De Waarheid is een engeltje, Ze heeft een blauwe fiets, En als je haar naar feitjes vraagt, Dan zegt ze meestal niets.
Soms valt er een papiertje, Toevallig uit haar tas, Daar staat vaak maar één woordje op, Dat dwarrelt in het gras.
Daar schrikt het engeltje dan van, Want dat had niet gemogen, Ze stapt dan haastig op haar fiets, En spoedt zich naar den Hooge.
En als ze thuiskomt krijgt ze straf, Daar van de Hooge Heeren, Dan zegt de baas: ik vraag me af, Of je het ooit zult leren.
Het arme kleine engeltje, Mag vaak niet naar beneden. Daar heeft de Waarheid dan helaas, Heel vaak onder geleden.
Peter P. van Oosterum