If you ever see me call me Now

I don’t look like I did before,

I don’t feel like I did before,

I am not what I was before,

I am Now and will ever be.

Verdere beschouwingen aangaande het geheugen.

(misschien denk je na het lezen van dit bizarre en eigenlijk tamelijk ingewikkelde stukje dat ik vrij ernstig mijn hoofd heb gestoten en hoop je in je vriendelijkheid dat het over gaat. Ik kan je echter verzekeren dat ik aanneem dat de toekomstige werkelijkheid nog veel ongedachter en fantastischer is dan ik nu kan verzinnen)

Mijn vader moet ondanks alles wat hij in de oorlog moest meemaken als machinist op een utility class onderzeebootje, meer dan dertig keer zes weken in de Middellandse zee, net zo’n dromer en fantast geweest zijn als ik nu nog steeds ben. Een van zijn meest inspirerende uitspraken was voor mij altijd: ‘Peter, als je iets kunt fantaseren kan het ook bestaan.’

Of dat nou één op één aan de werkelijkheid kan worden getoetst weet ik echt niet. Wat ik wel weet is dat nieuwe dingen vaak worden gevonden en gemaakt door heel creatieve – en dus fantasierijke mensen, mensen die ‘misschien’ en ‘laten we eens proberen of dat kan,’ belangrijker vinden dan zekerheden. Spannende mensen vind ik dat.

Tegenwoordig is er een hele ontwikkeling op het gebied van de zogenaamde Virtual Reality. We zien allerlei op het hoofd te dragen apparatuur op de markt verschijnen. Er wordt zelfs al gewerkt met interactieve opnames, waarbij je met een VR bril op je kunt omdraaien en om je heen kijken. Dat is zeker spannend en in een aantal commerciële toepassingen ook nuttig. Maar ja, dat gedoe met die brillen, waardoor je eigenlijk het zicht verliest op wat er werkelijk om je heen gebeurt… en ach, niet alleen dat, maar die dingen zijn ook een beetje lomp, zal ik maar zeggen. Het moet anders kunnen, denk ik dan. En misschien geef ik wel een fantastisch idee weg. Nou ja, wie het pakt mag het gebruiken. Als je dan maar niet zegt dat ik er niet meer over mag praten. Ideeën zijn net als dromen, van iedereen.

Goed, er is inmiddels geheugenmateriaal. Dat is materiaal dat na vervorming onder invloed van temperatuur de oorspronkelijke vorm weer aanneemt.                                         Om de uiteindelijk ideale vorm van Virtual Reality te kunnen realiseren is het nuttig, zo niet noodzakelijk om te beschikken over materiaal dat kan dienen als basis voor een immense bibliotheek van bestuurbare realiteits-inhouden; data waarmee een gewenste werkelijkheid kan worden opgebouwd.

Het weefsel zou eruit kunnen zien als een doorzichtige zijdeachtige stof, die zich des gewenst moeiteloos aan de huid hecht – en desgewenst ook weer loslaat, tezamen met de kleine gel computer, die ter hoogte van de zevende halswervel hecht, wordt dat dan het besturings – en opslag systeem. De zijdeachtige stof bestaat uit lange eiwitketens die informatie kunnen opslaan door positionele draaiing  in de moleculaire structuur. De eiwitketens zijn heel lang, vergelijkbaar met DNA, maar wel allemaal identiek. De geheugenfunctie wordt gevormd door dat de betekenis van de opgeslagen data wordt bepaald door de positie binnen het molecuul van het aminozuur dat gedraaid in het molecuul zit en uiteraard van het aantal participerende moleculen. De intensiteit bij uitlezing van de geheugenopslag kan dan afhangen van de mate van draaiing en de energie die nodig is om de draaiing in stand te houden of te veroorzaken, energie die overigens geheel aan het lichaam wordt onttrokken, maar die slechts één procent van de beschikbare energie neemt.

Het hele idee van de moleculaire geheugenopslag komt in feite als gevolg van de ontwikkelingen in de twintigste en eenentwintigste eeuw bij de opslag van beeld en geluid op niet bewegende opslagmedia. We kennen thans allemaal de Mp3 en Mp4 opslag.

Hier, bij deze door mij gefantaseerde zeer uitgebreide informatie opslag wordt het doel bereikt door gebruik te maken van lange, identieke eiwitmoleculen en spreken de (toekomstige?) ontwikkelaars van Mp7 (of hoger) opslag.                                                     Omdat van het Mp7 materiaal gemakkelijk soepele stoffen kunnen worden geweven spreken de ontwikkelaars ook wel van soft-memory materiaal.

