Dromen

In mijn herinnering zijn levendige dromen waarna ik wakker word en nog precies weet wat ik droomde heel zeldzaam. Het praatje voor de vaak dat luidt dat dromen bedrog zijn, daarin geloof ik niet omdat ik weet dat alles wat in ons lichaam en in onze geest gebeurt een oorzaak heeft, ergens mee te maken heeft of wel uitdrukking vormt als een soort vertaling of allegorie van wat er in de persoonlijke werkelijkheid gebeurt.

Twee dagen achter elkaar ben ik nu uit zeer heldere dromen ontwaakt. Ik kan niet zeggen dat het nu helemaal lucide dromen waren, hoewel ik een zekere mate van beslissingsvrijheid ervoer.

In de eerste droom liep ik in een stad die in mijn gedachten in die droom Amersfoort heette maar verder in niets leek op het Amersfoort dat ik ken. Het begon ermee dat ik meende iets te gaan kopen of nee, ik wilde met de trein naar huis. Ik wreef over mijn zakken en merkte dat ik niets bij me had. Geen portemonnee, geen telefoon. Een gevoel van vertwijfeling beving mij. Ik besloot het er toch maar op te wagen. Om bij het station te komen moest ik een brug over die over een heel breed water liep. In het begin was de brug heel smal, maar werd allengs breder.

Ik ben inderdaad in de trein gestapt en werd er – ik had geen kaartje – bij de volgende halte uit gezet. Maar daar deed ik hetzelfde. Bij elke volgende halte werd ik eruit gezet. Elke keer kwam er echter een volgende trein waar ik dan weer zonder kaartje in stapte. Op die manier kwam ik tenslotte toch met wat vertraging thuis. Wonderlijke droom toch?

De droom van deze nacht was zo mogelijk nog vreemder. Ik kreeg opdracht om kleine stenen in gaten in de bodem te gooien en vervolgens er een explosief voorwerp in te gooien dat ik eerst moest aansteken. Op de bestemming aangekomen gooide ik de eerste steen in een gat dat min of meer aan de zijkant van een heuveltje zat. Er waren ook andere mensen op dat terrein. Ik moest ze weg zien te krijgen in verband met de kracht van de explosie. Toen ik echter het eerste explosief in het gat wilde gooien merkt ik dat ik geen aansteker bij me had. In mijn verbeelding was ik op dat moment in een straat, waarvan ik zeker wist dat het de Spoorstraat in Den Helder, mijn geboorteplaats, was. In klein eindje verder op wist ik een sigarenwinkel. Een ietwat bozige oudere dame snauwde mij toe dat haar zoon er zo dadelijk wel aankwam. Inderdaad kwam even later een kleine gehandicapte man uit een gangetje tevoorschijn. Hij viel bijna, maar wist zich staande te houden. Ook hij gedroeg zich nors, maar toen ik te kennen gaf dat ik graag een doos Balmoral sigaren wilde kopen draaide hij bij en hadden we een aardig gesprekje over de voortreffelijke kwaliteit van deze sigaren. Gewapend met mijn doos Balmoral sigaren en een aansteker ging ik de winkel uit. Verder ging mijn droom niet.

Wonderlijk toch? Ik rook al jaren niet meer, maar de geur van sigaren vind ik nog steeds lekker. Gekscherend heb ik wel eens gezegd: als ik plotseling ergens, bij een arts of zo, zou horen dat mijn leven binnenkort ten einde is, dat ga ik op de terugweg naar huis langs een sigarenwinkel en koop een grote kist sigaren. Balmoral denk ik nu.

Weer Thuis

Nou ja, zo bijzonder is dat natuurlijk niet tegenwoordig als je een weekje met vakantie bent geweest, maar het was een enerverende week met een onverwacht enerverend eind. Annemieke, mijn dochter was een paar dagen mee. We hadden een appartement met twee slaapkamers dus dat kon best. Annemieke was pas weduwe geworden. Na een huwelijk van zesentwintig jaar was haar vrouw, Els, gestorven. Annemieke en Els waren vaak samen op Texel geweest en altijd was het strand en zee die voor Annemieke aantrekkelijk waren. Ze is een CF patiënt en de zilte zeelucht deed haar altijd goed. Nu wilde ze echter de as van Els uitstrooien in de zee.

Wij, Ireen en ik, vonden het een goed en dierbaar plan. Ook onze hond, Beertje zou mee gaan wat ervoor zorgde dat er zoveel mee moest dat een extra passagier niet in de auto van Ireen paste, waarom ik besloot met mijn Corsa Annemiek in Uithoorn op te halen. Ireen was rechtstreeks naar het eiland vertrokken en had de boot van twee uur kunnen halen. Annemiek en ik kwamen een uurtje later. Heel comfortabel trouwens. Ireen had alles al uitgepakt en zat klaar met de thee. In de avondschemering aten we lekkere sliptongetjes bij Paal 9. De volgende dag zouden we Els gaan uitstrooien.

