat er voor steeds meer zaken gevaccineerd wordt. Als kind heb ik, zoals vroeger gewoon  was alle kinderziektes gehad. Dat was normaal. Ik kreeg waterpokken, mazelen, kinkhoest en niet te vergeten de bof…tjee dat deed zeer. Mijn nek en wangen waren twee keer zo dik als normaal en mijn mond ging moeilijk open, maar het ging vanzelf over. Er werd toen ook niet zo spastisch gedaan als tegenwoordig. Waar nu alles weg gevaccineerd moet worden kregen wij onze levenslange immuniteit gewoon door die kinderziekte te krijgen. Sterker nog, in de kleuterschoolperiode en het beging van wat vroeger de lagere school heette hoorden de moeders van elkaar als ergens een kind een kinderziekte had. Vervolgens lieten ze de kinderen die de kinderziekte nog niet hadden gehad samen spelen met het zieke kind. Zo kreeg ieder kind de kinderziekte die nu eenmaal bij kind zijn hoorde.

Ik denk dat die manier van immuniteit verwerven voor die ziekten veel beter werkt dan die vaccinatie, omdat die kinderlijfjes zoveel antistoffen moesten maken dat ze de echte ziekte zelf overwonnen. Natuurlijk is het lang niet best als je op latere leeftijd zo’n kinderziekte krijgt, maar onze moeders letten erop dat je op tijd die ziektes kreeg. Onze moeders wisten dat het nodig was om later gezond te blijven.

Nu is natuurlijk alles anders, het zou vreemd zijn als dat niet zo was. Het wil echter niet zeggen dat nu alles beter is met al die vaccinaties, daarvoor hoor ik te vaak dat kinderen heel erg ziek worden van sommige vaccinaties. Nee, natuurlijk niet allemaal, anders was het snel afgelopen met het Rijks Vaccinatie Programma. Laten we maar eens wat voor en nadelen bij elkaar zetten.

Argumenten voor vaccinatie tegen kinderziekten:

  1. In het algemeen verloopt bij het merendeel van de kinderen de reactie op de vaccinatie beduidend minder heftig dan wanneer het kind de ziekte werkelijk doormaakt.
  2. Het is voor het gezinsleven gemakkelijk en comfortabel – tenslotte hebben we tegenwoordig heel veel werkende moeders – als na het prikje het kind misschien een paar dagen wat hangerig is, maar zeker geen week tot tien dagen koortsig is en niet naar buiten mag. Toen de moeders altijd thuis waren maakte dat niet uit, maar nu is zo’n ziek kind maar onhandig.
  3. Er is een betrekkelijk grote zekerheid dat het kind beschermd is tegen die ziekten.
  4. Een heel grote pre is dat poliomyelitis, de kinderverlamming, ook in het vaccinatie programma zit. Vroeger kon een kind door deze virale infectieziekte levenslang invalide worden of zelfs overlijden.

Argumenten tegen vaccinatie tegen kinderziekten:

  1. De natuur regelt de immuniteit tegen de meeste kinderziekten gratis en grondig en in het licht van de uit de pan rijzende kosten voor de volksgezondheid, waarvan een heel groot deel toegerekend kan worden aan steeds duurder wordende geneesmiddelen zouden niet noodzakelijke medische bemoeienissen tot een verantwoord noodzakelijk minimum moeten worden beperkt.
  2. De fabrieksmatig bereide vaccins bevatten altijd stoffen die uitsluitend bedoeld zijn de houdbaarheid van de producten te vergroten. Die stoffen zullen door het merendeel van de behandelde personen verdragen worden ondanks het feit dat ze geen bijdrage leveren aan het doel van de vaccinatie, namelijk het ontstaan van immuniteit tegen de ziekte waarvoor de vaccinatie bedoeld is.
  3. Waarschijnlijk, maar dat kan ik niet met zekerheid stellen omdat daaromtrent te weinig onderzoek bekend is gemaakt, ontstaan onbedoelde bijwerkingen van de vaccinaties door deze hulp – of conserveermiddelen. Dit nu is een verschijnsel dat veel vaker optreedt dan de fabrikanten van de vaccins graag willen toegeven, maar bovendien treden deze bijwerkingen ook niet op wanneer een kind op jonge leeftijd gewoon de kinderziekte doormaakt. Ik maak een uitzondering voor polio, maar deze gevaarlijke infectie hoort net als pokken en tuberculose ook niet echt bij de kinderziekten, hoewel kinderen er wel het hardst door getroffen worden.
  4. Samenvattend: de vaccinatie tegen de meeste kinderziekten is eigenlijk een luxe die wat de gezondheid van het kind betreft gemist kan worden en brengt bovendien vaak gevaar door bijwerkingen.

Uiteraard kan over kindervaccinatie meer en uitgebreider geschreven worden. Ik wil nu echter toe naar latere ontwikkelingen. Het huidige gebruik van de jaarlijks terugkerende griepprik. Dit zogenaamd preventieve medisch handelen behoort naar mijn mening tot de prijsverhogende factoren voor de volksgezondheid. Uiteraard wordt het nut van de griepprik door de belanghebbenden bejubelt, maar we weten dat in de farmaceutische wereld grote budgetten opgaan aan reclame en lobby, waar een weldenkend mens toch zou veronderstellen dat het oude gezegde “Goede wijn behoeft geen krans”, opgeld zou moeten doen. Met andere woorden: als het dan allemaal zo goed en nuttig is hoef je niet zo nadrukkelijk telkens weer de noodzaak de benadrukken.

