Apparaatziek

Waarschijnlijk wist je wel dat je van sommige apparaten ziek kunt worden. Dan hebben we het over apparaten die veel straling afgeven, zoals mobiele telefoons – hoewel ik daar zelf tot nu toe weinig van merk – en apparaten die veel lawaai maken, of apparaten (volgens mij is dat tegenwoordig verboden) die onkruidverdelger op de openbare weg gebruiken. Nou ja, zulke apparaten dan. Dat wisten we eigenlijk wel dat je daar ziek van kunt worden. Maar zo’n apparaat bedoel ik niet. Ik wil het nu hebben over een bloeddrukmeter. Zo’n elektrische om je bovenarm weet je wel.

Vroeger had ik trouwens een echte kwik-bloeddrukmeter. Daar zat een hoeveelheid kwik in die heel nauwkeurig – nauwkeuriger kon eigenlijk niet – je bloeddruk liet zien. Nou ja, je moest dan wel geleerd hebben hoe het moest en met die meter was het ook niet erg handig om het bij jezelf te doen. Vroeger hadden we echter alleen maar van die meters. Dat ging als volgt: er ging een oppompbare band om de bovenarm, Dan had je een rubber bal in je hand waarmee je de lucht in die band om de arm kon pompen. Bovenaan die rubberbal zat een kraantje, waarmee je weer langzaam de lucht uit die band om de arm kon laten lopen. Daarbij had je dan een stethoscoop nodig en een goed gehoor. De stethoscoop deed je in je oren en de kop zette je in de elleboogplooi waar het grote bloedvat naar de onderarm loopt, En dan kon het meetproces van de bloeddruk beginnen. Met dat rubberballetje in je hand moest je de druk in de band om de arm zo hoog oppompen dat je zeker wist dat je kwikkolom hoger aangaf dan de hoogste te verwachten bovendruk (systole) In je stethoscoop hoorde je dan niets, want het bloed kon er niet door, werd door de knellende band tegengehouden. Dan liet je met het kraantje aan het pompballetje in je hand heel langzaam lucht uit de band om de arm lopen. Langzaam doen hoor, want op een gegeven moment hoorde je met de stethoscoop op dat bloedvat in de elleboog dat het zachtjes begon te kloppen. Dan keek je naar de kwikkolom en las af wat de systole of bovendruk was. Maar dan was je nog niet klaar, want je wilde ook nog de diastole of onderdruk weten. Met dat kleine kraantje liet je dan steeds meer lucht uit die knellende armband lopen tot het moment dat je met je stethoscoop die hartslag niet meer in dat vat in de elleboog hoorde. Het moment dat het geluid wegviel was weer een moment om naar die kwikkolom te kijken, want die gaf op dat moment de diastole of onderdruk aan.

Iedereen die wel eens bij de huisarts is geweest en zijn bloeddruk heeft laten meten weet dat de artsen nogal gehecht zijn aan bepaalde veilige waarden. Je kunt je dat misschien ook wel voorstellen, want als je een band of een ballon te hard opblaast of pompt kan hij springen en als die band toevallen een bloedvat in jouw hoofd is, dan heb je echt een probleem. Het is dus nuttig om die bloeddruk getallen een beetje in de gaten te houden, hoewel sommige artsen de neiging hebben wat te overdrijven, meestal omdat ze de ervaring hebben dat mensen anders niet goed luisteren.

Nou goed, Dat hele ritueel van de kwikkolommeter werd al snel vervangen door een ronde manometer en later door een elektronische – volkomen automatische bloeddruk meter. Nou, dat is nu het apparaat waarover ik het vandaag eens wilde hebben, want daarvan kun je ziek worden. Nou ja, ziek, heel ongerust en van ongerust kun je best ziek worden.

Ik had zo’n elektronische meter. Band om je arm, druk op de knop, dan werd die band opgepompt tot ie heel stijf om je bovenarm zat en dan begon de lucht er langzaam uit te lopen, net als vroeger met dat kraantje, en dan verschenen in het schermpje drie getallen: de bovendruk, de onderdruk en je hartritme (slagen per minuut) Handig zul je zeggen. Probleem is echter hier het antwoord op de vraag of de techniek deugt, of de meter gekalibreerd is dat je zeker kunt weten dat die waardes die je in dat schermpje afleest net zo betrouwbaar zijn als toen je nog die meter met die kwikkolom gebruikte. Daar zit nou het probleem. Je denkt namelijk: ik heb voor een aantal tientjes (meer kosten ze doorgaans niet) zo’n ding gekocht en dat zal toch wel getest en accuraat bevonden zijn. Maar dat is dus helaas niet altijd zo.

