Rothschild

Maandag maakte de familie Rothschild het overlijden bekend van Lord Jacob Rothschild. Hij werd 87 jaar oud.

De Rothschilds stammen af van de in 1744 geboren Mayer Amschel, die in Frankfurt in geld handelde in een huis met een rood schild. Zijn vijf zonen richtten banken op in Frankfurt, Wenen, Napels, Londen en Parijs.

Daar begon het niet. De Rothschilds zijn Chazaren die zich bekeerden tot het Jodendom. Hoewel dit een gevoelig onderwerp is – voor je het weet word je ervan beticht een complotdenker of antisemiet te zijn – waarschuwt de Bijbel voor mensen die zich voordoen als Joden, maar dat niet echt zijn.

“Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan.” – Openbaring 2:9

“Ik zal mensen naar u toesturen die bij Satan horen. Zij doen zich voor als Joden, als kinderen van God, maar het zijn leugenaars. Ik zal hen aan uw voeten laten neerknielen, zij zullen niet anders kunnen dan erkennen dat Ik u liefheb.” – Openbaring 3:9

President Lincoln

Hun naam is eigenlijk niet Rothschild, maar Bauer. Ze waren niet alleen betrokken bij de opium- en slavenhandel, maar financierden ook de Amerikaanse kolonies en de Amerikaanse Burgeroorlog. Ze steunden en financierden beide kanten. Oorlog is big business, aangezien de banken verdienen aan rente.

Op een gegeven moment had Abraham Lincoln meer geld nodig. De rentes die de bankiers in New York rekenden, waren te hoog. En dus begon hij zelf overheidsgeld te drukken. Hij rekende geen rente en wist zo de Rothschilds te omzeilen.

Minder dan twee maanden voor het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog werd president Lincoln vermoord. Zie je een patroon ontstaan? Hun strategie is: oorlogen uitlokken, verstrek beide kanten leningen tegen exorbitante rentes en als overheden de leningen niet kunnen terugbetalen, installeren de Rothschilds een door henzelf gecreëerde centrale bank.

Hitler

Een jaar na de oprichting van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, brak de Eerste Wereldoorlog uit. De Rothschilds financierden beide kanten. En wie financierden tijdens de Tweede Wereldoorlog zowel de asmogendheden als de geallieerden? Je raadt het al. De Rothschild-bankiers.

Ze verstrekten tijdens de Tweede Wereldoorlog niet alleen leningen. In zijn boek ‘The Mind of Adolf Hitler: The Secret Wartime Report’ schrijft psychoanalyticus Walter C. Langer dat Hitler niet alleen gesteund werd door de Rothschilds, maar zelf ook een Rothschild was. Na de Tweede Wereldoorlog werd de staat Israël gesticht.

President Kennedy

Hoeveel levens zijn er verloren gegaan bij oorlogen die gefinancierd zijn door bankiers? Zonder oorlog droogt de geldstroom op. En dat is een groot probleem voor degenen die afhankelijk zijn van oorlog.

Op 4 juni 1963 tekende president John F. Kennedy een decreet dat de bevoegdheid om geld uit te geven teruggaf aan de overheid, wat betekende dat ze niet meer hoefden aan te kloppen bij de Federal Reserve van de Rothschilds.

Enkele maanden later werd JFK vermoord.

In de decennia daarna schoten centrale banken als paddenstoelen uit de grond. In 1998 werd de Europese Centrale Bank opgezet in Frankfurt, waar het ooit begon…

4.8

Beoordeel dit artikel

Is er nog iets om je over te verheugen?

Ach, verheugen, leedvermaak is waarschijnlijk het enige dat zal resten. Eigenlijk vraag ik me elke dag af wanneer de eerste atoombom zal vallen om het beginsein te geven voor de grootscheepse verwoesting die we kennelijk nog te goed hebben. Was driemaal altijd niet scheepsrecht? Twee oefenoorlogen hebben we gehad. Het lijkt erop dat we het nu eindelijk echt gaan doen.