Langzaam maar zeker begint de gewone man zich bewust te worden dat in de wereld van de farmacie de economen die zich bezig houden met de winstmodellen een veel grotere rol spelen dan de wetenschappers die zich dagelijks buigen over het maken van nieuwe medicijnen. Het is ook daardoor dat er erg veel producten, zogenaamde geneesmiddelen, worden gemaakt en verkocht die in het allerbeste geval niet al te veel kwaad kunnen aanrichten, maar die ook heel vaak leiden tot medicijnafhankelijkheid. Deze producten worden onder de noemer ‘geneesmiddel’ verkocht, maar zijn vaak stoffen die weliswaar een bepaalde werking hebben, maar waarvan het gebruik niet meer kan worden gestaakt op straffe van verergering van de kwaal.

Eigenlijk zouden al deze stoffen de naam geneesmiddel niet mogen dragen. Een geneesmiddel is namelijk een stof die geneest en die na de genezing niet meer nodig is. Zulke stoffen worden door de farmaceutische industrie niet of nauwelijks gemaakt, omdat medicijnafhankelijkheid veel betere winstperspectieven oplevert.

Ook worden middelen die voor de gezondheid interessant zouden kunnen zijn of die in hoge mate het welbevinden kunnen verhogen niet onderzocht, laat staan geproduceerd. Een belangrijk criterium voor de farmaceutische industrie is de patenteerbaarheid. Als een bedrijf iets spectaculair nieuws ontwikkelt of iets dat in elk geval als zodanig op de markt gebracht kan worden, dan wordt daar op direct patent gevraagd en doorgaans verkregen. Afhankelijk van de te creëren gretigheid die voor het product gewekt kan worden kan een marktprijs worden vastgesteld waarvan als regel gezegd kan worden dat die prijs vele malen de ontwikkelingskosten kan dekken bij een minimaal te verwachten verkoop.

Hoe de farmaceutische handelsgeest hier zijn invloed doet geleden kan ik met een voorbeeld illustreren. Het middel Orkambi dat ontwikkeld werd tegen de zogenaamde taaislijmziekte, cystische fibrose, bleek voor slechts een klein deel van de patiënten te werken en moest € 170.000,- per jaar kosten. Bedenk daarbij dat de verzekeraar er zeker aanvankelijk niets voor voelden om dit middel vergoedbaar te stellen en dat ouders die een kind hebben dat lijdt aan deze ziekte weten dat hun kind niet oud zal worden hetgeen bij velen tot een verdrietige wanhoop leidt. De farmaceuten zitten daar echter niet mee, hoewel hun zeer ruime winstmarges het mogelijk maken ruimhartig het middel op de markt te brengen voor een prijs die in de buurt van een aspirientje komt.

Een nieuw middel moet patenteerbaar zijn. De farmaceut moet het monopolie hebben, zodat namaak door een ander alleen nog maar meer geld oplevert.

Alweer een paar jaar geleden was er in verschillende kranten een berichtje dat meldde dat aan een van de Franse universiteiten een middel was gevonden tegen pijn, dat in zeer geringe hoeveel heden voorkomt in menselijk speeksel. De Fransen noemden de stof “opiorfine”. Het is een lichaamseigen stof en de pijnstillende werking is zes maal sterker dan morfine bij de juiste dosering. Verder heeft de stof geen bijwerkingen, net als elke lichaamseigen stof.  Als leek en niet farmaceut zeg ik dan: wat prachtig, een natuurlijke pijnstiller zonder enige bijwerking, want het is één van onze eigen endorfinen. Beste farmaceut, aan de gang en een beetje opschieten alsjeblieft want de wereld barst van de mensen met chronische gekmakende pijn en alle  verkrijgbare pijnstillers hebben bij langdurig gebruik nare bijwerkingen. Ik ben nog steeds op zoek, want het is nergens te koop. Het is heel gemakkelijk na te maken. Helaas, omdat de natuur het al heeft uitgevonden kan er geen patent op worden gevraagd, dus is het niet interessant. Ja, wel voor de pijnpatiënt, maar niet voor de farmaceut.

Ik denk dan ook dat de bestuurders van de steenrijke farmaceutische bedrijven allemaal aan dezelfde kwaal lijden: ontstoken geefklieren!

Recentelijk is opnieuw de oude bron van de vaccins aangeboord en ik moet zeggen, dat hebben de verzamelde farmaceuten onder de nieuwe bezielende aanvoering van software tycoon Bill eh…ja, hoe heet ie ook weer, geweldig slim aangepakt. Wat hadden ze ontdekt? Ja, een beetje plat eigenlijk, want het gaat altijd over geld, nou ja, winst dan hè. Ze hadden ontdekt dat het gedoe met die jaarlijkse griepprik wel aardig was, maar dat toch veel mensen het helemaal niet nodig vonden. Bovendien was het ook veel werk, omdat het griepvirus elk jaar verandert, zodat ze elk jaar weer een nieuw vaccin moesten maken dat altijd maar weer door veel te weinig mensen gebruikt werd.

