Wat gebeurt er en wat is de bedoeling van de wereld elite?

Toen ik mijn herinnering weer even wilde opfrissen over wat ook alweer het Lock Step plan van de Rockefeller Foundation behelsde kwam ik onderstaand artikel op het internet tegen. Het is misschien niet wat er in de werkelijkheid gaat gebeuren – en inmiddels bezig is te gebeuren, maar het is goed te weten wat deze zeer invloedrijke en bovendien puissant rijke familie die grootaandeelhouder is in de farmaceutische industrie het liefst met ons, de gewone mensen op Aarde zou zien gebeuren. Heel sympathiek klinkt het allemaal niet, maar misschien kan iemand van mijn lezers er iets goeds in ontdekken. Mijn mening zal ik deze keer eens voor me houden.

Een wereld met strengere top-down overheidscontrole en meer autoritair leiderschap, met een beperkte innovatie en groeiende inperking van burgerrechten. In 2012 sloeg de pandemie waar de wereld al jaren op anticipeerde eindelijk toe. In tegenstelling tot de H1N1 uit 2009, was deze nieuwe griepstam – afkomstig van wilde ganzen – extreem virulent en dodelijk. Zelfs de landen die het best op pandemieën waren voorbereid, raakten snel overweldigd toen het virus de wereld rond ging, bijna 20 procent van de wereldbevolking besmette en in slechts zeven maanden 8 miljoen mensen om het leven bracht, waarvan de meeste gezonde jongvolwassenen. De pandemie had ook een dodelijk effect op economieën: de internationale mobiliteit van zowel mensen als goederen kwam krakend tot stilstand, verzwakte industrieën zoals toerisme en het doorbrak de wereldwijde toeleveringsketens. Zelfs plaatselijk; normaal drukke winkels en kantoorgebouwen stonden maandenlang leeg, verstoken van zowel werknemers als klanten. De pandemie bedekte de planeet, hoewel onevenredige aantallen stierven in Afrika, Zuidoost-Azië en Midden-Amerika, waar het virus zich als een lopend vuurtje verspreidde zonder officiële protocollen ter bestrijding van het virus. Maar zelfs in ontwikkelde landen was inperking een uitdaging. Het aanvankelijke beleid van de Verenigde Staten om burgers ‘sterk te ontmoedigen’ om te vliegen, bleek dodelijk in zijn clementie, waardoor de verspreiding van het virus niet alleen binnen de VS maar ook over de grenzen werd versneld. Enkele landen deden het echter beter, vooral China. De snelle oplegging en handhaving van de verplichte quarantaine door de Chinese overheid voor alle burgers, evenals de onmiddellijke en bijna hermetische afsluiting van alle grenzen, heeft miljoenen levens gered, waardoor de verspreiding van het virus veel eerder dan in andere landen werd gestopt en een snellere post-pandemisch herstel werd bereikt.

De Chinese regering was niet de enige die extreme maatregelen nam om haar burgers te beschermen tegen risico’s en blootstelling. Tijdens de pandemie hebben nationale leiders over de hele wereld hun gezag gebundeld en strikte regels en beperkingen opgelegd, van het verplicht dragen van gezichtsmaskers tot lichaamstemperatuurcontroles bij de ingang van gemeenschappelijke ruimtes zoals treinstations en supermarkten. Zelfs nadat de pandemie was verdwenen, bleef deze meer autoritaire controle en toezicht op de burgers en hun activiteiten in stand en werd zelfs geïntensiveerd. Om zichzelf te beschermen tegen de verspreiding van steeds mondialere problemen – van pandemieën en transnationaal terrorisme tot milieucrises en toenemende armoede – grepen leiders over de hele wereld de macht steviger in handen. Aanvankelijk kreeg het idee van een meer gecontroleerde wereld brede acceptatie en goedkeuring. Burgers gaven vrijwillig een deel van hun soevereiniteit – en hun privacy – op aan meer paternalistische staten in ruil voor meer veiligheid en stabiliteit. Burgers waren toleranter, en zelfs gretig, voor top-down leiding en toezicht, en nationale leiders hadden meer speelruimte om orde op te leggen op de manieren die zij nodig achten. In ontwikkelde landen nam dit verscherpte toezicht vele vormen aan: biometrische identiteitsbewijzen voor alle burgers bijvoorbeeld, en strengere regulering van belangrijke bedrijfstakken waarvan de stabiliteit van vitaal belang werd geacht voor de nationale belangen. In veel ontwikkelde landen herstelde de gedwongen samenwerking met een reeks nieuwe voorschriften en overeenkomsten langzaam maar zeker zowel de orde als, belangrijker nog, de economische groei. In de derde wereld was het verhaal echter anders, en veel variabeler. Top-down autoriteit nam verschillende vormen aan in verschillende landen, grotendeels afhankelijk van de capaciteit, het kaliber en de bedoelingen van hun leiders. In landen met sterke en bedachtzame leiders namen de algehele economische status en kwaliteit van leven van burgers toe. In India is de luchtkwaliteit bijvoorbeeld drastisch verbeterd na 2016, toen de overheid voertuigen met een hoge uitstoot verbood. In Ghana leidde de introductie van ambitieuze overheidsprogramma’s om de basisinfrastructuur te verbeteren en de beschikbaarheid van schoon water voor al haar mensen te garanderen, tot een sterke afname van door water overgedragen ziekten. Maar autoritairder leiderschap werkte minder goed – en in sommige gevallen tragisch – in landen die worden geleid door onverantwoordelijke elites die hun toegenomen macht gebruikten om hun eigen belangen na te streven ten koste van hun burgers. Er waren nog andere nadelen, aangezien de opkomst van virulent nationalisme nieuwe gevaren veroorzaakte: toeschouwers op het WK 2018 bijvoorbeeld,