Toch is het niet de eerste keer dat er een overigens mislukte poging is gedaan om de ozo lastige mensheid te vernietigen. Zelfs met gebruikmaking van dezelfde wapens voor massavernietiging. De bijbelse bombardementen op de oude steden Sodom en Chomorra, die trouwens blijken geen lokale brandjes te hebben veroorzaakt, maar ten aanzien waarvan nu sterke bewijzen bestaan dat het totale gebied van zowel Irak als Iran voor honderden jaren onbewoonbaar is geweest. Het buitenaardse volk, de Anunnaki, dat ons als slaven creëerde had wat het gebruik van dit soort wapens betreft ook nogal een kort lontje. Atoomgeweld is op onze planeet vaker voorgekomen. Die twee bommetjes op Hiroshima en Nagasaki stelden op de geweldschaal van wat de Aarde al voor de kiezen had gekregen eigenlijk vrij weinig voor.

Ook in de tijd waarin onze soort gecreëerd werd was er eigenlijk al sprake van de zelfde soort sociale variatie onder het volk. Natuurlijk waren er de “Goden” die hier uitsluitend te eigen bate verkeerden. Een lekker leventje op een planeetje met veel natuurlijke rijkdommen en een heel plezierig, zij het wat wisselend klimaat. Dan had je natuurlijk de prettige Goden van het type Pygmalion – ach, je weet wel, die mythologische beeldhouwer die verliefd werd op zijn eigen schepping. Dat waren in de tijd van die Anunnaki die broer en zus, wetenschappers, die ons creëerden. Noeste werkers. Gelukkig konden ze zelf een paar duizend jaar oud worden, maar ga er gerust maar van uit de het maken van een enigszins hebbelijke en bruikbare homo sapiëns de nodige jaren heeft gekost, zeker om een genetisch redelijk betrouwbare en buikbare bevolking op te bouwen en ze ook nog een paar nuttige dingen te leren. En vast en zeker zijn er voorafgaand aan dat succes nog wel mislukkingen geweest die dan ofwel werden vernietigd of – in geval van een bijna gelukte soort – gewoon uitstierven of nog slechts als reserve kweekmateriaal werden gebruikt. Een ongelooflijke en tot nu toe nimmer geëvenaarde prestatie. Het was echter wel zo dat de grote baas die hier toen meende alles voor het zeggen te hebben voortdurend in oncontroleerbare woede ontstak als hij zag wat de creaties van bovengenoemde wetenschappers geheel zelfstandig begonnen uit te halen waarvan hij in het geheel niet gediend was. Het antwoord van deze bovenbaas was dan eigenlijk onveranderlijk vernietigen via allerlei methoden: plagen van ziekten, hongersnood, atoombommen. De man die ons nog uit de Bijbelverhalen bekend is als Noach had als wetenschapper het nodige genetische materiaal verzameld voordat de Aarde getroffen werd door een gigantische ramp. Door een vrij snel zich ontwikkelende verschuiving in de krachten die op de Aarde werden uitgeoefend gebeurde het dat nagenoeg al het landijs van de Zuidpool in vrij korte tijd in de oceaan schoof een massale Aarde omspannende tsunami veroorzakend. Uiteraard waren er best nog wel plekken op de planeet die heel weinig te lijden hadden gehad, maar de gebieden waar de Anunnaki met al hun slaven, waarvan de meesten zich overigens allang geen slaaf meer voelden, die zaten voor het merendeel in het overstromingsgebied en verdronken. De Anunnaki zelf hadden zich voor de duur van de overstromingsramp teruggetrokken in hun ruimteschepen in een parkeerbaan om de Aarde.

Het verhaal gaat – staat trouwens letterlijk in de Bijbel in de eerste verzen van Genesis 6 – dat de altijd gramstorige baas, die door zijn eigen mensen Enlil werd genoemd, gezegd moet hebben: ‘Ik kan niet altijd strijden met de mens, maar zijn dagen zullen geteld zijn op honderd en twintig jaar.’ Nou, als we naar ons genetisch materiaal kijken dan is dat nog steeds het maximale aantal jaren dat we kunnen leven, maar dan moet alles wel meezitten.

