vooral niet doen wat kan, want dat mag niet… ja. van wie eigenlijk?

Dit is wat mij betreft een erg beladen onderwerp, daar om schrijf ik er maar een vage titel boven in de hoop dan niet overal de haren direct al overeind gaan staan.Het gaat over wat mag en wat niet mag. En dan heb ik het niet over allerlei vormen van misdaad, want daar is ongeveer wel duidelijk wat niet mag, hoewel de grenzen wel steeds worden opgerekt. Nee, ik heb het over de veranderingen die tegenwoordig mogelijk zijn aan te brengen in ons genetisch materiaal.Het is werkelijk verbijsterend wat er met bijvoorbeeld de “crispr cas” methode gedaan kan worden om genen te veranderen en daardoor erfelijke eigenschappen te beïnvloeden.

Stel je even voor: de kosten voor de gezondheidszorg rijzen de pan uit. Dramatische tv uitzendingen zien we langskomen als die verdorven op winst beluste verzekeraars weer eens een peperduur middel – waarvan de prijs door de fabrikant natuurlijk ook tot idiote hoogte is opgepompt – weer eens niet betalen waardoor het arme erfelijk belaste kind moet sterven, de wanhopige ouders in diepe smart achterlatend, omdat ze niet rijk genoeg zijn om de prijs te betalen.

Triest hoor kan ik je verzekeren. Ik zelf ben namelijk een ervaringsdeskundige op het gebied van kinderen met een dodelijke erfelijke afwijking. Uit het huwelijk met mijn eerste echtgenote werden twee kinderen geboren. Allebei CF kinderen, de taaislijmziekte die de levensverwachting van een kind ongeveer halveert, nog afgezien van de medische ellende, ziekenhuisopnames chronisch medicijngebruik. Voor een ouder is het angstig en verdrietig om aan te zien en voor de samenleving uitermate kostbaar. Ons oudste kind is ons na een leven vol medische ellende op zesendertigjarige leeftijd ontvallen. Ik kan me geen enkel jaar van haar korte leven herinneren zonder ziekenhuisopname of uitvoerige medische onderzoeken en behandeling. Ons jongste kind is weliswaar al zevenenveertig, maar ook haar leven is een aaneenschakeling van medische ellende.

Er is veel verhitte discussie geweest over de vraag of het ethisch en moreel verantwoord kan zijn zo vroeg mogelijk te aborteren als wordt vastgesteld dat bij ouders die drager zijn van dat CF gen een CF baby wordt verwacht. Zulke ouders hebben namelijk volgens de wetten der erfelijkheid slechts vijfentwintig procent kans om zo’n kind te krijgen, dus is er vijfenzeventig procent kans op een gezond kind dat dan overigens wel drager is van het CF gen. In ons geval was er een doodgeboren eerste kind, dan de oudste dochter, daarna nog eens een miskraam en tenslotte het tweede CF kind. De kansen op een CF kindje waren daardoor in ons geval een stuk hoger.

Het confessionele, religieuze deel van de samenleving is van menig dat elk mens het leed dat hem door de natuur (zij zeggen God) te dragen wordt gegeven op zich moet nemen en zonder klagen moet accepteren. Zij zeggen letterlijk: Niet klagen, maar dragen en vragen om kracht. Ook zeggen ze dat de hele gelovige wereld bewijst dat zij gelijk hebben. Bij mij roept het echter een dwingende vraag op, namelijk of het leven mooier en levenswaardiger wordt als je gehandicapte kinderen hebt in plaats van gezonde. Het leven met kinderen met erfelijke ziekten vraagt namelijk zoveel extra inspanning, geeft zoveel zorg en verdriet. De dromen die een jong stel op hun trouwdag heeft veranderen gaandeweg in een uitzichtloze nachtmerrie.

Nu kan ik me voorstellen dat geloof je helpt je ellende te verdragen, maar dat het leven van ouders met gehandicapte kinderen er mooier en beter door wordt lijkt me uiterst onwaarschijnlijk.  Als je namelijk eerlijk bent had je toch veel liever gezonde kinderen gehad die de prachtige uitdagingen die het leven biedt aankunnen, in plaats van dat soort gezinsgeluk slechts bij anderen te zien.

Niet klagen maar dragen en vragen om kracht… zijn we dan domme pakezels die onvermijdelijke slaag van de meester moeten verdragen, of zijn we intelligente wezens die altijd met alle beschikbare middelen weer zullen proberen een mooi en goed leven te hebben. Mij lijkt het laatste de meest voor de hand liggende levenshouding. En ik ben dan ook van mening dat minstens het oplossen van erfelijke ziekten door toepassing van de technieken die nu beschikbaar zijn niet alleen gewenst, maar ook geboden is. Als we de kansloze menselijke ellende zien die dag in dag uit met grote barmhartigheid, maar ook ten koste van schier onmetelijke inzet en middelen nauwelijks kan voortleven, dan moeten we toch elke kans aangrijpen om de ziekmakende erffactoren te corrigeren.Wat mij in deze ergert en daardoor voortdurend noopt hierover te schrijven is dat zoveel mensen door het nooit bewezen geloof in een hogere macht blijven proberen tegen te houden dat onze wetenschappers zonder beperkingen methoden kunnen ontwikkelen waarmee de mens in elk geval lichamelijk zo vervolmaakt mogelijk kan worden en zonder opmerkelijke ziekteprocessen gelukkig en actief oud kan worden. Dat is toch wat ieder mens die niet volledig zijn verstand kwijt is graag wil.