droegen kogelvrije vesten met een embleem van hun nationale vlag. Strenge technologievoorschriften belemmerden innovatie, hielden de kosten hoog en remden de acceptatie af. In de ontwikkelingslanden nam de toegang tot ‘goedgekeurde’ technologieën toe, maar daarbuiten bleef het beperkt: de technologische innovatie lag grotendeels in de ontwikkelde wereld, waardoor veel ontwikkelingslanden aan de ontvangende kant van technologieën achterbleven die anderen als ‘beste’ voor hen beschouwen. Sommige regeringen vonden dit betuttelend en weigerden computers en andere technologieën te distribueren die ze bespotten als ‘tweedehands’. Ondertussen begonnen ontwikkelingslanden met meer middelen en betere capaciteit intern te innoveren om deze lacunes zelf op te vullen. Ondertussen was in de ontwikkelde wereld de aanwezigheid van zoveel top-down regels en normen een grote belemmering voor ondernemersactiviteiten. Wetenschappers en innovators kregen vaak van regeringen te horen welke onderzoekslijnen ze moesten nastreven en werden meestal geleid naar projecten die geld zouden opleveren (bijv. markt gestuurde productontwikkeling) of die ‘gokjes met een zekere uitkomst’ waren (bijv. fundamenteel onderzoek), waardoor riskanter of innovatiever onderzoeksgebied grotendeels onbenut bleef. Welvarende landen en monopolistische bedrijven met grote onderzoeks- en ontwikkelingsbudgetten boekten nog steeds aanzienlijke vooruitgang, maar het intellectuele eigendom achter hun doorbraken bleef opgesloten achter strikte nationale of bedrijfsbescherming. Rusland en India legden strenge binnenlandse normen op voor het toezicht op en certificering van encryptie gerelateerde producten en hun leveranciers, een categorie die in werkelijkheid alle IT-innovaties betrof. De VS en de EU sloegen terug met nationale vergeldingsnormen en staken een spaak in het wiel van de wereldwijde ontwikkeling en verspreiding van technologie. Vooral in de derde wereld, betekende handelen in het nationale belang vaak het zoeken naar praktische bondgenootschappen die passen bij die belangen – of het nu gaat om het verkrijgen van toegang tot de benodigde middelen of om samen te werken om economische groei te realiseren.

In Zuid-Amerika en Afrika werden regionale en sub regionale allianties meer gestructureerd. Kenia verdubbelde zijn handel met zuidelijk en oostelijk Afrika naarmate er nieuwe partnerschappen groeiden binnen het continent. China’s investering in Afrika breidde zich uit toen de koop van nieuwe banen en infrastructuur in ruil voor toegang tot belangrijke mineralen of voedselexport voor veel regeringen gunstig bleek. Er kwamen steeds meer grensoverschrijdende banden in de vorm van officiële veiligheidshulp. Hoewel de inzet van buitenlandse beveiligingsteams werd verwelkomd in enkele van de meest verschrikkelijke mislukte staten, leverden ‘one-size-fits-all’ oplossingen weinig positieve resultaten op. Tegen 2025 leken mensen moe te worden van zoveel controle van bovenaf en om leiders en autoriteiten keuzes voor hen te laten maken. Overal waar nationale belangen botsten met individuele belangen, was er conflict. Sporadische terugslag werd steeds meer georganiseerd en gecoördineerd, omdat ontevreden jongeren en mensen die hun status en kansen hadden zien wegglippen – grotendeels in ontwikkelingslanden – burgerlijke onrust veroorzaakten. In 2026 brachten demonstranten in Nigeria de regering ten val, omdat ze de diepgewortelde vriendjespolitiek en corruptie beu waren. Zelfs degenen die van de grotere stabiliteit en voorspelbaarheid van deze wereld hielden, begonnen zich ongemakkelijk te voelen en werden beperkt door zoveel strikte regels en door de strikte nationale grenzen. Het gevoel bleef hangen dat vroeg of laat iets onvermijdelijk de keurige orde zou verstoren waaraan de regeringen van de wereld zo hard hadden gewerkt om tot stand te brengen. •