Dat er in 1945 atoombommen op Aarde vielen was dus niet de eerste keer. Ik schat dat het ook niet de laatste keer zal zijn want helaas bestaat de mensheid niet uit een homogene groep individuen die elkaar vrede en geluk gunnen.

Eigenlijk is er een universeel probleem waaraan veel van onze soortgenoten lijden. Of lijden is misschien niet het goede woord. Er is een kleine groep mensen op de wereld die zich als personen afzijdig houden van de rest van de wereldbevolking. Wij noemen die mensen onder andere de wereldelite in de onterechte veronderstelling dat ze een echte eenheid vormen en dat ze over veruit de meeste dingen hetzelfde denken, maar dat is niet zo. In één opzicht lijken ze qua leefstijl wel op elkaar: ze zijn allemaal onvoorstelbaar rijk in die zin dat ze over zeer veel geld kunnen beschikken. Feitelijk kijken ze op ons neer, maar ze beseffen wel dat wij er met elkaar voor zorgen dat ze rijk blijven.

De manier waarop de aardmens tot stand is gebracht heeft het in het verre verleden noodzakelijk gemaakt dat de redelijk probleemloze mensachtige levensvormen die er al op onze planeet waren voordat de Anunnaki hier kwamen genetisch gemanipuleerd werden. Zij hadden wezens nodig die voor hen konden werken. Daarvoor was het noodzakelijk dat ze ook een redelijk gecompliceerde conversatie met hen konden hebben. Er zijn, naar ik uit oude geschriften begrepen heb allerlei vreemde kruisingen tussen de Anunnaki en levende wezens hier op aarde gemaakt. Misschien wilden ze in eerste instantie wel alleen maar weten of DNA van aardse wezens wel te combineren viel met het hunne. Een paard met een mensenhoofd kennen we uit de mythologie als een centaur; een leeuw met een mensenhoofd als een sfinx. Je kunt natuurlijk denken dat de figuren uit de mythologie verzonnen wezens waren en dus als sprookjesfiguren beschouwd kunnen worden. Ik zie die mening echter als een misvatting. Als we alleen maar kijken naar de afschuwelijke mensonterende proeven die mensen als Mengele gedurende de tweede wereldoorlog op gevangenen in de concentratiekampen deden en je stelt je, denkend aan Sodom en Chomorra de gewelddadigheid van de Anunnaki voor, dan zul je wellicht sneller tot de conclusie komen dat deze lieden zich helemaal niet aan wetten of gewetensbezwaren hielden en gewoon deden waar ze zin in hadden. Er is eigenlijk betrekkelijk veel dat we niet alleen niet weten, maar waar we vermoedelijk ook moeilijk achter komen. Ongetwijfeld hebben de Anunnaki elektronische dataopslag gebruikt die tot nu toe bij mijn weten nog niet gevonden, laat staan ontcijferd is. Vast lijkt in elk geval wel te staan dat de enige mogelijkheid om een wezen te creëren dat kon leren praten was dat in elk geval die eerste prototypes, zeg maar Adam, uit een Anunnaki draagmoeder voortkwamen. Als het DNA van een Anunnaki man kwam en in een homonide tot leven kwam, dan kon de nakomeling niet leren praten. Vrouwen leveren trouwens sowieso meer erfelijk materiaal. Denk aan de mitochondriën, die in groten getale in de eicel voorkomen, maar niet in de spermacel.