Koppel nu – loop nou eens even met me mee – aan deze dromerij van mij het eeuwenoude feit dat volgens de wetten van de acupunctuur alle levensverrichtingen via de huid beïnvloed kunnen worden en gooi er vervolgens een flinke emmer hoopvolle fantasie overheen en je zult zien dat we naar en nieuwe samenleving toegroeien, waarin iedereen kan beleven wat hij wil, maar vooral wat hij nodig heeft, zonder dat het bevoorrecht leven alleen is weggelegd voor een kleine – vaak niet eens heel sympathieke elite.

Geheugen

Als je nou bedenkt dat bij wat je ook doet in dit leven altijd iets of iemand aanwezig is waardoor je handelingen worden waargenomen en als het ware vastgelegd, dan ga je toch vanzelf een beetje oppassen met wat je uithaalt zou ik zo denken. Ik heb me wel eens laten vertellen dat alles wat gedurende je leven gebeurt en wat jij op de een of andere manier hebt waargenomen, ergens in je brein wordt opgeslagen.

De schrijver Harry Mulisch, die zich over het algemeen zeer grondig informeerde, beschreef in een van zijn boeken dat er bij iemand bepaalde gebieden in de hersenen werden aangeraakt. Dat gebeurde natuurlijk bij een hersenoperatie, waarbij mensen in veel gevallen bij bewustzijn moeten blijven. Tijdens zo’n hersenoperatie had de patiënt herbelevingen die zo helder waren alsof hij daar weer was, compleet met beeld, geluid, geur, gevoel en noem maar op.

Nu hebben we de neiging om te denken dat de hersenen een grote klont zenuwcellen zijn. Dat is natuurlijk goeddeels zo, maar er zijn ook heel veel celletjes die zorgen voor de voedselvoorziening, want dat kunnen zenuwcellen zelf niet, de gliacellen en dan zijn er nog steunweefselcellen die de hele boel op zijn plaats moeten houden. Wat ook vooral niet vergeten mag worden is de liquor, de vloeistof waarin de hersenen liggen. Trouwens, niet alleen de hersenen liggen in die vloeistof. Aan de onderkant van de schedel zit een opening waaruit een dikke kabel zenuwen vanuit de hersenen de ruggengraat in gaat. De ruggenwervels vormen samen een kanaal dat ook gevuld is met die liquor, waarin natuurlijk allerlei stoffen, moleculen en ook cellen voorkomen die nodig zijn voor het goed functioneren van het totale zenuwstelsel.

Omdat nu in het algemeen wordt aangenomen dat wij met die zenuwcelletjes denken wordt het hele verhaal over het menselijk bewustzijn behoorlijk ingewikkeld. Veel mensen die gespecialiseerd zijn in de kennis van de bouw en de werking van het zenuwstelsel hebben de neiging het hele bewustzijn toe te schrijven aan de activiteiten van de zenuwcellen.

Nu is het in het hele lichaam zo – trouwens in de hele levende natuur – dat er gespecialiseerde cellen zijn die heel goed zijn in bepaalde functies. Zo kan een zenuwcel bijvoorbeeld erg goed prikkels doorgeven. Dat gaat door middel van het verplaatsen van kleine elektrische ladinkjes. Inmiddels is echter bekend dat eigenlijk alle levende cellen een bepaalde elektrische lading hebben, waardoor ze met elkaar en met de buitenwereld kunnen reageren en communiceren. Die zenuwcellen kunnen dat alleen maar sneller en beter, begrijp je.

Ik schrijf dit, omdat ik denk dat bewustzijn eigenlijk alleen maar goed kan werken als alle cellen hun steentje bijdragen en in feite, net als de zenuwcellen op alles reageren.

Maar ja, dan zijn we er natuurlijk niet. Laten we maar eens proberen te volgen hoe wij de werkelijkheid beleven, want die beleving is tenslotte iets wat in ons bewustzijn gebeurt.       Er gebeuren dingen om ons heen, tenminste dat nemen we aan, want in ons hoofd nemen we beeld en geluid en geur waar en in ons lichaamsoppervlak warmte, kou, pijn. Trouwens de hele binnenboel van ons lichaam kan mee reageren. Denk maar aan honger of dorst. Dat zijn gevoelsgewaarwordingen die je eerder buiten – dan in je hoofd beleeft.     Eigenlijk denk ik vaak dat ons hele lichaam een groot beleving – en waarnemingsapparaat is en dat je alleen maar in je hoofd zou waarnemen lijkt op grond van alle dagelijkse ervaringen een onzinnige bewering.