Op een keer waren wat mensen die allemaal wel iets van doen hadden met gezondheid en geneesmiddelen, en die eh… Bill dan hè, op een prettige plaats in Zwitserland bij elkaar. Zeg maar een soort brainstorm sessie. Iemand zei: ‘het schiet allemaal niet erg op met die jaarlijkse griepprikken. De inkopers in de landen blijven elk jaar met flinke restpartijen zitten. Dat kan misschien nog wel een tijdje goed gaan, maar op een gegeven moment gaan die regeringen toch de inkoop beperken, zo voel ik dat tenminste aan.’ Toen zei die Bill, die eigenlijk nooit iets met medicijnen had gedaan, maar altijd software had verkocht: ‘Jullie doen het ook verkeerd. Kijk, in mijn vak breng ik om de paar jaar een nieuwe versie van het programma uit. Iedere gebruiker koopt die nieuwe versie dan, omdat ik ze ook verteld heb dat ik dan na een poosje die oude versie niet meer onderhoud. Die worden dan extra gevoelig voor phishing en voor hackers, virussen dus eigenlijk; nou ja, dat heb ik natuurlijk ook allemaal zelf geregeld, maar dat vertel ik later nog wel eens. Wat nodig is, is het besef dat iedereen voor zijn eigen veiligheid elk jaar een vaccinnetje nodig heeft. In mijn geval was door de jaren heen iedereen doodsbang voor malware en virussen, dus als er nou eens een virusje de wereld in kwam dat zich snel verspreidt en waaraan mensen met een slechte gezondheid en te dikke mensen en natuurlijk zwakke oude mensen op een vrij vervelende manier doodgaan. We hebben genoeg ingangen bij de verantwoordelijke bestuurders om ervoor te zorgen dat iedereen een beetje bang wordt en dat is echt niet zo moeilijk. Je moet er alleen maar voor zorgen dat elke dag uitsluitend een groeiend aantal overledenen wordt gemeld. Dat aantal is natuurlijk ongeveer hetzelfde als wat er altijd in die zelfde periode dood gaat, maar in de voorliggende jaren is dat nooit in het nieuws geweest. Het enige wat je doet is elke dag in het nieuws vertellen hoeveel nieuwe besmettingen (is normaal ook hetzelfde als altijd) en het aantal doden. Dat doe je elke dag. Iedereen wordt dan doodsbang, geloof me. En ja, maar dat weten jullie natuurlijk al lang, bange mensen kun je wijsmaken wat je maar wilt. Tjee man, hoe kom je erop riep iemand. ‘Ja,’ ging de softwareman verder ik denk dat er ook wel iets te regelen is. Het moet natuurlijk voor het oog van de wereld een ongelukkige samenloop van omstandigheden lijken, want anders zijn we behoorlijk zuur. Enfin laat mij maar. Ik heb met virussen in Afrika al wat ervaring opgedaan en in Afrika ben ik wat Chinese kennissen tegengekomen. Daar doe ik tegenwoordig wat zaken mee.

‘Goh, da’s ook toevallig’, kwam een ander tussenbeide. ‘De griepvirussen komen juist vaak uit China, want daar slachten en verkopen ze in de open lucht de meest rare beesten die wij nooit zouden eten.’

Er werd hard gelachen en luid geapplaudisseerd.

Een van de mannen stond op. Hij zei: ‘zoals jullie allemaal weten ga ik over de wereldwijde gezondheidsadviezen. Ik heb in alle landen mensen zitten die ik elke maand een beetje extra laat betalen – dat geld mag natuurlijk niet van mij komen, maar dat is goed geregeld – die mensen laat ik dan wel gelijkluidende adviezen geven. De gevolgen moeten angst en ongemak veroorzaken, dat heb ik toch goed begrepen?’

Ze waren het allemaal met hem eens en na een drukke maar zeer geslaagde meeting werd er nog gezellig samen gegeten en lang nagetafeld.

Na de vergadering hadden ze allemaal woord gehouden. Wat er wereldwijd ontstond was angst en paniek. Niemand keek meer nuchter naar vergelijkingen met andere jaren. De hele wereldbevolking was druk met angstig gehoorzamen aan de voorschriften die de regeringen uitvaardigden nadat ze een noodwet hadden ingesteld om per decreet te kunnen regeren.

Het zou nog heel lang duren voordat de bevolking ontwaakte uit deze nachtmerrie, beschaamd over hun eigen goedgelovigheid en woedend omdat ze bedrogen waren en vaak alles kwijtgeraakt waren waarvoor ze jaren hard hadden gewerkt.

Dit laatste stuk van dit verhaal zou zo gegaan kunnen zijn, hoewel we dat nooit zullen weten. Wat we wel weten – en het verbaasd me dat tot nu toe niemand dat heeft opgemerkt – is dat over de hele wereld de anti-corona maatregelen zeer sterk op elkaar lijken en ook nagenoeg op het zelfde moment zijn ingegaan. Ach, het zegt natuurlijk niets, maar het ziet er uit als een wereldwijd georganiseerde aanpak.

Bovenstaand verhaal is natuurlijk met een beetje kennis en een boel fantasie verzonnen.

Ik vind het nu eenmaal leuk om verhalen te bedenken waarvan mijn lezers of toehoorders denken: zou het waar zijn?

Gedwee mee met de media

Als ik zie wat er zich nu aan het voltrekken is – en niet alleen in ons land, maar in de hele wereld – dan vrees ik dat het al bijna te laat is om de kwaadaardige en daarom zeer ongewenste veranderingen nog tegen te houden. De paniekzaaiers zijn aan de winnende hand. Alle beschikbare kanalen doen mee: de kranten, de radio, de televisie. Er zijn geen uitzonderingen meer aan officiële zijde. Mensen die een tegengestelde mening verkondigen mogen dat heel even doen in gezelschap van een algemeen erkende meewarig glimlachende erkende hoofddeskundige. Alsof ze lastige kleine kinderen zijn worden voor de ogen van het angstig meekijkende – en luisterende publiek hun toch echt steekhoudende argumenten gebagatelliseerd. Iedereen die niet in de grote angst verwekkende hype mee wil lopen wordt af geserveerd en de samenspannende krachten worden verder gebundeld om het volk vooral angstig te houden.

Gisteren was een heerlijke zomerdag  ondanks dat het nog pas eind mei is was er geen wolkje aan de lucht en liepen de temperaturen hier en daar op richting de dertig graden. Een heerlijke dag om buiten te zijn en dat deden we dan ook massaal.

