Dat doet mijn Japie niet. Moeders deugen ook niet altijd.

Ik zie het nog haarscherp voor me, alsof het gisteren gebeurde. Het was een mooie zonnige lentedag, de zon scheen en er was geen wind. In de voortuin van ons huis in de Lijsterstraat in Den Helder stonden een heleboel tulpen prachtig te bloeien.

 Mijn vader stond er voor het raam tevreden naar te kijken, want het was voor het eerst dat hij in de voortuin tulpenbollen had geplant en ze waren allemaal prachtig opgekomen. Ineens zag hij de bloem van een tulp op de grond vallen en even later nog een en nog een.

Hij zag nog een tulpenbloem vallen die door een steentje getroffen was. Boos keek hij de straat in en zag daar de oorzaak van de moord op zijn bloemen. Een buurjongetje, Japie Baven van vier huizen verderop zat met steentjes naar onze tulpen te mikken. Toegegeven, het is niet gemakkelijk om met een steentje de bloem van een tulp te mikken en ik veronderstel dan ook dat handige Japie het een hele prestatie van zichzelf vond dat hij erin slaagde de ene na de andere tulp te koppen. Mijn vader dacht daar uiteraard heel anders over en stapte de deur uit om vier huizen verder bij de familie Baven aan te bellen.

Moeder Baven deed open en stond daar in de deuropening. Ik herinner mij haar nog goed. Ze was een grote ietwat lompe vrouw. Ik denk dat ze wel een kop groter dan mijn moeder was. Wat er aan de hand was, vroeg ze aan mijn vader. ‘Jouw Japie staat met steentjes de koppen van mijn tulpen te gooien,’ zei mijn vader. Hij probeerde nog niet al te woedend te klinken om de indrukwekkende moeder in de deuropening niet direct tegen zich in te nemen. Na zijn mededeling viel er een korte stilte… Dan kwam het antwoord van moeder Baven: ‘dat doet mijn Japie niet’ was haar reactie. En nadat ze dat gezegd had sloot ze de deur resoluut en liet mijn vader daar op de stoep staan.

Ik zie hem nog thuis komen, kokend van woede, wat ook die hele verdere dag zijn gemoedstoestand was. Als ik mij deze en soortgelijke gebeurtenissen in mijn leven herinner – ik was toen denk ik dertien of veertien – dan denk ik het ontkennen van de werkelijkheid, de ultieme bron van echt nepnieuws komt niet van mannen. Ja, mannen hebben het kunstje misschien wel overgenomen, maar het is ze vast geleerd door over-protectieve moeders. ‘Nee hoor, dat kan niet. Dat doet mijn Japie niet.’ Ik hoor het ze zeggen.

Dodenherdenking 2024

Braaf was het vooral braaf en in de voorgeschreven stemming. We zagen nu de helft van de mensen op de Dam. Burgemeester Femke had al van te voren bedacht dat er wel eens rellen konden uitbreken dus waren er tienduizend kaartjes voor het evenement uitgegeven. Femke was er trouwens zelf ook. Ze had een prachtig zwart jurkje aan met een enig hoedje.

Er waren drie toegangsplekken waarlangs de Dam betreden kon worden, maar dan moest je wel goedvinden dat je gefouilleerd werd zodat voor de bewaking duidelijk was dat je geen persoonlijk teken van opinie kon laten horen of zien. Waar ging het hele feest ook alweer over? O ja, ik weet het alweer. Het ging over het herdenken van mensen die in de afgelopen jaren bij allerlei militaire toestanden en in oorlogen en onderdrukking waren omgekomen. Nou ja en natuurlijk ging het er ook over dat we zo blij waren dat we nu in een vrij land en eigenlijk helemaal in vrijheid leven. Vandaar dat de hele gebeurtenis stijf stond van de politiebewaking en dat iedereen gefouilleerd moest worden. Zeg maar streng bewaakte vrijheid dus.

Natuurlijk werden er allerlei verhalen verteld over mensen die heldhaftig voor onze vrijheid hadden gestreden en die dat niet hadden overleefd. Ook werd er met een zekere regelmaat de dringende en ook algemeen gevoelde wens uitgesproken dat het nooit meer zou gebeuren. Die wens, je weet wel die door sprekers vaak wordt geuit als er iets vermijdbaar ergs is gebeurd waar sommige mensen de schuld van kunnen krijgen.

Wat dat laatste betreft vond ik echter – en dat is me bij vorige gelegenheden op deze datum al vaker opgevallen – blijft de organisatie altijd weer in gebreke om de schuldigen aan te wijzen. Laten we daar nu eindelijk eens reëel over zijn. Oorlogen ontstaan niet van zelf. Ze lijken in hun ontstaan eigenlijk nog het meest op een open haardvuur. Dat moet je aansteken en van brandstof blijven voorzien en voordat het brandt heb je wel de juiste spullen nodig. Daar houdt de overeenkomst trouwens wel op hoor. Voor oorlog heb je in elk geval goede verkopers van de wapenindustrie nodig. Dat is namelijk een van de rijkste takken van industrie ter wereld. Nou, let op, wapens verkopen mag. Wapens zijn duur, er wordt veel geld aan verdiend. Iedereen weet dat reclame verkoop bevorderend werkt. Dat geldt ook voor de wapenindustrie. Dus moet je als wapenfabrikant wel zorgen dat landen ruzie krijgen. Daar zijn uiteraard allerlei verfijnde, maar ook verdorven communicatie mogelijkheden voor. Maar goed, dan verkoop je wel meer wapens en maak je dus meer winst en dat is goed voor je business en natuurlijk voor je beurswaarde en je blije aandeelhouders.