Annemieke is een ochtendmens. Om voor achten was ze als vertrokken om met Beertje de lange wandeling over het strand te gaan maken die ze vroeger, als ze met Els op het eiland was, ook maakte. Tja, het leek allemaal leuk, maar op het strand bleek Beertje helemaal door het dolle van de pret te zijn en rukte aan de lijn die uit Annemiekes hand gleed. Annemieke schrok en dacht: ‘o jee, dit is mijn hond niet, straks loopt ze weg.’ Ze probeerde achter de hond aan te hollen, wat toch al niet handig gaat met een zuurstoftank op je rug, maar in het mulle zand struikelde ze en brak haar pols. Gelukkig waren er twee dames op het strand die haar hielpen en die ook nog eens op het zelfde adres logeerden. En zo stond een lijkwitte Annemieke met een van pijn vertrokken snuitje rond negen uur voor ons appartement. Ja,  Beertje was er ook.

Helaas is op Texel geen medische voorziening waar je met een gebroken pols terecht kunt. We moesten naar Den Helder, naar het Gemini ziekenhuis. Daar bevestigden enkele röntgenfoto’s al snel dat de pols gebroken was. Een coassistent en een chirurg zijn werkelijk een uur bezig geweest om de pols netjes te zetten. Ik kon aan mijn altijd moedige kind zien dat het allemaal behoorlijk veel pijn veroorzaakte, maar ik heb haar geen kik horen geven. Toch zijn we op zondagavond de as gaan uitstrooien. Annemiek had een rok aangetrokken en liep met de schaal met “Els” het water in. Het moet haar behoorlijk pijn gedaan hebben om de schaal met haar gewonde hand tegen zich aan gedrukt te houden en met de andere hand uit te strooien. Vandaag – we zijn inmiddels weer terug – hoorde ik dat de controle in het Amstelland ziekenhuis in Amstelveen geen verdere behandeling nodig maakte. De breuk is goed gezet, maar de procedure heeft voor de nodige napijn gezorgd. Ik hoop maar dat het snel beter wordt.

Vandaag, bij de thuisreis, werden we eraan herinnerd dat op vrijdagen in het toeristenseizoen –en dat is op Texel het grootste deel van het jaar – de grote uittocht de toch gigantische capaciteit van de om het half uur pendelende Texelse ponten enigszins overschrijdt. Bij een vorig bezoek hadden we twee extra uren wachttijd, nu een half uur. Je wordt dan over het fietspad naast de pontweg naar een extra parkeerterrein geleid, vanwaar je later naar het echte wachtterrein voor de boot wordt geleid. Nadat je de boot hebt verlaten duurt het ongeveer nog even lang eer je Den Helder hebt verlaten.

Niettemin hadden we een heerlijke week op mijn favoriete eiland.

Nogmaals het mondje olie

Enkele jaren geleden heb ik betreffende dit onderwerp al eens een bericht geschreven. Nu behandel ik opnieuw  dit heilzame onderwerp.

Lang geleden was ik bevriend met een Duitse arts, Rosie Frey. Zij vertelde mij toen over dit onderwerp en haar ervaringen ermee. Rosie had gestudeerd aan de universiteit van Freiburg. Na het behalen van haar bul was ze echter niet, zoals de meeste van haar jaar, in Duitsland in een artsenpraktijk gaan werken. Ze was onder andere in enkele van de Russische deelrepublieken aan het werk gegaan. Later was ze zelfs de huisarts op het Italiaanse vulkaaneilandje Stromboli, waar overigens slechts vijfhonderd mensen woonden.

Uit de Oostbloklanden had ze echter een aantal nuttige natuurlijke maar ook effectieve geneeswijzen mee genomen. Deze even simpele als werkzame therapie richt zich op het verwijderen van metaalionen uit het lichaam. Sommige metalen hebben namelijk zeer kwalijke invloeden op de gezondheid.

Vroeger vulden de tandartsen de uitgeboorde cariësgaatjes in onze gebitten met een mengsel van verschillende metalen die allemaal werden opgelost in kwik. Nu is zuiver kwik op zichzelf niet het grootste gevaar. Door de verschillende chemische toestanden die in de mond voorkomen als we gewoon eten en drinken ontstaan er echter verschillende kwikverbindingen die wel heel giftig zijn en die in minieme hoeveelheden in het bloed terecht komen. En was het nu maar zo dat we die kwikverbindingen uitscheidden, dan was er weinig aan de hand. Kwikverbindingen worden echter opgeslagen. Het grootste orgaan waar dat gebeurt is de lever, een superbelangrijk orgaan.