Het resultaat, de homo sapiëns, wij dus is dus eigenlijk een genetisch experiment. Wij mogen hier dan als soort mogelijk een aantal tienduizenden jaren rondlopen, wij blijven echter een exoot, een soort dat hier met kunst – en vliegwerk is gemaakt, maar dat nooit natuurlijk in de Aardse ecologie heeft gepast. Ik las bijvoorbeeld ook eens ergens dat er in het DNA van chimpansees enkele fouten zitten, maar het DNA van de mens barst van de fouten. Daarbij komt het hele rassen verhaal met alle verschillen in uiterlijk. Misschien zijn de verschillen ontstaan door natuurlijke selectie op basis van de klimatologische omstandigheden. Lijkt me niet onmogelijk. Anderzijds lijkt het ook niet vreemd als verschillende experimenten door onze scheppers, uitgaande van gedifferentieerde doelstellingen – wat moest die mens kunnen? – tot de verschillende rassen hebben geleid. Daarna zullen ongetwijfeld de spontane kruisingen tot het eindresultaat hebben geleid dat geen enkel mens gelijk is aan enig ander mens.

Niettemin moeten we niet vergeten dat er een belangrijke fase in het bestaan van onze soort is geweest dat er een groot aantal serieuze pogingen is gedaan om ons te vernietigen. Ik ga ervan uit dat in elk geval het hoogste gezag bij de Anunnaki op enig moment heeft besloten dat het project was mislukt en dat de resterende resultaten moest worden vernietigd. Overigens staat er in de Bijbel wel iets over wat er gedaan werd met ongewenste kruisingen. Toen de mensen zich begonnen te vermeerderen werd er toezicht gehouden op de verschillende groepen. Die groepen nieuwe mensen zaten vaak verspreid over vrij grote gebieden. Te voet of met een landvoertuig het gebied in trekken was waarschijnlijk geen handige optie. Vanuit de lucht ging sneller. Om die reden leerden de Anunnaki de mensen vuur maken dat flink moest roken. Op die manier waren de mensenconcentraties van uit de lucht gemakkelijk te vinden en onder controle te houden. Wanneer er echter van tijd tot tijd terug kruisingen met de natuurlijke homoniden plaatsvonden dan leverde dat een genetisch ongewenst resultaat. De Bijbel zegt daarover dat die ongewenste gevolgen van wat wij nu bestialiteit zouden noemen werden mee genomen en uitgeworpen in de buitenste duisternis. Je kunt er dus van uitgaan dat de Anunnaki dat soort door de ongehoorzame mens zelf veroorzaakte kruisingen tussen mens en homonide niet toestonden maar in de ruimte uit het ruimteschip wierpen, een vorm van ultieme wreedheid. Veel genadeloze wreedheid ligt dus aan de basis van onze soort. Duidelijk is in elk geval wel dat wij niet echt veel liefde en belangeloze zorg van onze makers hebben meegekregen. Als we maar iets van de erfelijke eigenschappen en de aard van de Anunnaki hebben geërfd dan zit daar toch in elk geval een flinke dosis onvriendelijke egoïstische agressie in, kortom de eigenschappen die nodig zijn om moeilijkheden te overwinnen en vijanden natuurlijk.

Wat kan er nu in deze grimmige tijd waar, zoals altijd de leiders die zich met de ellebogen naar voren hebben gewerkt – andere leiders hebben we eigenlijk nooit – en die zich op basis van hun bevoorrechte positie het langs veilig kunnen voelen, verwachten. Tja, dat ziet er voor ons, de gewone mensen niet al te best uit. De oorlogsspanning wordt alsmaar opgevoerd. De wapenindustrie, die in handen is van de wereldelite, vindt verdienen over de gebroken lichamen van soldaten en andere oorlogsslachtoffers het allerbelangrijkste. Hun motto lijkt te zijn: als zij sterven voel ik daar niets van. Het ruimt lekker op en ik houd er veel rijkdom aan over. En ja, helaas is dat meedogenloos waar.

Onzichtbare werkelijkheden?

Wordt dit nou sciencefiction of pure fantasie of misschien wel een mogelijke werkelijkheid? De tijd zal het leren.

