Kindermishandeling, of niet?

Zelf heb ik ook vaak de neiging om te denken dat dingen die heel lang geleden gebeurd zijn in mijn werkelijkheid van vandaag niet zoveel invloed meer hebben. Steeds meer kom ik er toch achter dat ik me daarin vaak pijnlijk vergis.

Vlak voor de tweede wereldoorlog werd ik geboren. Het was eerste paasdag, maar ik heb nooit de indruk gehad dat er hierdoor een feestelijk tintje over mijn verdere leven werd gestrooid. Pasen wordt door de christenen gevierd als het feest van de opstanding. Inderdaad, nu ik erover nadenk heb ik in mijn leven tamelijk vaak na een harde klap overeind moeten krabbelen, om verder te kunnen gaan. Het begon eigenlijk al toen ik net zes jaar was. Ik belandde in het ziekenhuis met een gebroken beentje. Het been was vlak boven de knie gebroken. Lastig, want van die mooie metalen plaatjes om een moeilijk breuk aan elkaar te schroeven waren er nog niet. Maar zo stompzinnig als het bij mij mis ging had nou ook weer niet gehoeven.

Je moet namelijk weten dat we twee ziekenhuizen hadden in Den Helder, mijn geboorteplaats. Er was het gemeenteziekenhuis, Parkzicht en er was het katholieke Sint Lidwina ziekenhuis.

Nu wilde het geval dat mijn vader nauwelijks een jaar eerder was teruggekeerd uit de onderzeeboot oorlog in de Middellandse Zee. Daar had hij blijkbaar zoveel contra-argumenten tegen het rotsvaste katholieke geloof uit zijn jeugd opgedaan, dat het gebruik maken van een katholiek ziekenhuis tot elke prijs vermeden diende te worden. Later ging hij er trouwens na een zware maagbloeding zelf wel heen, maar dit ter zijde.

Dat gemeente ziekenhuis had één chirurg, een norse oud marine arts, die misschien best aardig een blindedarmoperatie kon verrichten, maar het repareren van gebroken armen en benen, was iets wat bijna nooit goed ging. Veel van zijn, tja, hoe zal ik het zeggen, nou ja vooruit maar, patiënten kwamen weg met krom en scheef gezette armen en benen. Maar ja, ze hadden er niemand anders voor in dat gemeente ziekenhuisje en bovendien werd hij vrij snel kwaad als iemand er wat van zei, maar dat kan natuurlijk schaamte geweest zijn.

Hoe dan ook, de man nam een op zich verstandig besluit. Hij besloot het beentje in tractie te leggen. Botstukken werden op elkaar gezet, zoals hij dacht dat het moest. Beentje omhoog, pennetje door het hielbeen, beugeltje, gewichten, de hele santekraam.

Er kwam een jongetje op mijn kamertje liggen, Jantje. Jantje had open tuberculose en er waren een paar vliegen in ons kamertje die dat kleine gaatje waar die pen mijn voetje in ging heel aantrekkelijk vonden, nadat ze eerst bij Jantje geweest waren. Jantje was trouwens een week later dood. Ik zie nog het zwarte kistje waarin hij werd afgevoerd. Maar ja, toen was mijn voetje al veranderd in een vurige zwerende bal en kreeg ik, helaas een paar dagen te laat penicilline injecties, waarmee de tuberculeuze fistel binnenin mijn hielbeen nooit afdoende bezworen werd.

Gelukkig ontdekte de dokter dat hij behalve de stommiteit met tuberculeuze Jantje nog een foutje had gemaakt, waardoor hij het beentje opnieuw moest breken en opnieuw zetten. De pen ging toen niet meer door de voet, want die was voorlopig vanbinnen in een dik soort papachtige pus veranderd, maar door de knie. Iedereen hield de adem in, maar Jantje was afgevoerd, zoals ik al zei en bij juffrouw Keizer in de andere hoek van de kamer kwamen zelfs geen vliegen. Bovendien had ik nu een dekenkooi over de lage stelling waarop mijn been nu rustte en hield de penetrante lysolgeur, die vroeger elk zindelijk ziekenhuis kenmerkte, elke vlieg brakend op afstand.