Een ander buitengewoon veel voorkomend metaal is aluminium. Dit metaal komt zelfs nog veel vaker voor in allerlei voedingsmiddelen, maar ook als adjuvans (toevoeging) in alle vaccinatievloeistoffen waarmee je tegenwoordig als nooit te voren bestookt wordt. Aluminium doet, zoals uit onderstaand stukje blijkt, lelijke dingen met ons zenuwstelsel. Er wordt zelfs gedacht dat het feit dat het aantal Alzheimerpatiënten sterk toeneemt wordt veroorzaakt door de toename van het aluminium. Ook dit is een metaal dat ons lichaam uit zichzelf niet kan opruimen. Het verzamelt langzaam maar gestaag in het zenuwstelsel, dus ook in de hersenen.

Ik kom nu weer met dank terug bij wat ik van Rosie Frey leerde: het mondje olie.

Om te begrijpen hoe het werkt moet je weten dat er altijd hele kleine hoeveelheden van die kwalijke metaalverbindingen in ons bloed zitten. De samenstelling van ons bloed wordt evenwel zorgvuldig bewaakt. Dat proces heet de homeostase en het zorgt dat slecht kleine beetjes van die giftige metaalverbindingen in ons bloed zitten. De rest blijft opgeslagen in de lever en het zenuwstelsel en nog veel meer andere plaatsen waar opslag geen kwaad kan.

Nu hebben we onder de tong slijmvliezen waardoor stoffen twee kanten op kunnen passeren. Denk maar aan sommige medicijnen die je onder je tong moet leggen. Daar is de huid zo dun dat er ook stoffen naar buiten kunnen. Dan moet er echter wel iets zijn waar die stoffen gemakkelijk in oplossen en dat is in dit geval een zuivere spijsolie. Zonnebloemolie is erg geschikt want er zit nauwelijks smaak aan.

Goed, wat moet je doen:

  1. Na het opstaan allereerst een eetlepel zonnebloemolie in je mond nemen, dus niet eerst je tanden poetsen. (nee, is niet vies, smaakt naar niks, lijkt alleen of je een mond vol speeksel hebt).
  2. 20 minuten lang inde mond houden dan kunnen de giftige metaalverbindingen via die makkelijk doordringbare slijmvliezen onder de tong in die olie doordringen.(probeer jezelf maar een beetje af te leiden door bijvoorbeeld de krant te lezen of televisie te kijken)
  3. Absoluut niet inslikken die olie, maar uitspugen. (je kunt dan zien dat die mooie heldere olie vies en grijs is geworden)
  4. Zo wordt elke dag een klein deel van de metaalverbindingen die in je bloed zaten met de inmiddels vieze olie weggespoeld.
  5. Doe dit drie weken lang, want elke dag zullen uit alle opslagplaatsen in je lichaam weer net zoveel giftige metaalverbindingen aan je bloed worden meegegeven als de homeostase toestaat.
  6. Her haal de procedure telkens na een pauze van drie weken zo vaak je wilt. Helaas kunnen we namelijk niet voorkomen dat we voortdurend giftige metaalverbindingen binnenkrijgen en daar om is het goed om met de “mondje olie” methode van tijd tot tijd grote schoonmaak te houden.

Hieronder heb ik nog wat feiten over toxische metalen van het internet geplukt.

Gezondheidseffecten

Wanneer aluminium wordt opgenomen door het lichaam zal deze zich voornamelijk ophopen in diverse orgaanweefsels waaronder de nieren, hersenen, longen, lever en schildklier. Aangezien aluminium interfereert met calciumabsorptie kan dit leiden tot zwakke botten en een vertraging van de groei bij kinderen.

Aluminium vermindert ook de absorptie van fosfor, zink en selenium. Andere toxische gevolgen van aluminiuminname omvatten:

  • Problemen met de spijsvertering:maagzweren, brandend maagzuur, dyspepsie, flatulentie en constipatie.
  • Parkinson en andere zenuwgerelateerde aandoeningen.
  • huidproblemen
  • Lever en nierziekten
  • aandoeningen aan de hersenen zoals hoofdpijn, migraine en mentale retardatie.

Alzheimer

Uit onderzoek is gebleken is dat de hersenen van mensen die lijden aan Alzheimer meer aluminium bevatten dan de hersenen van gezonde mensen. Hoewel er nog geen uitsluitend verband is tussen de opname van aluminium en de ontwikkeling van Alzheimer hierdoor is het zeker mogelijk dat deze aandoening kan verergeren naarmate de hersenen van patiënten met Alzheimer meer aluminium opnemen.