Nu is het intussen al lang bekend dat mooi warm weer het aantal virus infecties minimaliseert. Wat ook al lang bekend is, of in elk geval zou moeten zijn is het feit dat buiten waar de open lucht nooit helemaal stilstaat alle virus-aerosol deeltjes zo die er al zijn doet verwaaien.

Het leek zo’n prachtige dag, maar helaas vonden de angstmakers van de media dat de dag nodig moest worden verpest. De zogenaamd wakkere krant van Nederland plaatste vanmorgen op de voorpagina een foto van mensen op een stuk gazon in een park die van de zon genoten. Maar ja, de angst is een kwetsbaar artikel, voor je het weet vergeten de mensen heel even je leugenachtige, maar zeer kundig uitgevoerde bangmakerij. De tekst onder het idyllische plaatje luidde dan ook:     ZO GAAT DE BOEL WEER OP SLOT.

Pas op mensen, je mag absoluut niet zorgeloos blij en gelukkig zijn als er werkelijk geen enkele echte reden is om dat niet te zijn. Je moet je zorgen maken en bang zijn.

Zum kotzen.

De situatie:

Voor de duidelijkheid: Waart er een gevaarlijk virus rond? Ja er waart een gevaarlijk virus rond.

Komen we daar vanaf door te doen alsof er niets aan de hand is en alle voorzorgsmaatregelen te negeren? Als we er al vanaf komen zonder maatregelen dan zal dat zeker lange tijd duren en ook nog een flink aantal slachtoffers vergen.

Kunnen we dan ooit weer ons oude leventje oppakken? Als we niets doen zal dat heel lang duren en erger is dat de angst die nu zo diep is ingezaaid door een uiterst efficiënte voortdurende mediacampagne niet uit zichzelf gemakkelijk zal verdwijnen.

Betekent dit dan het definitieve einde van de prettige manier van leven die we hadden? Nee, want er zijn oplossingen.

Wat voor oplossingen zijn er dan? Er zijn twee soorten oplossingen. De eerste is  een vaccinatie, waar de farmaceutische wereld op het ogenblik in bijna alle geledingen hard aan werkt. Aan deze oplossing zit een zeer groot risico hoewel dat door alle officiële bronnen en kanalen zal worden ontkend. Het coronavirus is van dien aard dat er steeds kleine veranderingen in optreden. In principe is het zelfs mogelijk dat het gedurende een bepaalde tijd een heel onschuldig virus zou worden, maar de veranderlijkheid maakt het noodzakelijk, net als bij het griepvirus, elk jaar een nieuw vaccin te maken op basis van het virus van het vorige jaar. Aan deze vorm van preventie kunnen grote gevaren kleven. Vaak worden mensen ziek van de griepprik en sterven er elk jaar zelfs mensen door. Dat bereikt overigens nooit het nieuws, waarom begrijpt niemand. Bij het corona vaccin zal dat niet anders zijn. Vaccineren betekent besmet worden met een klein beetje verzwakt virus om de lichamelijke afweer te prikkelen afvalstoffen te maken. Een vaccin moet dus elk jaar weer en is niet in alle gevallen afdoende. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat het voor veel mensen tot een tijdelijke immuniteit kan leiden, tot de volgende mutatie van het virus weer langskomt natuurlijk. De tweede methode is de methode die merkwaardigerwijs heel snel verboden werd aan het begin van deze epidemie. Een bekende Franse viroloog ontdekte dat de virusinfectie (trouwens ook infecties met andere virussen) heel goed bestreden kan worden als bij het begin van de ziekte verschijnselen drie al heel lang bestaande en daardoor goedkope geneesmiddelen worden ingezet. Dat zijn hydroxychloroquine, Azitromycine en Zinkorotaat. De eerste twee zijn alleen op voorschrift van de arts te krijgen. Zinkorotaat kan gewoon via de vitaminewinkel worden gekocht. Bij het inzetten van deze middelen zal de ziekte in veruit de meeste gevallen binnen een week verdwenen zijn.

Wat merk je als de ziekte begint: a. je voelt je onprettig, b. je hebt koorts, c. je begint kortademig te worden. Als je nu niet door je arts die drie eenvoudige middelen voorgeschreven kunt krijgen dan heb je behoorlijk pech. Nou ja, laat ik niet overdrijven. Als je jong en sterk bent is er een flinke kans dat het vanzelf overgaat. Als dat niet het geval is moet je wel op die eerste symptomen reageren, want als jouw afweerapparaat niet alles zelf voor je oplost kom je in de tweede fase en dan is er met de bovengenoemde middelen weinig meer te beginnen. In het slechtste geval kom je dan in het ziekenhuis met alle kwalijke kansen van die.

Waarom schrijven alle huisartsen die simpele kuur dan niet voor? Omdat het door de inspectie voor de volksgezondheid is verboden. Heel knappe deskundigen vinden zo’n kuur waar veel mensen snel beter door worden geen goed idee. Waarom niet? Beste mensen, ik ben geen deskundige dus ik weet het niet. Net als vele andere mensen denk ik er het mijne van maar weten? Nee, weten doe ik het niet.

Complotje bedenken, zo eenvoudig

Vanavond zag ik een aantal BN’ers, cabaretiers, Jort Kelder  en ze kwamen steeds aan de beurt om iets over de coronatoestand te zeggen. Allerlei geklaag kwam naar buiten. Ja, logisch, de cabaretiers hebben niet de aandacht die ze gewend zijn. Er werd wel over verschillende complotten gesproken maar de belangrijkste was toch wel het 5G complot. Dat was het, daar kwam het allemaal van en ik denk dan: het wordt wel veel straling en wat kun je allemaal meesturen. Tja, dat weten we nog niet, maar ik denk ook niet dat het op dit moment het ergste is wat er gebeurt. Weet je wat? Omdat van alle BN’ers die ik gezien heb heeft niemand het gehad over wat er, volgens mij dan hoor, echt gebeurt. Ik noem dit gewoon mijn complot. Ik schrijf het in stappen.