Ik was op drieëntwintig april negentien zesenveertig, de dag voordat mijn moeder dertig jaar zou worden, het ziekenhuis in gegaan en eind juli kwam ik er uit. Ik moest opnieuw leren lopen en in september van dat jaar bracht mijn moeder me in een karretje naar school.

Helaas was dit niet het laatste medische gepruts wat ik in mijn leven mocht meemaken. Er lag nog het een en ander te wachten

Maar wat heeft dat nu allemaal met mij in de tegenwoordige tijd te maken?Nou, ik denk dat ik vaak over-kritisch ben in het contact met artsen. Natuurlijk zijn er gewetensvolle en kundige artsen, maar ik heb langzamerhand voldoende medische kennis om ze steeds weer kritisch te bevragen. Als er genoeg onherstelbare schade is aangericht in je leven, dan ga je toch op den duur wat beter opletten. Dat is voor mijn artsen misschien niet altijd even leuk en het vraagt extra tijd, maar ik was niet verantwoordelijk voor het letsel veroorzakende gepruts van hun voorgangers.

Die lange schaduw werpt mijn medisch verleden nog altijd over mijn huidige houding tegenover de geneeskunde.

Het schijngevecht gaat door

Ja, want een schijngevecht is het. Er wordt gelogen, eromheen gedraaid, nergens op slaande smoezen verzonnen en noem maar op. En waarschijnlijk, maar helaas is dat niet te bewijzen, wordt er tegen betaling of gunsten tegengehouden waar tienduizenden mensen hun gezondheid mee terug zouden kunnen krijgen.

Mijn trouwe lezers weten langzamerhand wel dat ik me behoorlijk kan opwinden over huichelachtigheid en gewichtigdoenerij.

In de vorige uitzending van Dokters van Morgen, een format waar ik mijn eerste inspiratie al kreeg om over bacteriofagen te schrijven, kwam een RIVM bobo aan het woord. Met een smalend lachje liep hij rond in de kliniek in Tbilisi, waar al bijna honderd jaar mensen met deze heilzame virussen worden genezen. Met een gewichtige uitdrukking op zijn gezicht wist hij al zijn rijke wijsheid en ervaring te mobiliseren in de volgende zin: ‘het kan best zijn dat hier succesjes worden geboekt met die eh… bacteriofagen, maar er is nog onvoldoende wetenschappelijk gefundeerd onderzoek gedaan naar de werkzaamheid en de veiligheid van deze therapie.’

Ik dacht: ‘die man is vast lid van dat manipulerende en alles afkrakende anti kwakzalvers clubje. Een argument kwam er niet uit. Ik beschouw de gedragswijze die hij en soortgelijke bobo’s vaak vertonen als “de boot afhouden”. Vooral als je dan later in de zelfde uitzending een Poolse hoogleraar emeritus virologie commentaar op de uitspraken van die minkukel hoort geven. Tja, zegt die hooggeleerde heer dan. Er zijn vele jaren vele succesvolle onderzoeken naar het bestrijden van infecties met bacteriofagen gedaan. Ik denk dat deze meneer (hij doelt op die Hollandse RIVM hark) een beetje achterloopt met het lezen van zijn vakliteratuur.

Als iets dergelijks op goede gronden over jou als wetenschapper wordt gezegd, dan dien je onmiddellijk ontslag te nemen en je in te schrijven als werkzoekende bij de gemeentelijke vuilophaal dienst. Dan leer je misschien nog wat echt hard werken is.