Wat ik zou doen als…

Vroeger hadden we G.B.J. Hilterman, een journalist die ook meester in de rechten was en die altijd buitengewoon gestructureerde gedachten had over de samenhangen en de politieke machinaties in de wereld. Als ik mij goed herinner was hij elke zondag rond half twee via een van de twee toen   beschikbare Hilversumse zenders te horen. Het was een vertrouwd programma, De Toestand in de Wereld, door Meester G.B.J. Hilterman. Wij als nieuwsgierige luisteraars – iets anders dan de radio had je niet – luisterden altijd weer aandachtig naar zijn wekelijkse radiocolumn die hij steeds weer uitsprak zonder zich ooit te verspreken, zonder zelfs een kuchje of een hummetje. Indrukwekkend hoor, G.B.J. Als alleen die drie letters genoemd werden wist je al wat er komen ging en als het voorbij was dat had je het gevoel dat je weer begreep hoe de grote wereld in elkaar stak. Helaas zie of hoor ik tegenwoordig weinig mensen meer die de statuur en het inzicht hebben dat Hilterman in ons gevoel had. Uiteraard laat ik in het midden of hij altijd gelijk had, maar zijn gesproken columns waren altijd helder en overtuigend.

Vanmorgen, toen ik net wakker was vroeg ik me af wat Hilterman in deze tijd van de toestand in de wereld gezegd zou hebben, maar onmiddellijk draaiden mijn gedachten een andere kant op. Ik dacht: er gaan veel geruchten dat op dit moment de hele wereldeconomie op zijn kop wordt gezet. Tja, je moet maar durven en trouwens, wat bezielt je om zoiets te willen. Dat is niet een heel gemakkelijk te beantwoorden vraag, maar om het voor mezelf een beetje duidelijk te krijgen stelde ik de vraag: Wat zou ik doen als ik binnen vrij korte tijd de hele wereld onder een wereldregering zou willen brengen. Dus ik bedacht een plan.

Laat ik maar beginnen te stellen dat ik meen dat voor een zo grote opdracht je heel veel verstand nodig hebt, een grote denktank ook, maar geen geweten. Per slot van rekening laat de geschiedenis duidelijk zien dat gewetensvolle democratische processen alles vertragen. De oude marine uitdrukking, “een konvooi vaart zo snel als het langzaamste schip” maakt dat wel duidelijk. Als je moet wachten totdat je alle domoren en alle onverschilligen van je gelijk hebt overtuigd en eindelijk alle neuzen dezelfde kant op wijzen is de noodzaak om te beslissen vaak al achterhaald.

Om te beginnen zou ik zeker mijn doel heel duidelijk omschrijven op een manier die niet voor meerderlei uitleg vatbaar is. Dus: doel is een wereldregering waaraan de tot dan toe bestaande lokale regeringen onderworpen zijn. Die nationale regeringen kunnen en moeten zelfs blijven bestaan, maar slechts als uitvoerende organen die de voorschriften, wetten en decreten van de wereldregering uitvoeren. Vraag is echter hoe wij dat voor elkaar kunnen krijgen. Rekening houdend met de eigenzinnigheid van nagenoeg alle politieke leiders op de wereld gaat dat jarenlang strijd en storende obstructie geven. Dat moeten we zoveel mogelijk vermijden.

Zou ik zo dom zijn om bijvoorbeeld vanuit een elite forum, uitsluitend bestaande uit mensen die de top van alle relevante wetenschappen betekenen, een boodschap aan alle regeringen te sturen waarin ik het plan om snel tot een wereldregering te komen uitleg en wel zo dat alle mensen er kennis van kunnen nemen, zou dit het einde van mijn plan zijn. Alle mensen, met name die mensen die eigenlijk helemaal het belang niet kunnen beseffen omdat ze vast zitten in hun eigen kleine belangetjes, die zouden als zand tussen de raderen werken, omdat het verzet al groot zou zijn voordat we zelfs maar begonnen zijn met de uitvoering. Het moet dus anders.

Zoeven schreef ik al dat het hebben van een geweten niet nuttig is bij het uitvoeren van een dergelijk plan. Zonder hinder van een geweten als het gaat om de mogelijke schade, pijn of ziekte bij de wereldbevolking – die overigens veel te talrijk is – is angst de snelste manier om ons doel te bereiken. Angst is veruit de meest geschikte emotie om het overgrote merendeel van de mensen onder controle te krijgen. Een heel kostbare – en daarom te vermijden manier is een brute aanval door een bezettingsleger. Deze methode is zeker niet uitvoerbaar voor wereldwijde implementatie. Beter is gebruik te maken van een onzichtbare vijand door middel van een pandemie. In onze speciale laboratoria worden voldoende strijdvirussen ontwikkeld. Weliswaar is dat voor het oog van de simpele mensheid verboden, maar wijzelf zijn niet simpel.