  1. Wat moet je doen om een heel volk moeiteloos in je macht te krijgen? Antwoord: bang maken. Het beste maak je bang met gevaar, ziekte, veel mensen die doodgaan. Goed iedereen wordt bang, maar dat is niet genoeg, want als alleen dat gebeurd zou zijn was er alleen maar ordeloze paniek en daar heb je niets aan als je het volk in de palm van de grijpgrage handjes wilt hebben.
  2. Georganiseerde dril: we houden SAMEN rekening met elkaar: je mag niet dit en we blijven thuis en we houden afstand en als je het niet doet krijg je een zware boete, terwijl je bron van inkomsten toch al plat ligt. Nou, dan gehoorzaam je wel. Oh ja en reinigen, reinigen, handen wassen tot het vel eraf gaat, handschoenen, mondkapjes. Ja en in alle landen moet er naast de eigen regering wel een van de eigen jongens het advies monopolie hebben
  3. Het hele openbare leven leg je plat, openbaar vervoer niet of heel weinig, Geen theaters, geen restaurants, geen cafés. Blijf zo veel mogelijk thuis. Gebruik alle reclamebronnen, Premier dagelijks zelfde praatje, geduld, geduld, geduld. Want als het weer erger wordt draaien we alles weer terug naar de meest beklemmende toestand. Daar wil niemand de oorzaak van zijn, bang, bang, bang. Mensen let op elkaar, sociale controle dwang.
  4. Dan gaat het verdorie nog aan toe bijna mis. Een arts geneest met een eenvoudige en goedkope kuur tien mensen door in te grijpen in het eerste stadium van de ziekte, want anders ben je te laat zegt hij. Ja, allemaal leuk hoor denk je, maar met genezing die gemakkelijk gaat houd ik dat volk niet in de hand. Dus krijgt die arts te horen dat hij onmiddellijk moet stoppen met die behandeling. Er wordt natuurlijk gemord en geprutteld, maar het hele volk is nu heel goed bang gemaakt. Want we hebben het de minister horen zeggen: het leven kan pas weer gewoon worden als er een vaccin is en dan mag je weer overal in als je tenminste je coronaprik hebt gehad. Het volk kijkt verlangend uit naar dat prikje, want dan is alles weer gewoon.
  5. De voorbereidingen voor dit complot zijn al jaren geleden begonnen. Eigenlijk, maar dat was nog niet zo bewust, hoewel er veel van is geleerd, begon het al in 1918 met die Spaanse griep. Amerikaanse soldaten kregen een soort inenting voor ze naar Europa kwamen. Daar werden er erg veel ziek van en het was fantastisch besmettelijk in die loopgraven. Maar we gingen moedig verder. Ebola was een aardig virus dat weigerde menselijk cellen in te gaan. Daar is toe iets aan gedaan onder het mom dat mensen er niet echt ziek van mochten worden. Nou, dat heb je toen in West Afrika uitgeprobeerd. Nou ja, oké, je kunt niet in één keer alles goed hebben, maar je hebt er weer veel van geleerd. Vervolgens besef je dat het allemaal wel aardig en winstgevend is wat je doet, maar het moet toch echt eens een beetje groot worden aangepakt. Je haalt er een knul bij die zijn leven software heeft verkocht en die is eigenlijk best wel slim. Op de eerste dag in de knusse kleine club van beschaafde jongens zegt hij: Jullie maken niet op de goede manier gebruik van het Gillette effect. Wat bedoel je jongen zeg je een beetje korzelig tegen die nieuwkomer. Maar die laat zich niet van zijn stuk brengen. Hij zegt: je koopt één keer het houdertje, maar je moet steeds weer nieuwe mesjes kopen die in het houdertje passen. Ah… abonnementje! Ja natuurlijk zegt die knul. Doe ik met de software al jaren. Ik heb jongens bij elkaar gezet die verdomd vervelende virussen voor de software maken en weer andere jongens maken dan de programmaatjes waar ze die virussen weer mee uitschakelen – ja grappig hè, bij ons heten het ook virussen. Daar verdien ik nog heel aardig aan, want iedereen met een computer met mijn software heeft natuurlijk een abonnementje op zo’n anti virus programma anders loopt de boel gegarandeerd in de soep. Nou ja er werd wat afgelachen in die eerste vergadering. Die nieuwe knul, Bill nog wat, had wel slimme ideeën. Hij zegt daar ineens: ‘luister we doen het volgende. We sturen een beetje vervelend virusje de wereld in. Het moet lekker besmettelijk zijn, maar normaal gezonde mensen gaan er echt niet aan dood. Gebrekkige oude mensen wel. Dat moet lekker ernstig worden gemaakt want ze moeten allemaal bang worden. Nou ja, daar hebben we die georganiseerde dril voor. Nou dan doen we een abonnementje, elk jaar een prik dan pas mag je elkaar zelfs op straat weer aanraken. Later doen we dan alles met een transponderchipje wat we misschien, maar dat weet ik nog niet zeker, wel met 5G signalen kunnen aansturen. Maar dat is voorlopig toekomst muziek.

Zo, dat was het wel, wat vinden jullie van mijn plannetje… Iets drinken? Ja lekker. Doe maar een Coronatje, ha, ha , ha.

Nou, zo gek is het nou toch ook weer niet, mijn complotje.