Nou goed, ik weet dat veel mensen mijn bacteriofagen columns volgen. Daarom heb ik ook een berichtje aan de redactie van Dokters van Morgen gestuurd. Natuurlijk kunnen die mensen er ook niets aan doen als ze met RIVM lulsmoezen het bos in worden gestuurd. Maar ik dacht: ik weet zeker dat dit wangedrag ook jullie pijn heeft gedaan en dat zal ik jullie dan ook laten weten. Dus stuurde ik het onderstaande berichtje

Geachte,

Uit het feit dat een botte RIVM medewerker na ampele overweging uit de losse pols roept dat er veel meer onderzoek moet worden gedaan naar de werking, maar ook naar de gevaren van het toepassen van bacteriofagen als therapeutische mogelijkheid bij het bestrijden van resistente bacteriën blijken twee mogelijke oorzaken van dit standpunt: 1. Incompetentie veroorzaakt door een niet te vergeven gebrek aan interesse of 2. Quasi gewichtig de boot afhouden op grond van een verborgen agenda, die mogelijk kan duiden op belangen bij de farmaceutische industrie. Er is, zoals de Poolse wetenschapper terecht enigszins smalend liet weten, meer dan voldoende wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid en de veiligheid van bacteriofagen therapie. Het Nederlandse standpunt toont een houding waaruit een kwetsende arrogantie spreekt bij mensen voor wie het hoog tijd wordt  dat ze hun verantwoordelijkheden neerleggen en overdragen aan mensen die bereid zijn de vakliteratuur te volgen. Een belangrijke spreuk in deze is de volgende:

ONWETENDHEID WOONT VLAK NAAST GEWETENLOOSHEID.

Met vriendelijke groet, Peter P. van Oosterum

Alleen geld telt

Het rijmt ook nog, maar het is ongerijmd. Ik neem even een stukje over uit een artikel dat ik tegenkwam. Overigens een van de vele artikelen over dit onderwerp.

22 november 2006 1 minuut leestijd

wetenschap

Nieuwe morfine achtige pijnstiller

Franse wetenschappers hebben een klein humaan eiwit ontdekt dat in een lage dosis een sterke pijnstillende werking heeft. In een proefdiermodel voor pijn is een zes keer lagere dosering van het peptide even werkzaam als morfine. De onderzoekers hebben het peptide opiorfine gedoopt. De ontdekking is beschreven in Proceedings of the National Academy of Science van 21 november.

De onderzoekers, verbonden aan het Institut Pasteur, zijn op zoek gegaan naar de pijnstillende stof nadat Japanse wetenschappers een dergelijk pijnstillend peptide (spinorfine) bij koeien hadden ontdekt. De Fransen vonden eerder al een vergelijkbare stof bij ratten (sialorfine) en toonden vervolgens aan dat ook mensen een dergelijk peptide produceren. Opiorfine is aantoonbaar in speeksel.

Om de pijnstillende potentie van opiorfine te meten, hebben de onderzoekers het humane peptide toegediend aan ratten die vervolgens een zogeheten pin-pain-test ondergingen. Bij deze proef worden ratten gedurende drie minuten in een vierkant hok met negen vlakken van 15 bij 15 cm gezet. Het middelste vlak heeft een glad oppervlak. In de acht perifere vlakken steken rechtopstaande spijkers 8 mm door de vloer. Ratten vinden het van nature niet prettig om in het midden van een ruimte te zitten en zijn geneigd de kant op te zoeken. Hoe vaak ze de perifere vlakken opzoeken en hoe lang ze daar verblijven, is een maat voor de onderdrukking van pijn.

Ratten die morfine kregen in een dosering van 6 mg/kilo lichaamsgewicht verbleven gemiddeld 72 seconden op de ‘spijkerbedvlakken’. Met opiorfine in een dosering van 1 mg/kg liepen de ratten daar gemiddeld 61 seconden. Ratten die alleen medium kregen ingespoten, verbleven gemiddeld 4 seconden op de vlakken met spijkers.

De auteurs noemen de bevindingen baanbrekend. De in-vivo resultaten met opi­orfine duiden op mogelijke klinische toepassingen ervan, menen ze.

                               ————————————————————————–

Dit heb ik gewoon van het internet gedownload. Een krantenberichtje betreffende een wetenschappelijk onderzoek. Eigenlijk ging dit onderzoek over een soortgelijk stofje dat vrijkomt bij onze moeders als we geboren worden. Als dat namelijk niet zou gebeuren dan zou elke vrouw wel oppassen om ooit een tweede kind te krijgen, omdat de pijn van de bevalling zo verschrikkelijk zou zijn dat het levenslang traumatiserend zou werken. Gelukkig heeft moeder natuur daar wat op gevonden, een zogenaamd endorfine. Dat zijn morfine achtige stoffen die ons lichaam in de meeste gevallen zelf kan maken als het nodig is.