Maar goed, dit weten we eigenlijk allemaal wel. Dat is zogezegd niet nieuw. Hedendaagse kennis van ons lichaam, maar stel je nou eens voor: ik ga een beetje voortborduren op wat ik hierboven schreef. Wij hebben eigenlijk alleen maar cellen die alles kunnen. Wel kunnen ze ergens in gespecialiseerd zijn. Daarin zijn ze dan beter dan andere cellen.

Neem nou geheugen. Wat denk je? Alleen in je hersenen? Ik geloof er niets van. Ik denk dat alle cellen in alle soorten weefsels geheugen hebben. Waarom ik dat denk?

Laatst heb ik iets opgezocht over het geheugen van planten. Daar heb je bijvoorbeeld een plantje dat we in het Nederlands ‘kruidje roer me niet’ noemen. Als je langs de blaadjes strijkt vouwen die zich samen en gaan slap naar beneden hangen. Tot nu toe heeft geen enkele bioloog in die plant hersencellen kunnen ontdekken of iets wat daar op lijkt.             Hoe dan ook, met die plant hebben ze een leuke proef gedaan. Ze lieten hem namelijk van een kleine hoogte vallen. De eerste keren dat ze dat deden was er een duidelijke reactie: blaadje in elkaar vouwen, slap hangen, kortom de hele schrikreactie. Maar na een poosje trok de plant zich er zichtbaar niets meer van aan als of hij zeggen wou: dat laten vallen doet me niks hoor. Die plant heeft dus merkbaar niet alleen een geheugen, maar hij leert blijkbaar ook. Nou kijk, zulke verschijnselen prikkelen mijn fantasie.

Wat nou, denk ik dan, als we op een gegeven moment in staat zijn om dat geheugen uit te lezen. Dat we precies kunnen zien en horen wat die plant heeft meegemaakt.                     Nu zijn er plantendelen, met name sporen van mossen en zwammen die uit een heel fijn stof bestaan. In die vorm kunnen die sporen honderden, ja soms duizenden jaren onveranderd in leven blijven.                                                                                                   En wat nou – zou helemaal niet zo vreemd zijn – als die sporen ook een geheugenfunctie hebben.                                                                                                                                     En wat nou – je moet er maar op komen – als die sporen in de kleurlaag van alle wanden zitten.                                                                                                                                         Ja, en wat nou als we dat geheugen van elke wand die daarmee bedekt is heel gemakkelijk kunnen uitlezen, dat we precies te weten kunnen komen wat er in die ruimte is gebeurd.

Nou, dan worden we pas goed in de gaten gehouden.                                                           Of niet soms.

 

 

Netwerken

Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, moet het fragiele blonde ventje gedacht hebben, dat ik vanmiddag bezig hoorde.                                                                                 Met een vriendje, ja, was het dat eigenlijk wel, hoorde ik hem druk bezig. Dat wil zeggen hij, dat kleinen blonde mannetje, was voortdurend aan het woord.

Ik liep hen voorbij op mijn wandeling langs het havenhoofd.                                                   Helemaal precies verstaan kon ik hen daar niet, maar gelukkig haalden ze me later in.

Het bruinharige jongetje zei niet veel. Wel nam hij grote stappen, zodat het blonde ventje flink moest doorstappen om hem bij te houden. Ik denk dat hij daar eigenlijk wat onzeker van werd met betrekking tot de vriendschapsbanden tussen hen, want hij besloot met een gerichte vraag zijn positie te testen: ‘Wat heb je liever,’ zei hij, ‘dat ik met jou kom spelen of dat ik op tennis ga.’

Ik dacht: ‘nou ben ik benieuwd, want zo heftig heb ik nog niet vaak een kind een ander kind voor het blok horen zetten.’                                                                                             Het aangesproken kereltje zei echter helemaal niets terug.

Later – ik was een heel eind doorgelopen en liep met de hond op een weiland achter bomen – zag ik het donkerharige jongetje staan. Hij keek wat ongemakkelijk om zich heen. Maar toen hij uit de verte het heldere stemmetje van zijn vriendje zijn naam hoorde roepen ging hij er als een haas van door.

Tja, sommige relaties zijn moeizaam. Daar kom je vaak bijna niet vanaf.