Zo is het allemaal natuurlijk in het echt niet gegaan, want dat kan ik natuurlijk nooit verzinnen, maar ja als je verhalen schrijft moet je af en toe ook complotten bedenken, anders wordt het niet spannen

Use it or loose it

Letterlijk vertaald: gebruik het of verlies het. Een veel gebruikt, maar in deze tijd helaas te weinig toegepast levensfeit. Waar geldt dat dan allemaal voor? Nou in ieder geval voor vaardigheden, of het nu het gemakkelijk spreken van een vreemde taal is of het bespelen van een muziekinstrument. Topmusici weten dat maar al te goed, ze oefenen uren per dag om hun vaardigheid te behouden en dat is zwaar werk.

Ons lichaam met al zijn honderdduizenden levensprocessen reageert eigenlijk niet anders. Het moet door oefening op gang gehouden worden. Je ziet wel eens – tegenwoordig helaas wat vaker – mensen die heel lang in het ziekenhuis gelegen hebben. Die moeten vaak allerlei dingen opnieuw leren, lopen bijvoorbeeld.

Maar dat behoud van functie geldt niet alleen voor de dingen die we bewust doen. Het geldt ook voor de dingen die ons lichaam automatisch doet. Waar ik het nu over hebben wil is ons natuurlijk afweersysteem, onze natuurlijke verdediging tegen bacteriën, virussen, toxische stoffen en noem maar op.

Onze dagelijkse omgeving vinden we schoon, of liever gezegd, we denken er helemaal niet over na, maar waar het op neer komt is dat onze omgeving schoon genoeg is als we er niet ziek van worden. Onze omgeving zit namelijk vol met miljoenen bacteriën, virussen, fijnstof en noem maar op. Hebben we daar dan geen last van? Nou nee. Doordat onze natuurlijke verdediging, ons afweersysteem dag in dag uit oefent om van alles wat binnen niet welkom is onschadelijk te maken en naar buiten te brengen blijft dat superbelangrijke systeem alert en actief.

Soms, zoals nu met dat coronavirus, komt er bij sommige mensen iets binnen dat hun lichaam niet kent. Die mensen worden dan ziek. Alle andere mensen niet. Vaak hebben ze door eerdere ontmoetingen met een soortgelijk virus al een geoefend afweersysteem en soms heeft een sterk en gezond afweersysteem weinig moeite om iets nieuws te leren. Dan ontstaat er een nieuwe immuniteit. Er zijn zeker mensen bij wie dat oppeppen van dat afweersysteem een beetje moeilijk gaat, om dat er bij die mensen van binnen al zo vreselijk veel werk te doen is. Je hebt dan bijvoorbeeld straffe rokers, alcoholisten, mensen die zich slecht voeden en onvoldoende goede voedingsstoffen en vitamines en mineralen binnenkrijgen, of mensen die veel te dik zijn waardoor het lichaam de grootste moeite heeft om elke dag weer alles schoon en bruikbaar te houden. Maar ook bij die mensen moet het afweersysteem toch elke dag oefenen, anders verleert het heel snel een aantal belangrijke taken.

Nu ga ik even naar de huidige situatie toe. Er is wilde paniek of we elkaar niet zullen besmetten met het coronavirus. Je zult willen begrijpen dat wanneer dat gebeurt je een goed geoefend afweerapparaat nodig hebt. Echter, wat er nu gebeurt lijkt logisch, maar is in de verste verte niet fysiologisch, met andere woorden, het lijkt goed en nuttig, maar het werkt dikwijls averechts. Al die maatregelen van mondkapjes, handschoenen, reinigen, ontsmetten kunnen misschien nuttig zijn als je in een operatiekamer werkt. Ook kan het geen kwaad als het een weekje duurt. Als het echter, zoals nu maanden duurt verliest ons afweersysteem te lang de kans om volledig te werken en te oefenen. Er zal dan afweercapaciteit verloren gaan. We zullen daardoor gemakkelijker last krijgen van infecties en eerder ziek worden.

Je ziet: Angst en overdreven voorzichtigheid wijst ons vaak precies de verkeerde kant op.

Verdedigen of toch maar aanvallen…

Verdedigen of toch maar aanvallen.

Dat lijkt in toenemende mate de keus te zijn die voor ligt. Nu zijn we aangevallen met gebruikmaking van een virus. We waren al een hele poos gewend aangevallen te worden met gebruikmaking van een virus, maar dat was de laatste tijd altijd een computervirus. Even vindingrijk als de ontwikkelaars van deze computer narigheid blijken gelukkig de jongens die de beveiligingsprogramma’s maken. Ik heb me trouwens wel altijd afgevraagd hoe zij deze Informatietechnologische verdedigingssport toch geleerd hebben. Ik zeg verdedigingssport, want volgens mij is het een denksport, waarbij schaken kinderspel is en waarbij een scala aan strategieën komt kijken. Het is inmiddels ook een buitengewoon winstgevende tak van sport geworden, reden waarom ik vermoed dat er banden moeten bestaan tussen de makers en de verdedigers. Waarom? Wel, in de eerste plaats hebben ze een gemeenschappelijk belang. De hele gemeenschap die tegenwoordig afhankelijk is van informatie technologie zal levenslang betalen voor protectie. Het klinkt bijna als de maffia die bij de winkeliers geld kwam ophalen voor de zogenaamde protectie. Daar betekende niet betalen een vernielde winkel of erger. Hier bij de abonnementen op de virusvanger-organisaties betekent het in feite exact het zelfde namelijk je systeem onwerkzaam, je bestanden (zeg maar je winkelvoorraad) kwijt als je niet betaalt. We zijn dat heel gewoon gaan vinden, omdat we redelijk zeker kunnen zijn van het op afstand blijven van computercriminelen als we dat abonnementje van de virusvanger maar betalen. We zijn dus inmiddels gewend aan het betalen voor deze ‘bescherming’ en we vragen ons maar niet af waarom en wie we nou eigenlijk betalen. Het ging tenslotte om computer gezondheid.

