Cocon

Misschien was ik nauwelijks zichtbaar toen ik aan de bouw van deze cocon begon.        Ik weet niet meer zeker of ik heel gerichte plannen had toen. Natuurlijk, het was voor de zoveelste keer weer het begin van alles dat komen ging. Mijzelf kennende denk ik echter dat ik eerder een soort van dromerige verlangens koesterde dan dat ik echt omlijnde plannen had.                                                                                                        Wel had ik uit de beide grondstoffenbanken bepaalde kenmerken meegenomen die mij handig en nuttig leken om bij me te hebben. Ook een hoop rommel trouwens, waarvan ik later meer last had dan me lief was. Eerlijk gezegd ging het allemaal nog al haastig. Het was op een avond, vroeg in de zomer, dat ik merkte dat er een kansje was om met de bouw te beginnen. Ik kan me eigenlijk niet eens meer goed herinneren hoe ik het wist. Er was ergens een dansfeestje, het is allemaal vaag hoor, waar ik was uitgenodigd. Nou ja, uitgenodigd was ik eigenlijk niet, maar ik dacht dat ik daarbinnen een bekende zag. Volgens mij merkte daar niemand op dat ik daar rond hing, want degenen die ik meende te kennen waren hele andere figuren. Nee, wacht, iemand had me gezegd dat het daar gezellig was en dat zij zelf ook gingen, maar toen ik daar aangekomen naar hen toe ging leken ze dat wel vergeten. Heel druk en intiem waren ze met elkaar. Later gingen ze naar buiten. Ze liepen een poos hand in hand langs het strand. Ach weet je, het waren eenvoudige luitjes. Hoewel, veel later heb ik wel gemerkt dat hij wel heel mooie kenmerken had. Zij was eigenlijk alleen maar lief, een beetje angstig maar lief.                                                                                                                Ik weet nog wel dat het een zachte avond was en dat ik toen hoopvol vlak achter hen aan in met hen mee liep. Je snapt natuurlijk dat ik mijn kans moest afwachten. Ja, je mag of je mag niet. Zo gaat het nu eenmaal altijd.

Nou ja, je moet goed begrijpen dat mijn manier van werken, of liever gezegd mijn manier van beginnen altijd weer van zo ontzettend veel factoren afhangt. Als je wist hoe vaak ik bijvoorbeeld voorafgaand aan die gelegenheid alleen al geprobeerd heb om ergens mee te kunnen doen en de gelegenheid te krijgen om te beginnen met de eerste voorbereidingen van de bouw van deze cocon – of van überhaupt een nieuwe cocon, dan zou je misschien tegen me zeggen: man, man, man, heb je dan nooit gedacht: waar begin ik in vredesnaam aan. Daar heb je op zich natuurlijk wel gelijk in, maar het gekke is dat ik nooit heb kunnen stoppen als ik eenmaal begonnen was.

Achteraf gezien was het ook niet helemaal een gelukkige keuze, nou ja, dat moment en dan die twee wel hoor, die waren prima, maar de hele wereld stond op het punt om in de brand te vliegen. Maar ja, ik was nou eenmaal begonnen en na tientallen keren het bos in gestuurd te zijn denk ik dan – en zo ben ik nog steeds hoor – : kom op, niet zeuren, nu doorpakken. Dat heb ik gedaan. Duidelijk, anders zat ik hier niet.

Ik denk er nog wel eens aan terug, wat een risico ik toen heb genomen.                          Zij had er in het begin helemaal geen erg in dat ik met de bouw was begonnen. Oh nee, ze dacht helemaal nergens aan, alleen aan hem. Ze vereerde hem gewoon, maar ik dacht: ik bemoei me er niet mee. Ik heb mijn werkplaats om te bouwen en als ik klaar ben zien we wel verder. Tja, als huisvesting schaars is en je vindt na heel veel teleurstelling en afwijzing eindelijk een plek om te bouwen, dan moet je niet te veel zeuren. Collega’s die een beetje de zelfde instelling hebben als ik hadden me vaak gewaarschuwd als ik ze tegenkwam. Dan zeiden ze: ‘als je ergens een bruikbare plek voor de bouw hebt gevonden, dan moet je niet te veel rotzooi maken en zeker niet gaan lopen zeuren, want voor je het weet hebben ze ineens genoeg van jouw bouwactiviteiten  en dan flikkeren ze je zo naar buiten.