Om een degelijke lang aanhoudende angstgolf over de wereld te sturen is het verstandig eerst wat te oefenen. Zo kunnen we een via aanraking en via de uitwerpselen te verspreiden virus gebruiken in gebieden waar de hygiëne sterk achterblijft. Ik denk aan West Afrika waar we met het Ebola virus kunnen experimenteren. Voorts kunnen we wereldwijd een volgend experiment opzetten met een SARS virus. Het beste is het om de uitbraak vanuit China te laten plaatsvinden vanwege de bijzondere gewoonten van de Chinezen om met voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong om te gaan, waardoor de natuurlijk herkomst van een dergelijk virus geloofwaardig is. Daarna is het verstandig enkele jaren te wachten.

Vervolgens kunnen we dan met een soortgelijke virusuitbraak een wereldwijde pandemie uitroepen, waarbij we de ernst van de gevolgen van een besmetting aanvankelijk sterk overdrijven. De World Health Organisation heeft nu nog een betrouwbare naam in alle landen. Als daar een pandemie fase zes wordt uitgeroepen zullen alle aangesloten landen gedwongen zijn zware noodmaatregelen af te kondigen. Natuurlijk zijn enkele betrouwbare regeringsleden en medische deskundigen en adviseurs in alle landen tevoren ingelicht over het plan. Zij hebben daarmee ingestemd en zijn ook betrokken bij de uitvoering. Zij zorgen er ook voor dat eventueel aanwezige slimme artsen die met eenvoudige bestaande geneesmiddelen de pandemie kunnen bestrijden direct aan het begin de pas wordt afgesneden waarbij hun werkwijze als gevaarlijk en verdacht bekend komt te staan.

Mooie bijkomstigheid die wij natuurlijk al jaren voorbereid hebben is het vertrouwen van praktisch alle mensen in vaccins. Hoewel we weten dat de meeste vaccins meer kwaad dan goed doen, kan een angstige bevolking er gemakkelijk toe gebracht worden een vaccinatie te accepteren als door ons aangegeven enige oplossing om de pandemie te beëindigen. Dit vaccin zal echter een manipulatief vaccin zijn, waarin technieken worden toegepast die de bevolking niet alleen gemakkelijker controleerbaar maken, maar waardoor de zwakkeren er door genetische manipulatie eerder tussenuit zullen vallen. Op deze manier bereiken we de volgende doelen:

  1. De allerzwaksten zullen binnen vrij korte tijd overlijden, terwijl hun dood toch natuurlijk lijkt, bijvoorbeeld als gevolg van doorstane angsten of economische malaise. Ook zullen de gevolgen van de opschorting van de normale medische zorg een zware tol eisen.
  2. Door toevoegingen aan het vaccin zullen gevaccineerden en niet gevaccineerden gemakkelijk herkenbaar zijn, waardoor niet gevaccineerden in afzondering geplaatst kunnen worden.
  3. Door de sterksten over te houden kunnen de inspanningen alsmede de kosten voor medische zorg aanzienlijk omlaag.
  4. De natuurlijke pijnstiller opiorfine zullen wij op ruime schaal in productie nemen en tegen zeer lage kosten overal beschikbaar maken. De reden hiervoor is dat pijntjes en aandoeningen die pijn veroorzaken de arbeidsproductiviteit zeer nadelig beïnvloeden. Het is beter als werkers moeiteloos over hun grenzen gaan. Bovendien is een goedkoop middel tegen praktisch elke pijn dat ook geen bijwerkingen heeft in het oog van de simpele mens een godsgeschenk, waarmee de waardering voor ons werk zal stijgen.

Welnu, zo zou ik het samen met de hoge elite doen als ik een gewetenloze heerser zou zijn. Ik moet echter wel zeggen dat ik daar niet geschikt voor ben. Het leven hier op Aarde en de mensen zijn me heel dierbaar. Mensen opofferen voor een zogenaamd hoger doel past eigenlijk alleen bij mensen die vinden dat zijzelf belangrijker zijn dan alle andere mensen die niet tot hun kringetje behoren. Voor het bovenbeschreven plan ben ik te gevoelig, te gewetensvol…of misschien wel te soft en te sukkelig.

Bericht van mijn vriend Mees van Deth.