Ach, normaal meet ik eigenlijk bijna nooit mijn bloedruk. Ik weet dat hij altijd iets aan de hoge kant is, maar nooit veel en ik ben nu eenmaal een opgewonden standje en dan wil de bloeddruk nog wel eens stijgen. Laatst kwam ik echter met wat vocht achter de longen en een beetje benauwd bij de huisarts die zo verstandig was mij maar door te verwijzen naar de cardioloog. Die liet een echo maken en een ECG en hij zei: heel erg is het nog niet, maar je hebt wat last van hartfalen. De slagkracht van het hart is dan verminderd. Eigen schuld dacht ik, want ik zit veel te veel achter deze computer en ik beweeg veel te weinig. Nou goed, dat laatste daar ben ik nu wat cardiogymnastiek voor aan het doen op de hometrainer. Verder gaf de cardioloog mij wat medicijnen om de bijna tien kilo overtollig vocht af te voeren waar ik zo benauwd van was. Ook dat gaat goed. Maar toen kwamen we bij de bloeddruk en mijn mooie elektronische meter van het merk “Medisana” gaf als maar waarden aan waarbij zelfs de onderdruk steeds maar boven de 110 bleef en dat is echt niet goed. Ik werd er een beetje treurig van, wat verder ging het eigenlijk steeds beter, maar ja als die bandenspanning…Nou ja ik maakte me ongerust.

Gelukkig herinnerde ik me ineens dat die cardioloog ook nog had gezegd: koop nou een bloeddrukmeter die door de hartstichting is goedgekeurd. Maar ik dacht natuurlijk eerst: ‘ja, doei, ik heb een elektronische bloeddruk meter.

Maar ik ging toch twijfelen. Vandaag werd mijn nieuwe elektronische automatische bloeddrukmeter van het merk “Omron” bezorgd. Nou, ik direct meten natuurlijk en wat denk je? Bijna normaal die bloeddrukwaardes van mij.

Kennis is leuk, maar je moet wel goeie spullen hebben.

Aggregatietoestanden

Water, ach water kennen we allemaal, Ook kennen we allemaal de drie toestanden waarin water kan worden aangetroffen, afhankelijk van de temperatuur waarin het zich bevindt. Onder nul graden Celsius is het ijs, kristallijn en hard. Tussen 0 en 100 graden Celsius is het vloeibaar. Daarboven is het stoom, of waterdamp. Daar is overigens nog iets mee, want als je die stoom verder gaat verhitten – dat was het geheim wat in de stoommachines van weleer werd gebruikt – dan kon de stoom dissociëren. Splitsen eigenlijk in de samenstellende elementen, waterstof en zuurstof, waardoor opeens het volume en daarmee de druk vergrootte.

Nu is het eigenlijk zo dat alle natuurlijke elementen in elk geval die drie aggregatie toestanden kennen, vast, vloeibaar en gasvormig. Bij uiteenlopende temperaturen, dat natuurlijk wel. Zo kan CO2 bij een druk van 50 bar bij kamertemperatuur vloeibaar worden, maar wordt het pas bij – 78 graden Celsius vast. Waterstof krijg je pas vloeibaar bij -272 graden Celsius en ook nog onder druk.

Allerlei technieken hebben we uitgevonden om allerlei stoffen vloeibaar te maken, vooral ook omdat we gemerkt hebben dat er dan in hun vermogen om elektriciteit te geleiden dingen veranderen. Sommige materialen worden dan supergeleiders en hebben dat dus helemaal geen weerstand als er elektrische stroom doorheen wordt gestuurd.

Mijn vorige openbaring schreef ik in de gedachte dat wij, als we tenminste helemaal uitontwikkeld zijn, ook in verschillende aggregatietoestanden kunnen komen. Ingewikkeld zul je misschien zeggen, maar ik heb toch een stukje houvast dat maakt dat ik men dat het niet onlogisch is dat te beweren. Bedenk even: ons lichaam bestaat uitsluitend uit stoffen die in de natuur sedert de Big Bang aanwezig zijn. Al die stoffen kennen tenminste drie aggregatie toestanden, namelijk vast, vloeibaar en gasvormig. Als die stoffen kunnen ongehinderd van de ene toestand in de andere overgaan en weer terug.

Ik denk nu dat het denkbaar is dat wij dat ook kunnen, bewust kunnen bedoel ik.

Ja, ik weet het hoor, nu klinkt het onzinnig, maar in de sciencefiction zien we al figuren die het kunnen. En weet he wat mijn vader altijd zei: Peter, als je iets kunt fantaseren kan het ook bestaan.

Nee, ik weet het wel, nu kunnen we dat nog niet, nou ja, de meesten van ons dan, maar als we nou eeuwenlang blijven oefenen…