Er zit een klein nadeeltje aan je handel en dat is wel vervelend maar helaas onvermijdelijk: er gaan bij het correcte gebruik van wat jij je klanten levert vaak veel mensen dood. Maar ja, zo is het leven nu eenmaal moet je maar denken.

Drie soorten als het om mensen gaat.

Beetje ruwe indeling? Beetje erg oppervlakkig?

Valt wel mee, lees maar.

Vanmorgen werd ik wakker met een nieuwe eigen indeling in de soort ‘aardmens’. Nou ja, zo af en toe heb ik dat, dan word ik wakker met een idee dat naar mijn mening op dat moment de algemene inzichtelijkheid aangaande de menselijke soort aanmerkelijk kan verbeteren. Wat dan nu weer? Denk je misschien. Nou, deze is zo gek nog niet. Je hebt namelijk in grote lijnen maar drie soorten. Je hebt supporters en scheidsrechters (die laatste al dan niet in ruste) en bestuurders.

Laat me eerst maar de supporters beschrijven want daarvan zijn er de meesten. Supporters zijn mensen die in groepen denken en leven. Binnen hun groep zijn ze het over bijna alles met elkaar eens. Het is verleidelijk om in dit verband eerst aan de voetbalsupporters te denken, omdat de kenmerken en doorgaans ook de oorsprong van dat supporterschap meestal duidelijk zijn, maar de supporters kenmerken gaan in grote lijnen voor alle groepen op. Hun jeugd verloopt vaak op een sterk op elkaar gelijkende wijze. Als ze niet zelf door hun vader op de voetbalclub gezet zijn in de hoop dat ze een uitblinker zouden blijken te zijn waar de vader dan trots op kon zijn, dan zijn ze in elk geval wekelijks door vader meegenomen om naar de wedstrijd te kijken van de club waarheen ook vader in zijn jeugd door zijn vader werd meegenomen. Het is de club die allen die daar steeds weer komen dat heerlijke wij-gevoel geeft. Het is de club waar winnen het enige is dat telt, waar de winst van elke andere club je vervult met boosheid en afgunst en waarvan buitenstaanders geen kwaad moeten zeggen, want dan kan het wel eens bonje worden. Het is de club, kortom, waaraan je levenslang je inzet – en vaak ook je contributie geeft. Kijk je, wat je heel vaak doet, naar een voetbal wedstrijd op de televisie, dan bepaalt de positie in de competitie van jouw club op dat moment wie er van jou mag winnen. Overigens hebben supporters weinig neiging om initiatieven te nemen. Wel kunnen ze bij teleurstellende wedstrijduitslagen ontevreden en boos roepen, maar initiatieven worden toch altijd aan bestuurders overgelaten. Maar het kan veel verder gaan. Vals spelen mag als je maar wint. Met zijn allen mag je als supporter koken van woede en van alles doen om daaraan uiting te geven als een scheidsrechter laat merken dat hij ziet dat je vals speelt. Maar tenslotte vooral dit: als supporter voel je je geborgen, je voelt je veilig, je hoort erbij, wat er ook gebeurt. Oh ja, en dan natuurlijk dit: het is beter en veiliger om met de supporter niet van mening te verschillen over de club waarvan hij supporter is. Of je nou supporter van een andere club bent of scheidsrechter, al dan niet in ruste, dat doet er dan niet toe.

Ja, en dan krijgen we nu natuurlijk de scheidsrechters, al dan niet in ruste. Eigenlijk zijn scheidsrechters eenzame mensen soms, met name als ze nog actief in het leven staan zijn het moedige doorzetters, maar je treft er zeker veel ietwat filosofische individualisten onder. Veel minder – en vaak ook helemaal niet hebben zij de neiging om partij te kiezen. Supporters kunnen daar vaak onredelijk boos over worden, eenvoudigweg omdat ze niet kunnen verkroppen dat een scheidsrechter kan vinden dat hun club geen officieel gelijk krijgt. Om die reden gaan heel veel scheidsrechters al vroeg in ruste. Het is natuurlijk ook slopend te moeten ervaren dat je goed en belangeloos over een twistpunt hebt nagedacht en dat je op grond van jouw eerlijke conclusie steeds weer een storm van verontwaardiging en soms zelfs geweld over je heen krijgt. Supporters vinden namelijk praktisch altijd dat ze gelijk hebben omdat de groep om hen heen die mening deelt.

Eerlijk gezegd is dat waarschijnlijk het enige nadeel dat er aan democratie zit. Groepen kunnen namelijk met slimme psychologische technieken gemakkelijk worden beïnvloed. Vooral omdat groepen de neiging hebben het veilig met elkaar eens te zijn vertonen supporters weinig neiging een afwijkende mening een kans te geven en dan geldt binnen een democratische organisatie het recht van de meerderheid. Vroeger ging het in onze volksvertegenwoordiging precies zo en kon een meerderheid een wetsvoorstel of een ander ministerieel besluit weg stemmen en dan ging het niet door. Tegenwoordig gaat dat helaas iets anders zeer tot teleurstelling van de echte eerlijke scheidsrechters. Dat brengt me in dit betoog bij de bestuurders.