Duitse regering bevestigt statelijke Corona-fraude: PCR-tests kunnen geen infectie opsporen: HUGOOTJE: GAME OVER Het Federaal Ministerie van Volksgezondheid in Berlijn heeft nu officieel een zogenaamde samenzweringstheorie bevestigd. Volgens de zeer officiële verklaring van de autoriteit kan een Corona-infectie niet worden opgespoord met een PCR-test. Het is nauwelijks te geloven, maar de Corona-fraude van de staat is eindelijk aan het licht gekomen. Het Ministerie van Volksgezondheid heeft bevestigd dat de PCR-tests eigenlijk niet in staat zijn om een infectie in de zin van de wet op infectiebescherming op te sporen. Dat blijkt uit het antwoord op een vraag van een niet tot een bestaande parlementaire fractie behorend parlementslid, Marcel Luthe. De autoriteit verklaarde dat het zich in het kader van de wet om een “reproductieve agentia (virus, bacterie, schimmel, parasiet) of een ander biologisch overdraagbare agentia dat een infectie of een overdraagbare ziekte bij de mens kan veroorzaken” moet handelen om als een “ziekteverwekker” te worden beschouwd. Op de vraag van het parlementslid of “een zogeheten PCR-test in staat is om een onderscheid te maken tussen een ‘reproductieve’ en een ‘niet-reproductieve’ virus”, antwoordde de regeringsadministratie met een “nee”. PCR-tests zijn puur bedrog Hiermee geeft de autoriteit officieel aan dat er in Duitsland op grote schaal wordt gefraudeerd. Ondanks deze kennis gebruikt de Duitse regering de resultaten van de PCR-tests om de vrijheden van de burgers te beperken en andere willekeurige maatregelen te nemen om zogenaamd tegen infectie te beschermen. Dit is pure dictatuur en schendt met voorbedachten rade de rechtsstaat, schrijft auteur Günther Strauß op Anonymousnews. De afgevaardigde Marcel Luthe is ook geschokt door deze schandalige handeling. Hij zegt tegen de Berliner Zeitung: Het is nu dringend tijd om weer rationeel en in overeenstemming met de rechtsstaat te handelen. Als zelfs de regering moet toegeven dat de dagelijks gerapporteerde testcijfers niet duiden op een infectie in de zin van de wet, ontbreekt ook de basis in de verordeningen. Want niemand kan op dit moment zeggen of en hoeveel infecties er daadwerkelijk aanwezig zijn. De tests kosten immense resources, zijn een miljardenbusiness voor de fabrikanten, maar zijn nutteloos voor de bestrijding van infecties. Bron : frontnieuws

Lijkt me belangrijk genoeg om snel aan mijn lezers door te geven.

Gezien door Mees van Deth om 12:02 Mees van Deth

  •  

Wat ik vroeger dacht en met hoeveel twijfel ik daar nu naar kijk

Ik herinner me nog het moment dat George Bush junior het in de verkiezingen aflegde tegen Barack Obama. Een gevoel van hoop vervulde mij. De beschaving brak door aan de overkant van de oceaan. Amerika had eindelijk een zwarte democratische president. Dat de man relatief weinig voor elkaar kreeg tijdens de acht jaren die zijn presidentschap duurde kwam natuurlijk omdat die vervelende racistische republikeinen, die nog altijd de meerderheid in de senaat hadden, hem geen successen gunden. Ik vond Barack Obama een beschaafde heer met een enorme uitstraling en een geweldig redenaarstalent. Waarschijnlijk kon hij erg goed teksten uit zijn hoofd leren, want in Amerika ligt elk woord op een goudschaaltje, wat het voor scherpzinnige geesten die meester zijn in het debiteren van slimme oneliners de ideale plaats maakt om invloed te verwerven.

Ik zag hoe de sympathieke Obama, die volgens mij alleen maar werd gehinderd uit puur racistische overwegingen, het tenslotte moest afleggen tegen de voortdurend bewijsbaar liegende en bluffende Donald Trump. Ieder fatsoenlijk mens in mijn omgeving meende ook dat de hackende Russische Trollen Trump aan de vast en zeker gestolen overwinning hadden geholpen.

Met veel heisa en beschuldigingen aan het adres van de democraten is er nu een nog steeds heftig betwist einde aan de Trump regering gekomen en komt het tamelijk oude heertje Biden, die eigenlijk nog nooit erg veel van betekenis gezegd of gedaan heeft de overwinning van de Amerikaanse presidentsverkiezingen opeisen. En nu sta ik voor een enorm dilemma.

Sedert de tijd dat ik als kind Harriet Beecher Stowe’s De Hut van Oom Tom had gelezen, voelde ik een geweldige afkeer van de Amerikaanse republikeinen die natuurlijk – volgens mij dan – uit de zuidelijke staten kwamen en die slavernij de gewoonste zaak van de wereld vonden. Slecht volk dacht ik, want in zwarte-wit denken zijn wij natuurlijk bijna allemaal opgevoed, zodat er verbazend weinig ruimte overblijft voor het besef dat er tussen andersdenkenden eigenlijk best verdomd goede mensen kunnen zitten.

