Nou ja, zo bijzonder is dat natuurlijk niet tegenwoordig als je een weekje met vakantie bent geweest, maar het was een enerverende week met een onverwacht enerverend eind. Annemieke, mijn dochter was een paar dagen mee. We hadden een appartement met twee slaapkamers dus dat kon best. Annemieke was pas weduwe geworden. Na een huwelijk van zesentwintig jaar was haar vrouw, Els, gestorven. Annemieke en Els waren vaak samen op Texel geweest en altijd was het strand en zee die voor Annemieke aantrekkelijk waren. Ze is een CF patiënt en de zilte zeelucht deed haar altijd goed. Nu wilde ze echter de as van Els uitstrooien in de zee.
Wij, Ireen en ik, vonden het een goed en dierbaar plan. Ook onze hond, Beertje zou mee gaan wat ervoor zorgde dat er zoveel mee moest dat een extra passagier niet in de auto van Ireen paste, waarom ik besloot met mijn Corsa Annemiek in Uithoorn op te halen. Ireen was rechtstreeks naar het eiland vertrokken en had de boot van twee uur kunnen halen. Annemiek en ik kwamen een uurtje later. Heel comfortabel trouwens. Ireen had alles al uitgepakt en zat klaar met de thee. In de avondschemering aten we lekkere sliptongetjes bij Paal 9. De volgende dag zouden we Els gaan uitstrooien.
Annemieke is een ochtendmens. Om voor achten was ze als vertrokken om met Beertje de lange wandeling over het strand te gaan maken die ze vroeger, als ze met Els op het eiland was, ook maakte. Tja, het leek allemaal leuk, maar op het strand bleek Beertje helemaal door het dolle van de pret te zijn en rukte aan de lijn die uit Annemiekes hand gleed. Annemieke schrok en dacht: ‘o jee, dit is mijn hond niet, straks loopt ze weg.’ Ze probeerde achter de hond aan te hollen, wat toch al niet handig gaat met een zuurstoftank op je rug, maar in het mulle zand struikelde ze en brak haar pols. Gelukkig waren er twee dames op het strand die haar hielpen en die ook nog eens op het zelfde adres logeerden. En zo stond een lijkwitte Annemieke met een van pijn vertrokken snuitje rond negen uur voor ons appartement. Ja, Beertje was er ook.
Helaas is op Texel geen medische voorziening waar je met een gebroken pols terecht kunt. We moesten naar Den Helder, naar het Gemini ziekenhuis. Daar bevestigden enkele röntgenfoto’s al snel dat de pols gebroken was. Een coassistent en een chirurg zijn werkelijk een uur bezig geweest om de pols netjes te zetten. Ik kon aan mijn altijd moedige kind zien dat het allemaal behoorlijk veel pijn veroorzaakte, maar ik heb haar geen kik horen geven. Toch zijn we op zondagavond de as gaan uitstrooien. Annemiek had een rok aangetrokken en liep met de schaal met “Els” het water in. Het moet haar behoorlijk pijn gedaan hebben om de schaal met haar gewonde hand tegen zich aan gedrukt te houden en met de andere hand uit te strooien. Vandaag – we zijn inmiddels weer terug – hoorde ik dat de controle in het Amstelland ziekenhuis in Amstelveen geen verdere behandeling nodig maakte. De breuk is goed gezet, maar de procedure heeft voor de nodige napijn gezorgd. Ik hoop maar dat het snel beter wordt.
Vandaag, bij de thuisreis, werden we eraan herinnerd dat op vrijdagen in het toeristenseizoen –en dat is op Texel het grootste deel van het jaar – de grote uittocht de toch gigantische capaciteit van de om het half uur pendelende Texelse ponten enigszins overschrijdt. Bij een vorig bezoek hadden we twee extra uren wachttijd, nu een half uur. Je wordt dan over het fietspad naast de pontweg naar een extra parkeerterrein geleid, vanwaar je later naar het echte wachtterrein voor de boot wordt geleid. Nadat je de boot hebt verlaten duurt het ongeveer nog even lang eer je Den Helder hebt verlaten.
Niettemin hadden we een heerlijke week op mijn favoriete eiland.