Heel lang leefden we op het gebied van de lichamelijke gezondheid in het land van de veilige vanzelfsprekendheid. Natuurlijk waren er de inentingen die je als kind kreeg, maar die zaten in het zorgpakket. Ook kwam daar op een gegeven moment de jaarlijkse griepprik bij, maar die moest noodgedwongen altijd worden gemaakt op basis van het virus van vorig jaar en was dus nooit echt helemaal actueel. Bovendien waren er altijd weer mensen die een paar dagen of soms zelf langer behoorlijk ziek werden van deze goed bedoelde preventieprik, die overigens ook in ieders zorgpakket zit. Hoe dit ook zij, er is tot nu toe weinig maatschappelijke tegenstand tegen dit preventief medisch handelen geweest, afgezien van de afwijzing door streng orthodoxe gelovigen.

Met de virale aanvallen zijn we nu echter in een nieuwe fase beland. Eigenlijk is die fase al begonnen met de uitbraak van Ebola, die voornamelijk in West-Afrika plaats had. Het ging toen om een zich razendsnel verspreidende infectie in gebieden waar de mensen dicht opeen leefden. Verder hadden we SARS en MERS, maar die bleven voornamelijk in Azië. Wij hebben ons in onze onwetendheid misschien nooit afgevraagd hoe die agressieve virussen toch ontstonden. Wel werd er gekeken naar de voor ons altijd wat vreemd en zelfs onsmakelijk aandoende eetgewoonten van de Aziaten en met name van de Chinezen die op hun markten dieren slachten en verkopen die naar onze misschien vrij beperkte westerse smaak daarvoor niet bedoeld zijn, maar die door de Chinezen gewoon gegeten worden.

Virussen kunnen muteren. Het kleine stukje DNA waarmee ze onze cellen kunnen programmeren om een virusfabriekje te worden kan gemakkelijk veranderen afhankelijk van het DNA materiaal dat in de omgeving gevonden wordt. Die veranderingen die in een virus kunnen ontstaan kunnen door onze knappe wetenschappers ook kunstmatig worden veroorzaakt. Het is gebleken dat een virus gebruikt kan worden als voertuig om kleine gewenste veranderingen in ons DNA aan te brengen. Zo konden kinderen die geen enkele natuurlijke afweer hadden en die in een soort tent moesten leven op deze manier geholpen worden met een veranderd verkoudheidsvirus en ik heb wel eens gelezen dat ook bepaalde vormen van borstkanker op deze wijze met succes behandeld kunnen worden.

Nu is er weer een heel nieuwe techniek in gebruik om DNA te veranderen, crispr cas9. Wat daarmee allemaal kan als het gaat om het veranderen en hopelijk verbeteren van onze erfelijke eigenschappen schijnt de stoutste dromen te boven te gaan.

Maar even voor alle duidelijkheid: virussen kunnen ons ziek maken en van nature doen ze dat door onze cellen binnen te dringen en van de binnengedrongen cel een fabriek te maken die het virus in grote hoeveelheden namaakt. Na korte tijd werken de normale functies van de cel niet meer omdat hij vol zit met virus. De cel barst open, sterft dus en de vrijgekomen virussen gaan op zoek naar nieuwe gastheren.

Wat je dus wilt voorkomen is dat virussen de sleutel bezitten om een cel binnen te dringen. Die sleutel is dat er bij de ontmoeting van het virus met de buitenkant, het membraan, van een cel een eiwit wordt geproduceerd – dat is een reactie van ons lichaam op die ontmoeting – waarmee het virus de cel kan binnendringen. De meeste geneesmiddelen die we hebben tegen virusinfecties moeten de productie van dat eiwitsleuteltje blokkeren en daarmee immuniteit veroorzaken. Als een virus zich in ons lichaam nergens kan reproduceren omdat het geen enkele cel kan binnendringen doet het ons geen kwaad en verlaat via de gebaande paden: ontlasting, urine en zweet het lichaam. Ook is dat merkbaar als er een overschot aan virussen is bij patiënten die aan een virusziekte lijden. Let maar eens bijvoorbeeld op de veranderde lichaamsgeur die veroorzaakt wordt door de restanten van strijd in ons lichaam tegen het virus en een flinke hoeveelheid van het virus zelf.

Tot zover is het gewone alledaagse biologie. Je word eens verkouden, je hebt eens een griepje. Vervelend, maar als je verder gezond bent is er niets aan de hand. Waar we nu echter mee worden geconfronteerd is hoogstwaarschijnlijk niet een gewoon virus. Jawel, het type is bekend. Dat wil zeggen, het eiwitbolletje met de puntjes aan de oppervlakte (spikes) is bekend onder de naam corona. Maar het stukje DNA binnenin dat beschermende bolletje lijkt een heel stuk gevaarlijker dan we gewend zijn bij de natuurlijke virussen. De Franse viroloog en Nobelprijswinnaar, Luc Montagnier, heeft het huidige coronavirus grondig bestudeerd en vastgesteld dat het geen natuurlijk virus kan zijn, maar dat het door mensen in een laboratorium gemaakt moet zijn en al dan niet per ongeluk in de buitenwereld terecht gekomen. De bron zou dan in de buurt van de grote Chinese stad Wuhan liggen. En inderdaad liggen er laboratoria die voor de Chinese defensie werken op ongeveer dertig kilometer afstand van Wuhan. Nu weet ik wel dat het in de politiek ongebruikelijk is om klaarblijkelijkheid als bewijs aan te duiden, maar ik moet dan denken aan dat aardige engelse zinnetje: If it walks like a duck and it quacks like duck, it is probably a duck. Waarmee ik maar zeggen wil dat het coronavirus in de vorm die nu de hele wereld in zijn angstwekkende greep houdt naar alle waarschijnlijkheid in dat laboratorium gemaakt is. Of het nu echt de bedoeling is geweest dat het buiten dat laboratorium kwam kunnen we niet zeggen. Vijanddenkers zeggen dat dit een proefballonnetje is geweest met een Chinees strijdvirus in enigszins afgezwakte vorm. Andere, wat minder kwaaddenkende mensen zullen menen dat de Chinezen toch onmogelijk een dergelijke rotstreek met de wereld kunnen hebben uitgehaald. En ik? Ik weet het natuurlijk niet. Ik kan van alles verzinnen waarom wel en waarom niet, maar ik weet het niet.