Bestuurders zijn mensen die in overgrote meerderheid altijd heel initiatiefrijk zijn. Ze zijn heel resultaatgericht en streven er altijd naar hun plannen uitgevoerd te krijgen. Om dat te bereiken is het noodzakelijk dat ze ofwel overtuigings – ofwel overredingstechnieken gebruiken. Dat laatste betreft communicatie technieken waarbij een zodanige verwarring bij toehoorders ontstaat dat ze geen ‘nee’ kunnen zeggen. Hoe beter een bestuurder bedreven is in deze technieken hoe meer hij wereldwijd zijn zin krijgt. Misschien is het voor een goed begrip handig om enkele van de hulptechnieken voor bestuurders te noemen.

  1. Schier onuitputtelijke financiële bronnen.
  2. Angst. Met name zit het in de aard van de supporter te volgen wat iedereen doet
  3. Aanwakkeren van het clubgevoel: Wij zijn goed en zij zijn slecht.

Bovenstaand min of meer allegorisch stukje beschrijft ruwweg de volkomen gemanipuleerde en vooral onzinnig-gevaarlijke toestand waarin we ons nu bevinden.

Rare tijd, rare sfeer toch?

Mij bekruipt de laatste tijd het gevoel dat we in een soort hypnotische toestand gehouden worden. Nou ja, niet zo raar dat uitgerekend ik daaraan denk. En ik denk eraan omdat ik een aantal jaren geleden een sciencefiction roman schreef met de titel: Het Komodo Project.

In die roman wordt een brave oersterke marinier genetisch omgevormd tot een onverslaanbare draakachtige soldaat, maar tijdens dat proces wordt hij er zich ook plotseling van bewust dat hem groot onrecht en verdriet is aangedaan om hem te bewegen beschikbaar te zijn. In het laatste hoofdstuk van dat boek treedt deze supersoldaat op als de wrekende gerechtigheid en vernietigt de fabriek waar chemtrailmateriaal wordt gemaakt, die rommel dus die nu vaak stiekem uit vliegtuigen in onze atmosfeer wordt gestrooid en echt niet alleen om regen te maken.

Als je, zoals ik en vele anderen met mij, de tijdgeest wat beter begrijpt dan de gemiddelde man in de straat, dan wordt je al snel een complotdenker of een wappie genoemd.

Gemiddeld denken de meeste mensen dat de mensen die de bazen op deze wereld zijn het uit welbegrepen eigenbelang goed met ons voorhebben, maar dat is beslist niet zo. Om ons dat te laten blijven denken is het nodig dat wij waar mogelijk in een soort suffige meegaandheid worden gehouden. In elk geval is het niet de bedoeling dat we massaal in opstand komen. Tenslotte gaan er heel veel makke schapen in een hok. 5G aangestuurd materiaal uit chemtrails en zogenaamde vaccins doen ons veranderen in bestuurbaar vee.

We kunnen redeneren dat het nu eenmaal zo gaat dat we altijd geleefd hebben in een wereld waar de gemiddelde mens zich laat regeren door een kleine groep inhalige eerzuchtige egoïstische miljardairs. Alle oorlogen uit het verleden zijn gestookt om geld te verdienen.    De rijke wereldelite heeft het echt niet goed met ons voor hoor. Op het ogenblik – en dat gelooft ook weer bijna niemand – is de stinkend rijke miljardair, Bill Gates al een aantal jaren bezig het grootste deel van de mensheid te vernietigen. Omdat hij van mening is dat de wereld toebehoort aan de rijke elite is hij al bijna tien jaar bezig ons door zogenaamde vaccins, die alleen maar levensgevaarlijk zijn, in aantallen terug te brengen tot minder dan een kwart. De bedoeling is dan dat we tevreden sufferds zijn die gehoorzamen en vooral geen eisen stellen.

En nu woeden er weer oorlogen en is er angst en kan de wereldelite zijn gang gaan want weetje, als je wilt dat mensen je gehoorzamen dan moet je ze bang maken en dat lukt het best met oorlogen, want dan wordt iedereen bang en hoor je roepen: ‘oh, als het maar niet hier komt en we moeten wapens sturen dan kan het dáár gewonnen worden, alsjeblieft niet hier. En angsthazen die we zijn nemen we besluiten die het tegenovergestelde bereiken van wat we willen.

Goed, je moet weten dat angst je aller slechtste raadgever is. Wil jij dat het op enig moment op een voor jou aanvaardbare manier goed komt in onze wereld: WEES DAN NIET BANG.

Kijk hier mensen. Als je er ook bent ingevlogen, je voor de gek hebt laten houden, al dan niet met akelige bijwerkingen, dan moet je dit artikel een goed en aandachtig lezen.

Pfizer wordt er door de Britse farmawaakhond van beschuldigd de industrie in diskrediet te hebben gebracht. Directeuren van de vaccinmaker gebruikten social media om een vaccin te promoten dat (nog) niet was goedgekeurd.