Het hier bedoelde stofje dat ‘opiorfine’ is genoemd is te meten in ons speeksel. Nee, niet bij iedereen evenveel en nee niet als je door angst en schrik bevangen een heel droge mond en keel hebt. En kijk, dat zien we nu juist gebeuren als er iets moet gebeuren waarvan we weten dat het pijn gaat doen of waarvoor we juist bang zijn dat het pijn gaat doen. Angst stopt namelijk de speekselvloed en daarmee ook de productie van onze natuurlijke pijnstiller.

Hoe dan ook, het stofje is bekend en kan gemaakt worden, Die Franse wetenschappers hebben dat aangetoond. En ze hebben heus niet met zijn allen langdurig in een bakje staan spugen om voldoende speeksel te krijgen. Nee, ze hadden al heel snel in de gaten dat het gemakkelijk was na te maken. Maar heb je het jaartal gezien dat boven het artikel stond. Ja? 22 november 2006. Dat wordt dit jaar dus dertien jaar geleden dat een fantastische pijnstiller werd ontdekt, zes maal zo sterk als morfine en omdat het een lichaamseigen stof is zijn er ook geen bijwerkingen.

Eerlijk gezegd had ik jaren geleden al eens een televisie-uitzending gezien waar in het kennelijk over deze stof ging, hoewel hij daar niet duidelijk werd benoemd. Stel je voor, een Spaanse chirurg doet een knieoperatie bij een mevrouw. De knie wordt geopend, er wordt wat kraakbeen weg geknipt en vervolgens wordt de wond weer gesloten. Al die tijd heeft die mevrouw geen narcose gehad en ook geen plaatselijke verdoving. Wat ze wel kreeg was een bepaald soort plantenblaadjes in haar mond, waardoor ze heel veel speeksel maakte. Ze gaf aan wel iets te voelen, maar in elk geval geen pijn. Ik was toen zo verbijsterd over wat ik gezien en gehoord had, dat ik dagenlang over niets anders kon praten. Door die grote speekselvloed kreeg die mevrouw waarschijnlijk ook een heleboel opiorfine van zichzelf vrij.

Ik geloof trouwens niet dat je dit experiment zomaar met iedereen kunt doen, ongeacht wat voor blaadjes je in zijn mond stopt. Maar wel een prachtig middel die opiorfine.

Mooi toch? Wat zou het een zegen voor de wereld zijn als het gewoon bij het Kruidvat en dergelijke winkels verkrijgbaar zou zijn. Het kan ook onmogelijk duur zijn, want op stoffen die de natuur maakt kun je natuurlijk geen patent nemen.

Ach, natuurlijk, nu snap ik ineens waarom het niet verkrijgbaar is. Er kan geen patent op en daardoor kunnen er geen vette winsten op worden gemaakt. De winsten van BigFarma zijn natuurlijk veel belangrijker dan al die honderden miljoenen mensen die dagelijks creperen van de pijn. Wat dom van me dat ik erover begonnen ben.

Nou, weet je wat, vergeet nou maar dat het binnen afzienbare tijd in de winkel ligt. Wat je natuurlijk wel kunt doen is uitproberen waarmee jij veel speeksel in je mond krijgt, speciaal als je ergens pijn hebt. Kun je zelf merken of het werkt.

En wat de productie betreft, toen die pillen voor de taaislijmziekte zo krankzinnig duur waren heeft een apotheker uit Den Haag zijn nek uitgestoken en is die pillen gaan maken voor een veel lagere prijs. Zulke mensen hebben we nodig. Iemand zou een apotheker moeten vinden die opiorfine maakt. Er kan geen patent op rusten. Hij kan dus nooit in de problemen komen. Dan kunnen we misschien eindelijk pijnbestrijding laten gebeuren zonder al die nare bijwerkingen die de pillen van BigFarma doorgaans hebben.

Nou, kom op mensen, wie vindt die menslievende apotheker.