Wat ik wel weet is dat bij de conventie van Genève de afspraak in de Verenigde Naties is gemaakt dat oorlog voeren met biologische en chemische middelen zo onmenselijk is dat het voortaan verboden is. Wel nu, zowel Amerika als China en waarschijnlijk Rusland en mogelijk nog een paar andere agressief vooruit kijkende landen hebben laboratoria waar biologische en chemische strijdmiddelen worden gemaakt en getest. Men andere woorden: Ik weet het niet of dit opzettelijk dan wel per ongeluk is gebeurd, omdat ik het onmogelijk kan weten, maar onmogelijk is het niet.

Nu kom ik bij mijn titelonderwerp: verdedigen of toch maar aanvallen.

Als ik het nieuws goed heb beluisterd lijkt de verbale aanval al geopend te zijn door de Amerikaanse president Trump, van wie we weten dat hij niet gewend is om zaken rustig uit te zoeken alvorens hij met veel aplomb in een van zijn schreeuwerige aanvallen losbarst.

Nou ja, stel dat deze altijd primair reagerende Amerikaanse zakenman het toevallig bij het juiste eind heeft en dat het inderdaad een verwijtelijke actie van de Chinese overheid betreft, dan was het handiger geweest als Trump fijntjes geveinsd had dat hij ervan uit gaat en dat hij begrijpt dat China vreselijk in zijn maag zit met deze noodlottige samenloop van omstandigheden. En misschien is dat ook wel zo. Wij weten het niet.

Wat moeten we dan doen? Eigenlijk iets waaraan al heel lang wordt gewerkt, immuniteit tegen elk denkbaar virus, waardoor het onmogelijk wordt dat een virus een eiwitsleuteltje kan doen ontstaan waarmee het een cel kan binnendringen. Want als iemand die ik nu maar even niet meer bij naam wil noemen het in zijn bedrieglijk blond gekuifde blaaskakerige hoofd zou halen om even een bommetje op dat laboratorium in Wuhan te gooien, dan verspreiden zich razendsnel alle echt gevaarlijke strijdvirussen die daar waarschijnlijk klaarliggen in de atmosfeer, zodat enkele dagen tot weken daarna een van de schadelijkste diersoorten, de mens, van de aardbodem verdwenen zou zijn.

Ja en dan nu de commercie. Het is natuurlijk allemaal niet even verheven of hoogstaand wat er allemaal gebeurt, maar als het geld nu toch op straat ligt moet je in elk geval bukken. Ja, ik weet het, dat laat ons niet op zijn charmantst zien, maar als je zo denkt heb je een vrij schrale toekomst. Welnu, onze hele westerse samenleving is met dit virusje wel rijp gemaakt voor drastische maatregelen. Ik noem er even een paar die in elk geval kunnen helpen. En voor je nou verder leest moet je even bedenken dat wat nu is gebeurd ons hele wereldbeeld en de manier waarop wij leven kan veranderen.

Stel je voor, het vaccin tegen alle virusaanvallen is er. Het wordt trouwens elk jaar geüpgraded, want het moet net als voor de computer natuurlijk ‘abonnementsware’ worden. Iedereen betaalt want vaccinatie is verplicht, tenzij je met alle geweld ziek wilt worden. Maar ook als je van alle emolumenten in het leven gebruik wilt maken, zoals toegang tot een betaalbare zorgverzekering, toegang tot openbare ruimtes zoals theaters, openbaar vervoer, winkels en noem maar op, dan moet je in de eerste periode een actueel inentingsbewijs kunnen tonen. Later wordt dat dan vervangen door de mogelijkheid een kleine programmeerbare transponderchip op een handig plekje in je lichaam te laten plaatsen, waarop alle geprogrammeerde deuren reageren. Simpel en doeltreffend.

Nu ik trouwens zit na te denken over de mogelijkheden die je met zo’n transponderchip hebt om een eindelijk een beetje orde te scheppen in dat zootje ongeregeld dat we de mensheid noemen, krijg ik het helemaal warm. Dit wordt, ik durf het bijna niet te zeggen, maar dit wordt dan eindelijk The Brave New World.

De Waarheid

De Waarheid is een engeltje, Ze heeft een blauwe fiets, En als je haar naar feitjes vraagt, Dan zegt ze meestal niets.

Soms valt er een papiertje, Toevallig uit haar tas, Daar staat vaak maar één woordje op, Dat dwarrelt in het gras.

Daar schrikt het engeltje dan van, Want dat had niet gemogen, Ze stapt dan haastig op haar fiets, En spoedt zich naar den Hooge.

En als ze thuiskomt krijgt ze straf, Daar van de Hooge Heeren, Dan zegt de baas: ik vraag me af, Of je het ooit zult leren.

Het arme kleine engeltje, Mag vaak niet naar beneden. Daar heeft de Waarheid dan helaas, Heel vaak onder geleden.

Peter P. van Oosterum