De farmareus heeft misleidende claims gedaan, oordeelt de waakhond, de Prescription Medicines Code of Practice Authority (PMCPA).

—Lees verder na dit advertentieblokje—

Het gaat om een bericht dat in november 2020 door hooggeplaatste Pfizer-medewerkers op het toenmalige Twitter is geplaatst. Zij hebben het platform volgens de waakhond misbruikt om hun coronavaccin ‘op misleidende en illegale wijze’ te promoten.

Geen verwijzing naar bijwerkingen

Dr. Berkeley Phillips, medisch directeur van Pfizer UK, deelde een bericht van een Amerikaanse medewerker van Pfizer, die schreef: “Ons kandidaat-vaccin is 95 procent effectief tegen corona en 94 procent effectief voor mensen die ouder dan 65 jaar zijn.”

Vier andere Pfizer-medewerkers plaatsten hetzelfde bericht.

De PMCPA merkt op dat dit bericht ‘beperkte’ informatie bevat over de werkzaamheid van het vaccin, geen veiligheidsinformatie en geen verwijzing naar bijwerkingen.

Iedereen liep achter de muziek aan

Dr. Phillips beweert dat hij het bericht ‘onbedoeld’ heeft gedeeld. Daar moet neuroloog Jan Bonte toch wel even heel hard om lachen. “Dit was héél intentioneel, en héél gericht. Want het persbericht van Pfizer was volstrekt gelijk.”

Dit is wat Pfizer tot kunst verheven heeft: goedkoop oud ijzer verkopen als ware het goud. En iedereen liep achter de muziek aan, inclusief hoogleraren en intensivisten die beter hadden moeten weten, aldus Bonte, die benadrukt dat Pfizer al tientallen jaren de kluit belazert.

Zij werden niet van social media verwijderd

“En waarom liep iedereen achter de muziek aan? Van artsen tot hoogleraren? Omdat de muzikanten enorm goed betalen,” voegt moleculair bioloog Peter Borger hieraan toe.

“Deze mensen – en politici die dat ook deden – werden helaas niet van social media verwijderd,” merkt onderzoeksjournalist Marc van der Vegt op.

Inertie.

Eén groot probleem hebben we bij het omgaan met alle goed bedoelde, maar helaas buitengewoon stupide uitpakkende maatschappelijke ideeën: inertie, letterlijk massatraagheid en in dit geval letterlijk de traagheid van het vermogen van de massa om van gedachten te veranderen of beter nog om wendbaar mee te denken als een inzicht om evidente redenen onjuist blijkt. We zien dat op allerlei terreinen gebeuren. Wel gaat het hier om maatschappelijke terreinen die overduidelijk economische wortels hebben en dan ook in hoge mate van invloed zijn op de economie. De gevolgen zijn doorgaans op zijn minst vervelend en op zijn ergst rampzalig.

Met grote kapitale inspanningen is de westerse wereldbevolking in doorsnee ervan overtuigd geraakt dat zij er als groep verantwoordelijk voor is dat het klimaat op een manier verslechtert die de ondergang van de mensheid kan betekenen. Uiteraard zal elk redelijk denkend mens met enig inzicht in de historie van onze planeet uit zichzelf wel denken dat het zo’n vaart wel niet zal lopen, maar eerstens zijn er van dat soort mensen gewoon niet genoeg en vervolgens leiden de economische belangen, gehanteerd door malafide Ngo’s tot uitgekiende psychologische oorlogvoering tegen een ieder die tegen het gewenste narratief ingaat. Kortom, de massa beschouwt je als een onverantwoordelijke parasiet op onze wereld als je de mening van inmiddels meer dan negenduizend klimaatwetenschappers verkondigt die, gesteund door geschiedenis en overvloedige bewijzen vertellen en uitleggen dat het hele klimaatrampscenario één grote leugen is met het krijgen van veel macht en geld als overduidelijke bedoelingen. De bekende Amerikaanse schrijven Marc Twain heeft eens in een wijze opwelling gezegd dat het eenvoudiger is om een heel volk voor de gek te houden dan om mensen te doen inzien dat ze voor de gek gehouden zijn. En waarom is dit nu dan waarschijnlijk een waarheid die, veel eerder en ernstiger dan dat het klimaat, zo ongelooflijk veel schade aan onze wereld zou toebrengen? Tja, waarom… Eigenlijk is het antwoord op deze vraag betrekkelijk eenvoudig te geven. Het toepassen is echter een heel ander verhaal.

In de huidige maatschappelijke context en machtsverhoudingen hebben machtsbeluste en zeer kapitaalkrachtige instituties met gebruikmaking van voortdurende psychologische misleiding en angst veroorzakende beïnvloeding ervoor gezorgd dat het merendeel van de bevolking wel gelooft dat het klopt wat ons is voorgekauwd betreffende de beweerdelijke kwalijke invloed van de mens op het klimaat. Om de overigens onzinnige gedachten bijvoorbeeld over het klimaat levend te houden worden storende demonstraties georganiseerd. Uiteraard is de kern van een dergelijke groep betaald. Verder treedt de politie ertegenop. Het lijkt dus allemaal net echt. Wat daarbij ook geweldig goed uitkomt is dat er bijvoorbeeld demonstraties zijn van boze boeren die van hun land gezet dreigen te worden op basis van een al even idiote stikstof politiek. En die demonstraties zijn wel echt en ook hinderlijk, maar zeker terecht.