Mijn idee – of ideeën kan ik beter zeggen over de werkelijkheid botsen eigenlijk met alles wat ik geleerd heb enerzijds en anderzijds passen ze in het geheel waarin de normale werkelijkheid zich afspeelt. Ik heb het over de schalen binnen en daarmee ook weer buiten  de normaliteit, wat de toestand betreft die we in gewone uitingen van onze medemensen aantreffen.

Wat ik mij altijd heb afgevraagd is of de stoffelijke werkelijkheid die wij kennen en ervaren de enige werkelijkheid is, of dat er misschien in andere frequentiebereiken meer materiële werkelijkheden mogelijk zijn.

Als je met dergelijke vraagstukken in je hoofd rond loopt kun je niet zomaar even iets op het internet opzoeken. Daarvoor heb je iemand nodig van wie verwacht kan worden dat de portee van de vraag wordt begrepen. Ik had het geluk dat ik eenmaal iemand ontmoette die ik over dit onderwerp vragen kon stellen. Hij was een hoogleraar theoretische fysica en wiskunde met emeritaat. Klinkt geweldig hoogdravend als ik het zo neerschrijf want hoe kom ik bij zo iemand terecht.

Nou ja, hij kwam min of meer toevallig bij mij terecht.                 Mijn vrouw had een bedrijf waarin zij bij kortlopende onroerend goed huur bemiddelde. Deze hoogleraar was, zoals gezegd, met pensioen. Zijn dochter bezat een appartement in onze woonplaats Hilversum dat zij wilde verhuren. Maar omdat ze zelf druk met haar werk was had ze haar vader gevraagd bij mijn vrouw in de zaak de verhuur te regelen.

Af en toe hielp ik wel in de zaak en toen deze man binnen kwam zat ik toevallig achter een van de computers en ontving hem, noteerde zijn gegevens, maar raakte daarna ook met hem aan de praat. Toen ik hoorde en begreep wat hij in zijn werkende leven had gedaan besloot ik hem een vraag te stellen. Ik zal hieronder die vraag formuleren, maar eerst lijkt het me nuttig om uit te leggen waarover en waarom ik een vraag wilde stellen.

In de eerste plaats moet ik vertellen waar dit deel van de fysica over gaat: De theoretische natuurkunde of theoretische fysica is de tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met het vormen van nieuwe natuurkundige theorieën. Daarmee onderscheidt deze tak zich van de experimentele natuurkunde, die theorieën door middel van experimenten bevestigt of weerlegt, en de technische natuurkunde, die de ontdekte natuurkundige wetten toepast in bijvoorbeeld de machine-industrie, de vliegtuigbouw of in energiecentrales. (dit stukje kon ik gelukkig wel van het internet halen)

Ik wilde dus een vraag naar een theoretische mogelijkheid stellen:

De materie bestaat, zoals de meeste mensen wel weten, uit moleculen die weer uit atomen bestaan. Die atomen bestaan uit zogenaamde subatomaire deeltjes: protonen, elektronen en meer. Die elektronen worden geacht als planeten rond een kern van protonen te draaien. Die deeltjes bestaan echter niet zoals we ons misschien voorstellen uit vaste stof. Het zijn elektromagnetische golfjes die om hun eigen as draaien heel klein en heel snel. We kunnen wat de afmetingen betreft dan ook niet spreken van centimeters of millimeters. Die kleine afstanden worden gemeten in ‘Ångström’, dat is een honderd miljoenste van een centimeter. Dat is behoorlijk klein en het zit allemaal zo dicht op elkaar dat wij het waarnemen als een vaste en ondoordringbare stof, behalve natuurlijk als we met vloeistoffen te maken hebben.

Nu ja, mijn vraag zal de meeste mensen wel wat vreemd voorkomen, maar ik moest denken aan de verhoudingen tussen de klanken die we horen kunnen en de kleuren die we zien kunnen. Bij de klanken die we kunnen horen hebben we aardig wat ruimte, zeker als we nog jong zijn en onze oren niet door snoeiharde muziek of ander lawaai bedorven zijn dan kunnen we wel acht of negen octaven horen. Sommigen van ons staan te lang bloot aan gehoor beschadigend lawaai maar zullen dan toch altijd nog meerdere octaven kunnen horen.

