Medische missers

Gedurende zijn werkzame leven als arts – anesthesioloog en ook jaren daarna als columnist kon professor Bob Smalhout geweldig fulmineren tegen onzorgvuldigheden door artsen en andere medische behandelaars . Ooit verscheen er zelfs een boek onder de titel “Medische Missers” door hem in samenwerking met een schrijvend journalist samengesteld.

In mijn vorige blog, Katalyse, raakte ik weer even aan de neiging van de wereldwijde farmaceutische industrie, om de eigen producten altijd beter te vinden en naar voren te schuiven onder het luidkeels ontkennen van de waarde van geneeskrachtige middelen van andere oorsprong.                                                                                                           Ik ging er op dat moment al schrijvend vanuit dat ik – niet dat men zich binnen die industrie daarvan iets zou aantrekken – weer een flinke oorveeg had uitgedeeld en dat het onderwerp voorlopig wel weer een poosje kon rusten.

Nu is er binnen mijn eigen familie iets voorgevallen waarvan ik, een beetje tot mijn spijt, de internationale pillendraaiers niet rechtstreeks de schuld kan geven. Ik zeg het een beetje onbeleefd, de pillendraaiers. Maar van hen kan in elk geval nog met enige zekerheid gezegd worden dat ze verstand hebben van wat ze doen en maken.                                     Nu, dat laatste geldt zeker niet voor de verzekeraars.

De omissie waarover ik nu schrijf betreft een vrouw van midden veertig. Zij is een CF-patiënte. (Cystische Fibrose = de taaislijmziekte) Deze vrouw heeft afgezien van haar levensbedreigende kwaal die haar dagelijks kwelt en veel pijn bezorgt  inmiddels ook al een periode doorgemaakt waarin ze leed aan Non Hodgkin, een levensbedreigende lymfeklierkanker. Daar heeft ze zich moedig doorheen gevochten. Haar ziekte brengt echter mee dat er soms een heel zware antibioticakuur nodig is die alleen per infuus gegeven kan worden. Tot voor kort ging dat – laten we zeggen – zo goed als het gaan kon. Het betreffende middel moest in twee toedieningen, verdeeld over de dag worden gegeven. Dat betekende natuurlijk een hele opname dag of twee dure want deskundige huisbezoeken. Maar toen kwam – ja ik weet het, ik heb het een poosje niet over hem gehad – de verzekeraar. Die zei, uiteraard zonder verstand van zaken en zeker zonder aanzien des persoons: ‘twee dingen. In de eerste plaats kan dat middel, Tobramycine, wel van een goedkoper adres worden betrokken en in de tweede plaats lijkt het ons niet nodig om er zo lang over te doen om het bij een patiënt naar binnen te brengen. Het moet in één keer, want meer werk betalen we niet.’

Die vrouw heeft door deze verzekeringsmisdaad – ik kan het niet anders zien – nu een onherstelbaar beschadigd evenwichtsorgaan. Tot voor kort kon ze nog met de auto zelf ergens komen. Nu niet meer. Nu beweegt ze zich slingerend en onzeker voort, voortdurend duizelig.

Gezien in het licht van wat er op de wereld gebeurt is dit natuurlijk klein leed. Voor mij komt het echter net iets te dicht bij, want die vrouw is mijn jongste dochter, haar zeven jaar oudere zus hebben we al in het jaar tweeduizend aan de taaislijmziekte verloren. En, weet je, ik ben eigenlijk te verbijsterd om nog boos te kunnen zijn. Kennelijk gaat het bij verzekeraars alleen maar om geld.                                                                                         Dat is, wat mij betreft, de enige zekerheid die ze altijd bieden.

 

 

Katalyse.

Een onontbeerlijk verschijnsel in onze werkelijkheid. Zo kun je dit met een gerust hart noemen. Ondanks de ogenschijnlijk grote vrijheid van handelen die we tegenwoordig hebben (als we maar betalen). Wanneer het gaat om onze gezondheid, lijkt het hoofddoel van de verdedigers der farmacie toch altijd nog gelegen in het van de weg rijden van alle vormen van geneeskunst die niet van doen hebben met hun producten. Kinderachtig, zou je misschien denken, maar vergis je niet. Er zijn wereldwijd grote financiële belangen mee gemoeid. Sterker nog, de farmaceutische industrie is een van de grootste economische spelers in de westerse wereld. Nobel, en altijd werkend voor onze gezondheid is het imago dat men daar nog altijd probeert op ooghoogte te houden…

Soms word ik plotseling geconfronteerd met iets dat wordt gepresenteerd als een panacee, een middel dat alles geneest. Hele en halve claims, vaak slecht of niet onderbouwd, moeten de lezer dan duidelijk maken dat dit wondermiddel voor hem of haar wezenlijk van levensbelang is. En – haast ik mij nu erbij te zeggen – soms is dat ook zo, maar kan de schrijver van de wervende tekst niet op de juiste argumenten komen om het onderhavige betoog de nodige werkelijkheidswaarde mee te geven.