Ja, in dit geval neemt het laten we zeggen wat minder doorgestudeerde deel van het geïndoctrineerde volkje beide demonstraties serieus en gaat iedereen naar huis met de diepe bezorgdheid in het hart en in de helaas volkomen onterechte zekerheid dat CO2 en Stikstof het voortbestaan van de menselijke beschaving bedreigen, terwijl het omgekeerde aanzienlijk dichter bij de bewijsbare waarheid ligt.

Wat is dus, als ik deze redenering volg nu de meest geëigende kans dat wij mensen – zoals de corrupte aanstokers van de angsten om de toekomst ons voortdurend voorliegen – inderdaad schuldig zijn aan misschien niet de totale ondergang van de planeet, maar toch een aanzienlijke verslechtering van het leefmilieu en de beschikbaarheid van voldoende en gezond voedsel? Wel heel eenvoudig, dan moeten we doorgaan met luisteren naar en gevolg geven aan het aanhoudende leugenachtige betoog van de klimaatactivisten en alles wat daarmee samenhangt. Let nu op: onze aandacht wordt op het ogenblik op een desastreuze wijze afgeleid door twee oorlogen dicht in onze buurt. Oorlogen leiden de aandacht af, maar wist je dat al enkele honderden jaren – en zeker in deze en de vorige eeuw – alle oorlogen van twee kanten door de zelfde kapitaalverschaffers worden gefinancierd.

Als het niet zo op een ongelooflijk doortrapt complot zou lijken, dan zou je toch beginnen te denken dat die klimaatleugenaars en die oorlogsfinanciers een gezamenlijke agenda hebben. Nee, natuurlijk hebben ze mij die agenda ook niet laten zien. Maar, verdomme mensen, denk nou toch zelf eens na voordat het allemaal niet meer hoeft.

De Werkelijkheid, de Matrix?

Rare vraag? Nee hoor, helemaal niet. Er zit een heel leven aan gewoontepatronen in al onze waarnemingen, of dacht je soms dat wat je ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt werkelijkheid is? In dat geval moet ik je waarschuwen. Al die waarnemingskanalen lijken werkelijkheid. Het zijn echter gewoontepatronen. Eigenlijk net zoals je bewegingspatronen: lopen, je evenwicht behouden, de bewegingen die je handen uitvoeren, je ogen die bewegingen volgen, ook als je droomt en dan komt er echt geen buitenwereld aan te pas.

Ik moest vanochtend denken aan een oud Engels liedje:          

Vroeger dacht ik altijd: aardig liedje om met de kinderen van mijn klasje te zingen, maar er zit een diepe waarheid in deze tekst. Inderdaad, het leven is slechts een droom. Goed, een heel sterke zogenaamd lucide droom, een droom die je, al naar je vaardigheid, kunt sturen en beïnvloeden, maar toch een droom.

Nu weet ik – nadat ik dit heb geschreven en jij dit hebt gelezen – dat je er nu zeker van bent dat ik van mijn verstand beroofd ben. Ik wil echter nog een paar dingen onder je aandacht brengen die je mening met betrekking tot mijn verstand misschien veranderen. Het gaat over bewustzijn en als we dat persoonlijk bekijken dan kun je onder omstandigheden buiten bewustzijn, oftewel bewusteloos zijn. De vraag of wij dan buiten ons bewustzijn kunnen denken en vooral ook waarnemen zullen we echter met “nee” moeten beantwoorden. Onze wereld, onze hele werkelijkheid bestaat uitsluitend in ons bewustzijn. Nee, raak nou niet in de war, ik bedoel met het woord bewustzijn niet je hersenen die ten onrechte vaak door zogenaamd realistische wetenschappers wel de “bron” van ons bewust zijn worden genoemd, maar die in werkelijkheid slechts een door ons bewustzijn waargenomen instrument van ons bewustzijn vormen. Elke door ons waargenomen lichamelijke ervaring is een van de miljarden gewoontepatronen van het bewustzijn. Dat wat we bedoelen als we beginnen met de zin: ‘Ik ben…’ Is een cluster bewustzijn dat we voor de duur van ons leven om het “ik-spel” te spelen hebben afgescheiden. Door vanaf het begin van het eindige spel “Ik ben mijn leven” miljarden gewoontes in beeld, geluid, geur, smaak en gevoel en weten te vormen lijkt onze ervaren werkelijkheid echt. Het is echter onze zelf gemaakte Matrix.

Ja, dat is nou de matrix die enkele hartverwarmende conclusies als plezierig en hoopgevend rechtvaardigt: Ik kan met geen mogelijkheid bewijzen dat er buiten mijn bewustzijn iets bestaat, tenzij ik voortga mezelf te bedriegen en mijn zelf, met mijn bewustzijn gemaakte waarnemingen als buiten mij en echt beschouw, wat natuurlijk niet slim is. Maar dan kan ik vervolgens tot de conclusie komen dat alles wat ik als anders dan ik ervaar en alle anderen die ik als niet ik ervaar als al het andere en alle anderen in mij moet zien. Het zijn slechts mijn waarnemingen en dus volledig van mij en volledig mij.