Als we dan naar de prestaties van onze ogen kijken dan bereiken we daarmee maar één enkel octaaf: van donkerrood (infrarood wat een lagere frequentie heeft voelen we wel als warmte, maar zien we niet) tot violet (van ultra violet worden we wel bruin of verbranden we zelfs, maar zien we niet). De frequentie van donkerrood, het aantal trillingen per seconde tot aan het einde van het zichtbare spectrum is ongeveer tweemaal zo groot. Overigens drukken we de kleuren meestal uit in hun golflente waardoor de golflengte van rood licht ongeveer tweemaal zo lang is als die van violet licht. Maar één octaaf dus.

Nou goed die elektronen en protonen hebben zo’n kleine golflengte dat wij ze allemaal als één geheel zien, een stuk ijzer of een houten plank. Die atomen en die subatomaire deeltjes zijn voor onze ogen te klein.

Wat ik nu echter van die hoogleraar theoretische fysica wilde weten was of het misschien ook mogelijk was dat die subatomaire deeltjes eventueel ook in hogere of juist lagere octaven zouden kunnen bestaan. Per slot van rekening moeten we er toch niet van uit gaan dat iets wat wij niet kunnen waarnemen daarom ook niet bestaat. Als ze namelijk in lagere octaven kunnen bestaan worden hun golflengtes, dus ook hun formaat steeds een factor 2 groter of misschien nog wel meer, maar wel onzichtbaar – nou ja, voor ons dan.

Gelukkig begreep deze hoogleraar mijn vraag, al moest hij toegeven dat hij daarover nog nooit had nagedacht. Hij zei dan ook: dat zou best kunnen, maar dan is de materie die daarmee gevormd kan worden voor ons te ijl om te zien. Nou, je begrijpt wel dat ik voor zulke theoretische materie die wij wel is waar niet kunnen waarnemen, maar die toch kan bestaan, een naam moest bedenken en hoe de fysica die daarover gaat dan zou moeten heten. En toen kwam ik uit op “Megafysica”. (mega is groot, maar dat wist je waarschijnlijk wel)

In die nieuwe natuurkunde die ik zojuist had verzonnen zouden in principe de zelfde mogelijkheden zijn die in de ons bekende natuurkunde mogelijk zijn. Het zou tenslotte gewoon een andere werkelijkheid zijn. We hebben alleen nog niet bedacht hoe we dat waar kunnen nemen, maar zeg nou maar eens – nou ja voor de aardigheid dan he – dat onze werkelijkheid zich afspeelt binnen een heel groot megafysich levend lichaam dat wij niet kunnen waarnemen, maar dat zich bijvoorbeeld dezelfde dingen afvraagt als ik en zich dus ook van ons bestaan bewust is. Nou, als ik nou verder fantaseer dan kan zo’n wezen ook ziek worden waardoor er dan in onze werkelijkheid weer allerlei onbegrijpelijke dingen gebeuren die we pas kunnen snappen als we die hele megafysica die ik nou net heb verzonnen, maar die misschien wel bestaat, ook helemaal begrijpen.

Nou, dat vraag ik me dan af, snap je?

Trouwens, dit oude idee, waarvan ik me herinner dat ik er wel eens meer over heb geschreven, kwam weer bij me op toen ik begon met het boek ‘De Droom’ van David Icke te lezen. Hij is al veel langer bezig met andere – en voor ons niet zo gemakkelijk waarneembare bewoners van onze en andere planeten.

Wat ik nu met dit soort merkwaardige schrijfsels wil bereiken, vraag je jezelf misschien af. Tja, helemaal precies kan ik dat eigenlijk niet zeggen. Ik denk dat ik gewoon probeer af te tasten of er misschien nog iemand van die vreemde fantasieën heeft als ik. En dat die dan contact met me zoekt of zoiets…