Stel, je hebt iets gevonden – laten we het voorlopig even een ‘gezondheidsmiddel’ noemen, dat keer op keer blijkt een sterk positieve invloed te hebben op het welbevinden van mensen. Word nou niet te enthousiast. Schaats nou niet in je zelf gehakte wak. Er wordt namelijk vals lachend op je gewacht als je dom genoeg bent om te roepen dat je gelijk hebt omdat je het toch met eigen ogen ziet en zo meer.

Maar ja, eigenlijk heb je er geen idee van hoe het werkt. De wetenschap der fysiologie is dermate ingewikkeld dat je erg moet oppassen met claims. Voor je het weet is een scherpzinnige betweter bezig jouw betoog te verwijzen naar het grote ‘Placebo rijk’.           Tja, en daar zit je dan weer met je wondermiddel.

Kort geleden kwam ik een reeks middelen tegen die gemaakt waren van de edelmetalen zilver, goud en platina. Ik las vele getuigenissen van mensen die met behulp van deze middelen aan de allerergste lichamelijke beproevingen waren ontkomen. Veel enthousiaste verhalen over hoe ziek ze eerst waren en hoe gezond ze nu zijn.

Ook las ik de bekende afkrakers, de zogenaamde echte wetenschappelijke criticasters, die met sterke argumenten uitleggen waarom het door bovenbedoelde enthousiastelingen beweerde absoluut niet waar kan zijn en slechts berust op suggestie. Hun argumenten zijn – en dat weten ze heel goed – vaak in hoge mate steek houdend.

In dit geval schreven ze bijvoorbeeld dat goud en platina wel een grote aantrekkingskracht op de mens hebben, maar dat juist die metalen zich als edelmetalen nergens mee kunnen verbinden en dat er daarom geen geneeskrachtige werking vanuit kan gaan. En inderdaad, goud en platina gaan nauwelijks of niet chemische verbindingen aan. Dat is waar.                                                                                                                                         Vreemd en eigenlijk ook wel behoorlijk hufterig van deze lieden is echter dat ze een heel belangrijk verschijnsel in de chemie verzwijgen: katalyse.                                                     Om dit wonderlijke verschijnsel uit te leggen gebruik ik altijd een voorbeeld uit mijn jeugd.   Op een dag had mijn moeder van een man aan de deur een aansteker voor het gasfornuis gekocht. Nee, piëzo elektrische speeltjes waren er nog niet en het ding had ook geen vuursteentje. Eigenlijk was het niet veel meer dan een staafje met een opgerold draadkokertje aan het einde waardoorheen een heel dun draadje liep. ‘Kijk,’ zei mijn moeder vol trots, ‘dat is platina.’                                                                                               ‘Nou en,’ riepen Vader en ik smalend.                                                                                     ‘Daarmee kun je het gas aansteken,’ zei mijn moeder, al zwakjes in de verdediging.           ‘Die man heeft het laten zien hoor.’                                                                                           ‘Je hebt je een oor laten aannaaien,’ zei mijn vader hoofdschuddend, maar hij liep toch mee naar de keuken en daar aanschouwden wij het wonder: moeder draaide de gaskraan open en hield het platina draadje in het uitstromende gas. Het draadje  begon te gloeien???? Ja, echt waar… en het gas floepte aan.                                                               Dat draadje is een hele poos mee gegaan, tot het op een dag doorgebrand was.

Kijk, dat is nou een prachtig voorbeeld van katalyse: de in-uit deelname van een chemisch element. Er gebeurt iets in de ‘aanwezigheid’ van iets of iemand wat zonder die aanwezigheid niet kan gebeuren. Zowel in de chemie als in de fysiologie als in de mensenmaatschappij is het verschijnsel katalyse onontbeerlijk. Jammer dat de farmaceuten ons liever niet met dit idee in aanraking laten komen en bij voorkeur roepen dat iets niet kan.

Het lange verhaal kort:                                                                                                           We hebben het product ‘Goudwater’ dat eigenlijk colloïdaal goud moet heten, een product dat in een aantal gevallen duidelijke werkzaamheid laat zien en dat door de wetenschap eigenlijk direct al in de sloot gegoten wordt. Dat is dom en jammer. Van platina weten we natuurlijk de katalytische werking, dat wordt zelfs in de uitlaten van auto’s toegepast.         Katalyse maakt allerlei processen mogelijk of verbetert ze sterk.                                           Dat zal zeker het geval zijn bij de Nano deeltjes van de edele metalen die in dit product zitten en die letterlijk overal in ons lichaam hun katalyserende werk kunnen doen en er zo voor zorgen dat alle levensprocessen in dat vaak weerbarstige lijf van ons een beetje beter, vlotter, lekkerder verlopen.