Nou, als je daar nu eenmaal achter bent, dan ben je natuurlijk wel erg in de war als je een of meerdere van die anderen binnen jouw bewustzijn kwaad doet, want dat kan niet anders dan tot zelfmutilatie leiden. Kijk om het nu simpel te zeggen is goed voor een zogenaamde ander zijn de aller veiligste manier om zelf niet gekwetst en geestelijk beschadigd te raken. Of zoals het spreekwoord zegt: “wie goed doet goed ontmoet.” Moet je bij het goeddoen natuurlijk niet nog een sprankje eigenbaat in je hoofd hebben, want die blijkt bij alle zogenaamde buitenlandse hulp keihard op je eigen inhalige kop terug te komen. Nou ja, dat begrijp je nu zelf ook wel.

Offeren, Offeren, Offeren!!

Het is me al vaak opgevallen dat als het bovenstaande onderwerp ter sprake komt iedereen altijd spontaan zegt dat je wat moet over hebben voor de minder bedeelde mensen. Als ik naar de televisiereclame kijk wordt ik elke dag weer geconfronteerd met dure campagnes die ons aanmoedigen om voor werkelijk allerlei doelen de portemonnee te trekken. Alle mogelijke ziekten moeten kennelijk bestreden worden met geld dat via het publiek bij elkaar gebedeld wordt. Van een jaar of dertig geleden herinner ik mij nog de campagne: “Help polio de wereld uit”. Er werden acties, maar ook uitgebreide feesten georganiseerd waarbij de opbrengsten besteed zouden worden aan onderzoek. Overigens is het wel nuttig om eens uit te zoeken waarom vaccinatie oplichter Bill Gates alweer een aantal jaren geleden met een zogenaamd wetenschappelijk team India is uitgezet toen hij daar bezig was om een nieuw poliovaccin te testen. Kijk maar eens op het internet. Grote kans dat het nieuws over deze misdaad is weggecensureerd.

Als je een normaal vriendelijk en medemenselijk mens bent dan denk je natuurlijk nooit onvriendelijke dingen over zulke inzamelingsacties. De belangrijkste vraag wat mij betreft is echter: welke wereld gaat er schuil achter dit soort acties?

Merkwaardig, waard om op te merken dus, is het gevoel dat de acties beogen op te wekken. Bij de acties die geld beweren in te zamelen om daarmee geneeskundig onderzoek te doen is angst natuurlijk het gevoel dat het meeste geld oplevert. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar een ziekte als Alzheimer, een ziekte die uit het niets en ook met heel kleine symptomen begint. Een ziekte ook die de een wel en de ander niet treft, terwijl er tot nu toe op geen enkele manier is vast te stellen wie er gevoelig voor is en waarom. Een ziekte waarvan we bovendien weten – dat wordt ons tijdens zo’n actie ook heel duidelijk gemaakt – dat de incidentie jaarlijks toeneemt. Van deze ziekte wordt door meer dan voldoende aandacht in de media ook duidelijk dat de verschijnselen niet alleen mensonterend zijn, maar ook een dodelijk beloop hebben.

Het gevoel, de gedachte ‘het kan mij ook overkomen’, doet mensen de beurs trekken en uit de al dan niet spaarzame financiële middelen offeren.

Heel vaak – en dat is het kwalijke aspect aan praktisch al dit soort acties – is dat er professioneel wordt geworven. Altijd worden collectes en andere fondswervingsactiviteiten.

Uitgevoerd door mensen die daarmee in hun levensonderhoud voorzien. Hierdoor verdwijnt altijd een groot deel van de vlijtig door goedwillende collectanten, waaronder vaak ook kinderen in de zakken van de wervende organisatie als “kosten” waardoor een beduidend kleiner deel overblijft voor het gemelde doel. Als dit resterende deel van de fondswervingsactie eenmaal bekend is kan het ook heel verhelderend zijn eens te kijken naar kosten die bij voorbeeld samenhangen met het salaris van de directeur van de stichting en de kosten voor de huisvesting, de personeelskosten en de kantoorkosten.

Kortom, heel veel van het bruto ingezamelde bedrag voor zogenaamd goede doelen komen terecht in het betrekkelijk luxe kostenpotje van de organisatoren en uitvoerders van de acties.

Al die stichtingen: de hartstichting, de hersen stichting, Alzheimer, Reuma, Kinderen in oorlogsgebieden. Allemaal ontroerende ellendige omstandigheden waar juist het kleine beetje geld dat u nog kunt besteden in deze steeds duurder wordende samenleving, daarvan wordt u door de media dagelijks duidelijk gemaakt dat u dat moet offeren omdat het ter leniging van al deze noden beter gebruikt kan worden dan wanneer u het zelf uitgeeft.

Toch zijn er enkele feiten die u mogelijk duidelijk kunnen maken dat u in veel gevallen door dit soort goede doelen acties gewoon bestolen wordt door gebruik te maken van leugens om medelijden op te wekken.