Eén keer heb ik dat meegemaakt. Nou moet ik wel zeggen dat het grotendeels aan mezelf lag hoor, want ik stookte veel te hard, maar ik had ook niet erg zorgvuldig mijn voorraadbanken uitgezocht. Nou ja, ondoordacht hè, zo ben ik eigenlijk vaak nog wel. Maar ik kan je wel vertellen dat het een afschuwelijke ervaring was die ik mijn ergste vijand niet zou gunnen. Je ligt ineens met je half afgebouwde cocon op de koude stenen. Zeer pijnlijk. Weliswaar maar even, want je loopt natuurlijk weg en je gaat op nieuw op zoek naar twee geschikte – en liefst wel een beetje stabiele voorraadbanken maar, eerlijk gezegd, niet onmiddellijk.  Zo’n ervaring op de koude stenen maakt je toch terughoudend, mij tenminste. Ik weet wel dat ik toen een hele tijd dacht: ‘nou, dan maar niet,’ weet je wel. ‘Ze zoeken het maar uit.’ Ja, dat denk je dan. Maar zo werkt het niet. Je moet! Het zit in je. Soms weet je niet eens waarom.

Deze keer wist ik dat trouwens wel. Mijn vorige cocon was een hele mooie donkere. Ik had het prima naar mijn zin daarbinnen. Maar er was een stelletje afgunstelingen, een overmacht eigenlijk en die ramden mijn mooie cocon kapot. Ik had er nog jaren plezier van kunnen hebben. Je begrijpt natuurlijk dat ik eigenlijk woedend onmiddellijk op zoek ging naar twee geschikte voorraadbanken. Waarschijnlijk is dat ook de reden geweest dat ik minder kieskeurig te werk ben gegaan dan wenselijk was.

De bouw verliep voorspoedig en toen ik klaar was voer ik in mijn nieuwe cocon de buitenwereld in. Het was een prachtige feestelijke zondag en ik dacht: ‘ziezo, ondanks mijn wat haastige keus, toch een goed begin aan mijn leven in deze cocon. Zoals gewoonlijk verwachtte ik dat mijn twee voorraadbanken in hun eigen cocons mij samen een beetje op weg zouden helpen. Dat hadden ze ook graag gewild. Maar zoals ik daarstraks al zei, de wereld stond op het punt in de brand te vliegen. Mijn sterkste voorraadbank vertrok om de brand te helpen blussen. Toen hij vijf jaar later terug kwam was hij ernstig beschadigd, onberekenbaar. Oh, hij was ook wel aardig en inspirerend, maar zijn onberekenbaarheid maakte hem vaak angstaanjagend, voor mij in elk geval.

Vreemd is dat ik door de jaren heen ben gaan denken dat ik mijn cocon ben en niet meer dan dat. Diep van binnen weet ik natuurlijk wel beter. Als ik achterom kijk en ik zie al die cocons die ik heb gebouwd. Elke keer weer vol goede moed, overmoed eigenlijk vaak. Elke keer raakte die cocon weer in verval, soms al na een paar jaar en een enkele keer na bijna een eeuw in de tijd te hebben verbleven.

Ik weet natuurlijk niet hoe het jou vergaat. Mijn huidige cocon is vrij degelijk. Hoewel ik er wel bij moet zeggen dat de twee die mij in deze cocon als voorraadbank zagen heb ik niet anders dan materiaal van een zeer bedenkelijke kwaliteit kunnen leveren. De oudste van de twee heeft haar cocon al jaren geleden moeten achterlaten en de jongste heeft ook niet veel geluk met haar cocon: pijn, benauwdheid. Nee slecht materiaal. Een enorm positief is ze wel en klagen doet ze ook niet.                                                          Als ik misschien mijn keus voor mijn eigen twee voorraadbanken zorgvuldiger had gemaakt… Nou ja, laat ik me dat nou maar niet te veel aantrekken. Per slot van rekening hebben ze mij toch ook al dan niet zorgvuldig gekozen. Niet mijn verantwoordelijkheid. Ja, dat zeg ik nou wel, maar zo voelt het niet.

Ach, weet je, ik denk dat ik nog een poosje heb om binnen deze cocon mijn eigen werkelijkheid te maken. Het voelt allemaal nog vrij stevig. Maar één ding weet ik zeker: Als mijn huidige cocon het ooit begeeft, dan stap ik heel rustig uit en dan ga ik eens een keer heel zorgvuldig nadenken wat ik wil. Niet zomaar wat pakken omdat het toevallig langs komt. Geduldig zijn en weloverwogen keuzes maken, weet je.                              Misschien heb ik dat deze keer eindelijk geleerd.