Jaren geleden – misschien heb je hem toen wel op de Tv gezien – was er een man die een goedkope en eenvoudige manier had ontdekt om brandwonden te behandelen. Die man was fysiotherapeut en hij goot op de Tv kokend water over zijn arm om te laten zien dat zijn methode werkte. Zijn methode bestond uit olie, gewone zonnebloemolie, waarin heel veel keukenzout was opgelost. Hij liet onder het toeziend oog van artsen en verder heel Nederland zien dat zijn middel werkte. Wat je noemt een moedige man met een visie. Zijn middel werkte uitstekend. Hij kreeg geen brandwonden op de plek die hij met kokend water had overgoten. Maar als je nou denkt dat Nederlands beroemdste brandwonden centrum in Beverwijk er iets mee ging doen, dan heb je het mis. Wat deze brave fysiotherapeut deed was in strijd met de zeer ingewikkelde medische etiquette. Hij had vergeten een hotemetoot in te schakelen. In medicaland worden successen alleen behaald en geaccepteerd als mannen van naam ermee aankomen. Ondanks dat het hele land kon zien dat deze fysiotherapeut gelijk had werd zijn middel niet toegepast.

Oh ja, wat die edele metalen betreft, je moet ze wel regelmatig gebruiken. Niet altijd hoor, maar af en toe een poosje. Zulke metalen blijven nou eenmaal niet in je lichaam. Ze verbinden zich immers nergens mee; daarvoor zijn het nou edele metalen.                           Maar, wees eerlijk, eten en drinken moet je toch ook blijven doen?

 

Budgetpil = gelegaliseerde mishandeling

Heb je het ook gelezen of gehoord, of heb je zelf nooit medicijnen nodig? Nou, dan hoor je bij de gelukkigen of misschien kan ik beter zeggen: dan behoor je tot de mensen die tot nu toe in elk geval medisch niet bewust in gevaar worden gebracht.

Ik lees net in de krant – het is natuurlijk al veel langer bekend – dat tien procent van de medicijngebruikers die op een goedkoper zogenaamd ‘loco’ worden gezet hun leven langzaamaan in een hel zien veranderen. Stel je maar even voor. Je trouwe huisarts schrijft je een middel voor omdat je een hoge bloeddruk hebt. Middel werkt prima. Jij tevreden. Maar dan.                                                                                                          Komt je verzekeraar om de hoek en die zegt: ‘Ja, dat gaat allemaal wel lekker met jou, maar zo kunnen we niet doorgaan. Wat zeg je? Ja, dat weten we wel dat je de afgelopen tien jaar elke maand zo’n honderd eurootjes naar ons toe hebt geschoven, maar dat is eigenlijk allemaal niet genoeg weet je. Die pillen van jou zijn ons te duur. als we zo doorgaan verdienen we geen flikker. Dus kort en goed, jij krijgt goedkopere pillen waar het zelfde in zit. Nee, niet de zelfde ballaststoffen, daar gaat het nou net om. We hebben nou een fabrikant in Verweggistan die voor ons voor een scheet en drie knikkers die pillen van jou draait. En nou moet je ophouden met zeuren dat je tanden uit je bek vallen en dat je hoofdpijn krijgt en dat je huid helemaal schilferig wordt. Nee, luister nou. Daar gaat het helemaal niet om. Je hebt die pillen voor je bloeddruk en daar werken ze voor. Voor ons is dat een stuk goedkoper en als je toch je oude pillen weer wil hebben dan betaal je ze zelf maar. Wat? nou toch weer een hoge bloeddruk? Ja, dat komt natuurlijk om dat je de hele dag over die pillen loopt te zeiken.                                                                                           ”Zie zo, dat was dat. Afpoeieren die gasten, in ieder geval tot de overheid ingrijpt, maar dat kan lang duren en mocht dat het geval zijn, nou dat gaan onze vertragingsjuristen aan het werk en dan kan het nog jaren duren voordat we weer verantwoorde medicatie moet gaan vergoeden.

Wat denk je, best lezer van mijn blogjes. Denk je dat ik overdrijf. Nou, laat ik er dit van zeggen. Inhoudelijk is het correct en waarschijnlijk erger, maar natuurlijk wordt de boodschap naar het volk in keurig en verhullend en daarmee uiterst verneukeratief taalgebruik gebracht.

Stelling, en laat me maar weten of je het ermee eens bent: Bewust het feit negeren dat heel veel goedkopere medicijnen voor een groot deel van de gebruikers nare tot levensbedreigende bijwerkingen hebben staat gelijk aan mishandeling en behoort krachtig te worden vervolgd.