Neem de fondsenwerving voor de kankerbestrijding. Met geraffineerde bangmakerij worden belangrijke feiten uit het zicht gehouden: De kankerindustrie is welhaast de meest winstgevende tak van BigFarma. Hoofdbelang in deze industrie ligt bij de wereldomvattende Rockefeller organisaties. Deze manipulatieve stichtingen zijn doorgedrongen tot nagenoeg alle universiteiten. De Rockefellers hebben al vroeg in de vorige eeuw ontdekt, oliebaronnen als ze waren, dat aardolie niet alleen als brandstof kon dienen, maar dat je er ook medicijnen van kon maken. En om er nu voor te zorgen dat hun belangen niet geschaad konden worden, hebben ze door middel van allerlei slimme, maar vooral valse juridische processen ervoor gezorgd dat bijna alle goed werkzame natuurlijke geneesmiddelen en werkwijzen in het kwade daglicht van “kwakzalverij” kwamen te staan. De vroegere studie geneeskunde die er toe moest leiden dat je als een goed getrainde arts van de universiteit kwam heet tegenwoordig “de studie medicijnen”. Eigenlijk moet er staan Chemische medicijnen, want de rest wordt als kwakzalverij bestempeld.

De farmaceutische industrie is tegenwoordig bezig waanzinnig hoge prijzen te vragen voor middelen tegen zeldzame ziekten. Zo kon ik bij zoeken op het internet de prijs van het middel Kaftrio, dat mensen met de taaislijm ziekte goed helpt, niet vinden. Wel weet ik dat er eerder een middel voor deze patiënten was dat overigens lang niet altijd hielp waarvoor de fabrikant een prijs vroeg van € 197.000,– per jaar. Met andere woorden: ach ouders van een CF-kind, wil je dan zo graag dat je kind blijft leven? Dan steek je je maar diep in de schulden of je verkoopt je huis maar. Zie maar, het is ons probleem niet. Als je ons product – dat bij de fabricage overigens maar een fractie van de vraagprijs kost – wilt hebben voor je kind dan moet je betalen. En anders gaat je kind maar dood. Er zijn toch al te veel mensen op de wereld.

Beetje gechargeerd, het bovenstaande stukje? Nou, niet echt. Tegenwoordig verschijnt het ene na het andere boek over de criminele praktijken van de op het aanjagen van angst gebaseerde werk van BigFarma.

In dat verband beveel ik hier drie boeken aan van mensen met wie ik een levenslange verontwaardiging deel betreffende de onuitroeibare leugenfabriek die de gezondheidszorg goeddeels is geworden.

1. De Giftige Naald van Eleanor Mc Bean

2. Dodelijke Medicijnen van Peter Götzsche

3. De Medische Omerta van Jim Reekes

Overigens is er nog een hele bibliotheek van werken over dit onderwerp

Wat je in deze drie werken kunt lezen is dat in elk geval de zogenaamde medische wetenschap bol staat van bedriegerij en winstbejag en niet van het oprechte streven om ons gezond te maken. Het belang ligt bij zieke mensen. Aan gezonde mensen valt niets te verdienen, behalve dan als je ze bedriegt en zegt dat ze absoluut jou spullen moeten gebruiken omdat ze anders ziek worden. Dan moet je natuurlijk wel zorgen dat ze niet doorkrijgen dat je liegt dat je barst.

Mooi, de medische misstanden heb ik voor vandaag wel weer even behandeld. Dan is er nog een financiële valkuil – nou ja er zijn er natuurlijk meer. De ergerlijkste vind ik echter de Postcode Loterij en de Vrienden Loterij. Voor deze bedriegerij worden jaarlijks vele miljoenen uitgegeven aan de meest irritante reclame campagnes. Veruit het meest geld vloeit hier in de zakken van de organisatoren. Ze zijn zelfs nog te beroerd om echt goed spelende acteurs voor de zogenaamde prijswinnaars te nemen. Maar goed ze verkopen in ieder geval geen zotte quatsch over je kansen om gezond door het leven te komen. Daarom laat ik het aan jou over of je daar je geld in wilt weggooien.

Complot Denker?

Tja, wat is dat dan? Ik heb het woord niet in de dikke Van Dale opgezocht en ik probeer hier nu zelf maar even te definiëren wat de betekenis van dat woord nou kan zijn. Om te beginnen kan ik merken dat het woord steeds weer blijkt gebruikt te worden om iets uit te drukken dat als een ongewenst verschijnsel dient te worden opgevat. Veel waardering lijkt er niet voor te zijn. Verder denk ik dat het gaat over een andere mening hebben over iets waarover de meeste mensen het wel eens zijn. Er zit naar mijn gevoel echter ook iets in van iets door of in de gaten hebben waarover de meeste mensen zich naar de mening van de complotdenker nog voor de gek laten houden.

Overigens realiseer ik me nu wel dat wat ik nu aan het doen ben: zelf iets definiëren en tegelijkertijd begrijpen, dat nu juist dat al een beetje is wat tot complot denken kan leiden. Oppassen dus

Het is echter allemaal zo kinderlijk doorzichtig. Stel je nu eens voor, je gaat naar een voorstelling van een heel grote illusionist en je kijkt bewonderend en enthousiast naar zijn show. Dan beloon je deze kunstenaar met applaus, maar intussen weet je natuurlijk best wel dat je bewondering te maken heeft met het feit dat het getoonde gebeurtenissen betrof die logischerwijs niet kunnen, maar dat het juist de bedoeling was om jou als toeschouwer iets te laten zien dat in strijd met de logica toch te zien was. Op het ogenblik hebben we Victor Mids als grote illusionist in ons land. Wij weten dat wat we zien in zijn optreden niet werkelijk gebeurt, maar dat het juist zijn kunst is om het ons tegen alle logica in toch te laten zien.