Wat brengt mij dan nu toch in dubio als het gaat om dit werkelijk onwaarschijnlijk nietige Amerikaanse presidentje? Eigenlijk maar één statement van de man en zijn verschijning die voor het grootste deel plaats vindt met een zwart masker voor zijn gezicht. Nou niks bijzonders zul je zeggen, als je mijn opinie over de werkelijk smerige gewoonte kent over het voortdurend dragen van gezichtsmaskers.

Ik hoorde namelijk toekomstig president Jo Biden vol overtuiging roepen dat hij uitgebreide lockdowns zou uitroepen om de verschrikkelijke Covid-19 pandemie een halt toe te roepen.

Dat ik Covid-19 het grootste bedrog ooit vind heb ik volgens mij vaak genoeg geschreven. En dat ik de maatregelen om deze zogenaamde pandemie te beteugelen zie als een poging van de wereldelite om alle mensen die niet bij hun clubje horen door middel van volstrekt af te wijzen levensgevaarlijke vaccinaties te veranderen in bruikbare werkmieren, en intussen ons aantal terug te brengen tot minder dan de helft. Dat is wat ik op ons af zie komen. Als die elite namelijk zijn zin krijgt zal er van de creatieve vrije ontwikkeling van de aardmens niets anders meer terecht komen dan een verachtelijk aftreksel van wat nu in potentie nog mogelijk is.

Ja, ik weet het wel, gemakkelijk gaat het allemaal niet, maar als we er in slagen om het die verachtelijk elite hufters onmogelijk te maken ons steeds weer voor hun profeitelijke oorlogen te laten voeren dan… nou ja, dan moet je eens kijken waartoe wij in staat zijn.

Tja dacht ik: weer volgens het oude recept een onbeduidend visieloos mannetje. Een Amerikaanse president die meeloopt met wat hem door de elite wordt opgedragen, namelijk het verder slopen en uithollen van de wereldeconomie, zodat alles binnen de kortste keren klaarligt voor goedkope overname wegen faillissement.

Nou ja, ik hoop dat je nu mijn twijfel snapt over dingen waarover ik vroeger in mijn zwart-wit periode stellig overtuigd was.

Ongeluk

Ik moet eerlijk toegeven dat het wel even schrikken was. Hoewel het allemaal veel te snel ging om bang te worden merkte ik achteraf, toen een paar vriendelijke mannen mij aan de goede kant van de weg naar een veilig plekje hadden geduwd wel dat mijn handen nogal trilden Ik merkte dat toen een vriendelijke politieagente vanachter een mondkapje vroeg naar mijn rijbewijs. Het kostte me bijna een minuut om het roze kaartje uit mijn portemonnee te frunniken. Ja, ik was toch wel een beetje geschrokken. Tot mijn eigen stomme verbazing had ik me niet bezeerd. Je moet maar geluk hebben, dacht ik.

Ik ging een bezoekje afleggen in Hilversum. Vroeger kon je, waar ik naar toe moest, komen via de Oostereng weg. Vlak na de overweg moest ik dan rechtsaf… Die weg is voorlopig niet toegankelijk omdat men het blijkbaar nodig vindt om ook daar de overweg te vervangen door een tunnel. Dat kan wel een poosje duren. Tegenwoordig moet je dan via Hilversum Noord naar binnen. Dat was ik ook van plan. Ik nam vanaf de A27 de afslag richting Amsterdam, om bij Laren de weg weer te verlaten.

Op de invoegstrook naar de A1 rijdend reed ik naast een vrachtwagen. Tot dat moment niets aan de hand. Mijn rijstrook hoefde ik niet te verlaten, want de afslag naar Laren zou weldra komen. Tot mijn stomme verbazing zag ik echter de vrachtwagen naast mij naar rechts neigen en ik dacht: gewoon doorrijden hij hoeft helemaal niet naar rechts. Toen ik echter dacht hem gepasseerd te zijn bleek hij toch naar rechts gestuurd te hebben. Ik voelde een hevige klap tegen de achterzijde van mijn oude Nissan en begon over de weg te tollen. In een soort pirouette over de weg belande ik met de neus van de auto in de tegengestelde richting met een flinke klap tegen de vangrail. Jeetje, wat nu, dacht ik. Dit heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Ja, met een andere auto had ik ooit ook wel eens een behoorlijke schade met een klap van links meegemaakt waarbij mij auto ook een halve slag gedraaid was. Maar vandaag draaide ik echter – gelukkig achter die vrachtwagen – zomaar anderhalve slag. Nou ja, politie erbij, ambulance mensen erbij.

Een heel vriendelijke chauffeur van een bestelwagen was vlakbij gestopt en hielp door met nog een vrijwilliger de auto op een veilige plek aan de rechterkant te zetten. Waarom weet ik niet, maar ik kon ineens niet starten. De man van de wegsleep dienst die mijn auto op de vrachtwagen reed startte echter gewoon en reed mijn beschadigde auto op de schuine bak.