Ik respecteer die mensen die al die bezwaren hebben tegen het ingrijpen in de erfelijke eigenschappen van de mens. Hun vraag ik alleen hun op geen enkele bewijsbare werkelijkheid berustende opvatting slechts op zichzelf toe te passen. Per slot van rekening kunnen hun kinderen er ook niets aan doen dat hun ouders dergelijke onhoudbare opvattingen aanhangen.

Kortom, ik breek een lans voor onbeperkt genetisch onderzoek. En ja, er zullen uitwassen zijn, waarvan we zeggen: dat lijkt mij niet wenselijk. Het antwoord daarop moet zijn: als jij dat niet goed vindt moet jij dat niet doen. Alleen zo zal er gaandeweg een balans ontstaan, waarin de mens werkelijk heerser in zijn eigen leven is, zoals elk mens zichzelf ongetwijfeld bedoeld heeft.

Voorlezen

Vroeger, toen ik onderwijzer was op wat toen de lagere school heette, vond ik het al leuk om voor te lezen. In die tijd was de concurrentie met allerlei media die tegenwoordig iedereen in tas of broekzak bij de hand heeft nog niet aanwezig. Ik hoefde het dus niet op te nemen tegen de filmpjes op YouTube die iedereen tegenwoordig op zijn smartphone kan bekijken.

Op zaterdagmorgen gingen we nog naar school in die tijd. Tegenwoordig zou dat totaal onbespreekbaar zijn maar ach, we waren het gewend. Zelf moest ik als kind en als middelbare school leerling ook op zaterdagmorgen naar school. Nee, sterker nog, als je er vaker dan gemiddeld uitgestuurd was moest je op zaterdagmiddag ook nog terug komen om allerlei overigens nooit echt vervelende strafklusjes te doen. Die zaterdagmorgen is in mijn herinnering nooit echt vervelend geweest. ’s Middags had je vrij en zelf gebruikte ik het laatste uur na de pauze altijd om in mijn klasje voor te lezen. Een enkele keer, als er storm op komst was en de kinderen erg rumoerig waren, kon er wel eens gedreigd worden dat het voorlezen niet door ging. Dat bleef echter altijd bij een dreigement, want dat was ruim voldoende om de betrekkelijke rust weer te doen terugkeren.

Nu, vele jaren later, vind ik voorlezen nog steeds leuk. Gelukkig hebben de spraaklessen die we tijdens onze onderwijsopleiding kregen goed geholpen, want ik krijg eigenlijk nooit last van mijn stem, hoe lang ik ook voorlees.

Al jaren schrijf ik. Het is geen overweldigende productie die ik tot nu toe heb geleverd: twee sciencefiction romans en een verhalenbundel zijn tot nu toe door mijn uitgever, Schrijverspunt, uitgebracht.

Maar ja, er zijn natuurlijk vele al dan niet getalenteerde schrijvers. De boekenmarkt is overvol. En of het nu aan mijn onbekendheid lag of aan de kwaliteit van mijn werk of juist aan het ontbreken van een behoorlijke smaak bij het publiek – wat volgens mij natuurlijk het geval is –  weet ik niet, maar nadat mijn prachtwerken een jaar in nagenoeg alle internet boekwinkels gestaan hadden liet mijn uitgever weten dat mijn titels zo weinig verkocht werden dat de kosten van de internetwinkels hoger waren dan de opbrengsten van mijn boeken. Einde verhaal.

Ik was uiteraard teleurgesteld, maar toen heb ik gereageerd met de mededeling dat ik bezig was er audioboeken van te maken. Tot mijn grote verrassing liet Schrijverspunt mij weten dat mijn boeken in dat geval op de markt bleven, als ik maar die audiopresentaties aanleverde.

Dat heb ik gedaan en tot mijn grote genoegen kreeg ik daarna het verzoek meer boeken voor te lezen.

Nu zit ik elke dag een uur of vijf voor te lezen in mijn zelf ingerichte thuisstudio. Gelukkig heb ik de goede apparatuur en programmatuur tot mijn beschikking, omdat ik altijd al audio bewerking deed.

Voor mijn uitgever, Schrijverspunt, ben ik nu halverwege het vijfde audioboek.

Ik lever alles keurig in stereo en op mp3 format aan, want grote bestanden kan ik dan versturen met het programma We Transfer. Uiteraard kan ik zelf niet beoordelen of het prettig is om naar mijn stem te luisteren. Zelf vind ik natuurlijk van wel. Dus, mocht iemand van mijn lezers tekst hebben die nodig met veel gevoel en de juiste accenten voorgelezen moet worden, dan is daar met mij onder alleszins redelijke voorwaarden over te praten.