Gelukkig kon ik meerijden naar het sleepbedrijf waar we met de geschrokken oude Poolse vrachtwagenchauffeur de schadepapieren invulden. Mijn trouwe Nissan Primera staat nu zwaar gehavend bij het autoschadebedrijf. Ik vrees total-loss, want het is een oud beestje uit 2006, maar hij reed nog zo lekker.

De ambulance mensen zeiden dat ik goed op moest letten en vooral waarschuwen als er ergens pijn zou zijn. Ik heb tijdens de hele pirouette en de klap tegen de vangrail eigenlijk niets gevoeld dat mij de indruk gaf dat ik een zware dreun kreeg.

Geluk had ik vandaag weet je, stom geluk, want als je met de neus van de auto de verkeerde kant op tegen de vangrail staat en een grote vrachtwagen kan zo snel niet meer remmen, tja, dan had ik hier nu niet dit verslagje kunnen schrijven. Misschien wel nooit meer. Vandaag heb ik dus toch een reden om dwars door het corona gezeur heen toch een beetje blij te zijn. Ik mag nog even door.

Ik schaam mij

Als je dit gelezen hebt zul je misschien denken dat ik me daarvoor toch niet hoef te schamen, maar dat doe ik wel. Ik zit hier met dat rottige gevoel in mijn lijf dat ik me het anders had voorgenomen en dat ik toch maar heb toegegeven. Waar het over gaat? Mondkapje.

Vanmiddag moest ik even naar het ziekenhuis in Blaricum om een beetje bloed te laten afnemen. Met zo’n gebeurtenis ben ik tegenwoordig in gedachten dagen van te voren bezig. Niet dat ik een prikje in mijn arm om een beetje bloed af te nemen erg vind hoor. Nee, dat heb ik al zo vaak meegemaakt. Waar het wezenlijk om gaat is dat bij mij van binnen alles in opstand komt tegen de dwang om te gehoorzamen en iets te doen waarvan we allemaal weten – of althans kunnen weten dat het geen enkel effect heeft. Zelfs TU Delft heeft duidelijk vastgesteld dat de hier en daar verplichte niet-medische mondkapjes geen enkel effect hebben.

Ik reed dus naar het ziekenhuis, parkeerde mijn auto en liep welgemoed naar de hoofdingang. Twee mannen wachtten mij op. Of ik een afspraak had. Ja, die had ik, want waar je vroeger gewoon binnen kon lopen voor bloedafname moet je tegenwoordig een afspraak hebben. Een van de twee mannen van het ontvangstcomité reikte mij een mondkapje aan. Nu weet ik dat tegenwoordig veel mensen zelfs buiten in de frisse lucht hun gezicht met zo’n ding bedekken, wat naar ik begrepen heb op den duur je gezondheid niet ten goede komt. Dus ik zei: ‘nee hoor, ik hoef geen mondkapje’ en liep door en omdat ik precies weet waar de bloedafname zit dacht ik door te lopen, maar nog geen tien meter verder stond alweer de volgende bewakingspost die opnieuw wilde weten of ik een afspraak had. Ja die had ik, dat had ik trouwens tien meter terug al gezegd. Intussen was een lange jongen met blond haar en een bedekt gezicht die daarnet nog bij de ontvangstbalie zat mij nagerend en vroeg of hij dan een mondkapje voor me moest halen. ‘Is dat dan verplicht?’ vroeg ik. ‘Ja, in het ziekenhuis is het verplicht’, zei de knul.

Tja, ik stond in tweestrijd. Die verplichting tot het dragen van mondkapjes op sommige plaatsten gaat helemaal niet over hygiëne of gezondheid. Het gaat over gehoorzamen aan zinloze voorschriften. Het gaat over het verbergen van je gezicht, omdat niemand kennelijk meer geïnteresseerd is in het feit dat je van gezichten van mensen die je spreekt alleen de bedoelingen en de emoties kunt aflezen als je het hele gezicht ziet. Stik maar met je emoties, het is in deze samenleving op veel plaatsen verboden je gezicht te tonen. Gehoorzamen zal je. Waar doet me dat nou toch aan denken?

Die lange blonde verpleger, die zijn eigen gezicht al verborgen had achter zo’n plastic dop met twee elastieken om je achterhoofd, reikte mij ook zo’n ding aan. Allebei de elastieken om uw hoofd zei hij nog.

Toen had ik het ding aan hem terug moeten geven en waardig naar buiten moeten lopen. Ik had zelfs nog kunnen zeggen dat het zijn mondmasker maar moest steken waar de zon nooit schijnt, maar zelfs tot die kleine heroïsche daad kwam ik niet. Ik trok de elastieken over mijn hoofd, stelde vast dat mijn bril onmiddellijk besloeg, maar dat was het ergste niet. Deze plastic dop stonk. Er hing een smerige chemische plastic lucht in het ding. Toen had ik nog één keer de kans om een daad van protest te verrichten. Maar ja, ik wilde toch wel even die bloedafname.

Uiteindelijk heb ik mijn voorgenomen heldhaftige proces ingekrompen. Ik trok die stinkende plastic dop onder mijn neus, zodat ik die stank niet meer rook. Niemand zei er iets van. Blijkbaar doen meer mensen dat. Dus schaam ik me omdat mijn verzet zo onopvallend was. Nou ja, ik troost me maar met de geachte dat ik in elk geval niet helemaal gehoorzaam was.

Fraude?

Tamelijk lang na de lijsttrekkersverkiezingen in het CDA hoor en zie ik nog steeds berichten dat er een luchtje aan die verkiezingen zat. Eerlijk gezegd was ik ook zeer verwonderd over de uitslag waarbij de gerenommeerde en altijd voor de benadeelde mensen opkomende politieke reus, Pieter Omtzigt met een heel klein verschil werd verslagen door de voor mij tot dan toe volkomen onbekende, maar naar nu blijkt zeer fanatieke meest schadelijke politicus ooit, Hugo de Jonge.

Zou het mogelijk zijn dat er in ons altijd zo rustige vaderlandje, waar we gewend waren aan politici waarmee je het niet eens kon zijn, maar die toch altijd eerlijk hun mening zeiden, dat er in ons – zoals ik zojuist dromerig schreef – rustige vaderlandje wij allemaal grotelijks voor de gek zijn gehouden.

Moeilijke vraag, vind ik ook hoor. Je krijgt de vinger er moeilijk achter. Zeker nu de onderzoeksjournalisten allemaal hun computers, schrijfpapier en pennen hebben moeten inleveren, terwijl hun monden voor de zekerheid dichtgeplakt zijn met Duck tape. Nu is het daardoor heel moeilijk om ergens achter te komen. Zelfs dingen die in het volle zicht gebeuren, zelfs daarvan kunnen we de achtergronden niet natrekken.

Wel zag ik dat de CDA leden met de telefoon hadden kunnen kiezen wie lijstrekker moest worden. Als ze dan op de foto van Omtzigt tikten kregen ze toch de melding: Bedankt voor uw stem op Hugo de Jonge. Oeps, dat hadden we vast niet mogen zien.

Ik moet zeggen dat ik Rutte eigenlijk tot het begin van dit jaar nooit op een duidelijke mening heb kunnen betrappen. Handige debater dat wel. Ziet echt kans om bijna elk debat in zijn voordeel te beslechten, ik bedoel dat de opponent dan uitgepraat is c.q. geen tegenargument meer heeft.

Van de week zag ik ook weer een prachtig staaltje van Ruttes ‘veeg ze van de vloer’ retoriek.Van Haga, die tegenwoordig nuttige en zeer noodzakelijke vragen stelt, is al weken bezig om zowel Rutte als de Jonge antwoorden op noodzakelijke vragen te ontlokken. Van Haga wilde antwoord op de vraag waarom alle al dan niet vals positieve besmettingsmetingen met een PCR test die daarvoor niet is ontworpen en ook niet deugt, toch hardnekkig besmettelijk en patiënt worden genoemd, terwijl ze dat in overgrote meerderheid niet zijn. Dit leidt tot verkeerd begrip en sterk overdrijven van de werkelijke situatie en daarmee tot onnodige en vaak draconische maatregelen.

Tot mijn stomme verbazing antwoordde Rutte dat de onderscheidelijkheid aangaande de corona meetresultaten door de mensen thuis niet begrepen zou worden. Met andere woorden: we zeggen gewoon dat het allemaal erg en verschrikkelijk en nog steeds gevaarlijk is anders begrijpen die stomme Hollanders het toch niet. Ik moet zeggen dat deze opmerking van Rutte voor mij eens te meer duidelijk maakte dat er een spelletje met ons wordt gespeeld, wat mij betreft een heel vies spelletje, nog afgezien van het feit dat het een wel heel grote belediging aan het adres van ons allemaal is. Wat denkt die vent wel, dat we achterlijk zijn?

Hoe dan ook, voor mijzelf heb ik vast gesteld dat incompetente meeloper Hugo de Jonge door verkiezingsfraude het vervelendste ministertje ooit geworden is en dat het buiten spel zetten van de volksvertegenwoordiging via een uiterst discutabele noodwet deel uitmaakt van een heel groot internationaal proces bedoeld om, zoals ik langzamerhand via vele bronnen heb vernomen, de wereldeconomie te resetten en de bevolkingsaantallen drastisch terug te brengen.

In de veehouderij noemen we dat ruimen.

We kunnen rustig naar de tv blijven kijken naar al het voorgeschreven eenzijdige nieuws, maar misschien moeten we toch maar iets anders kiezen…