Maar nu even terug naar de werkelijkheid. In onze gewone werkelijkheid wordt er dagelijks, geïnitieerd door de politiek en alles wat in die onduidelijke brij mee rommelt, vele malen een veel minder professionele illusoire show opgevoerd. Velen van ons doorzien dan inmiddels dat er een fake verhaal wordt verteld en dat men probeert ons iets wijs te maken. Als je dan openlijk duidelijk maakt dat je het bedrog doorziet en dat je er niets van gelooft, dan wordt je een complot denker genoemd.

Nu, dergelijk gedrag tegenover mensen die het niet met je eens zijn kan ik mij slechts voorstellen bij oplichters die hun smerige pogingen de mist in zien gaan. Eigenlijk zou je verwachten dat dergelijke oplichters wanneer ze werkelijk veel mensen ellende berokkenen, zoals inderdaad gebeurt, in handen van justitie vallen en hun gerechte straf krijgen. Vroeger was dat bij ons misschien ook wel zo, maar dat is helaas lang geleden. Onze overheid heeft justitie instructies gegeven dat iedereen die duidelijk aangeeft dat hij de oplichting en het kwalijke bedrog van de overheid doorheeft moet worden geduid als een gevaarlijke complot denker. Daarmee maakt onze overheid duidelijk dat zij streeft naar inperking van niet alleen de vrijheid van meningsuiting, maar ook van de geestelijke vrijheid te denken dat je het levensgevaarlijke en smerige spel dat de overheid speelt doorhebt en je ertegen verzet.

Tja, wat is dan nog die overheid… een stel boeven misschien die niet tegen hun verlies kunnen en onmiddellijk heel erg vals worden als ze merken dat je ze door hebt.

Ik denk dat dit de puzzel is die wij vandaag en naar ik vrees nog veel langer hebben op te lossen.

Iets..

‘Denk jij dat er iets is?’ vroegen we dan aan elkaar. En dan bedoelden we altijd dat we zelf in een soort gedachtenspinsel bezig waren over de eeuwige vraag of er buiten dit stoffelijke leven, dit leven in dit lichaam dat we misschien terecht of misschien ook ten onrechte ‘ik’ noemen. Ik weet dat dit soort vragen, levensvragen wordt wel gezegd, niet in elk levend mens een belangrijke rol spelen. Veel mensen zeggen ‘dood is dood’ als ik erover begin. Een oude vriend die intussen zelf dood is, maakte zich er altijd met het zelfde grapje van af. Dan zei hij altijd: Dood is dood, en nou nog mooier, daar ligt Dooier, een wonderlijke, bestaande achternaam gebruikend. En dan lachte hij vaak luidkeels om zijn eigen grap. Ach, hij was best een aardige man hoor, maar praten over nog meer zaken dan die waarmee je wat kon verdienen vond hij een beetje zonde van de tijd, zoals veel mensen heb ik gemerkt.

Mij heeft de spontane filosofie betreffende wat het verschijnsel dat ik altijd omschrijf met dat voor mij nog altijd geheimzinnige woordje “ik” van kinds af aan bezig gehouden. Ik kan me herinneren dat ik een jaar of vier was en dat ik aan mijn moeder vroeg: ‘Mam, wat is ik eigenlijk?’ En dat mijn Moeder toen zei: ‘Nou, dat ben jij zelf Petertje.’ En dat ik toen dacht: ‘Ja maar dat bedoel ik niet.’ Uiteraard kwamen we toen, het was in het laatste jaar van de tweede wereldoorlog en mijn Moeder had wel andere zorgen aan haar hoofd dan de merkwaardige prille filosofische bedenkseltjes van kleine Petertje. Maar eigenlijk heeft het me nooit losgelaten, dat soort vragen.

Ik werd opnieuw opnieuw met die levensvraag geconfronteerd toen ik begin twintig was. We hadden een abonnement op Revue, wat toen een keurig en interessant familieblad was, zonder blote dames want daarvoor waren in die tijd twee blaadjes die daar heel schuchter mee begonnen: De Lach en de Piccolo. Cabaretier Harry Jekkers heeft er jaren geleden eens een buitengewoon amusante conference over gehouden, maar dat terzijde.

In die keurige Revue las ik een artikel onder de titel: De Ziel Weegt 21 gram. Nou, wonderlijke titel toch? Ik was meteen gegrepen en dat is niet vreemd voor een manneke dat zich op zijn vierde jaar al afvraagt wat de diepere betekenis van het woordje ik eigenlijk is.

Wat bleek: een of andere arts in een ziekenhuis had uit pure nieuwsgierigheid – want medisch wetenschappelijk was er weinig aan te verdienen – grote aantallen terminale patiënten met bed en al op een zeer nauwkeurige weegschaal gereden en daarbij vastgesteld dat er op het moment dat de patiënt overleed een plotselinge gewichtsvermindering van 21 gram optrad. En omdat het gebruikelijk is te denken dat bij het sterven de ziel het lichaam verlaat ging deze arts er vanuit dat die 21 gram – die overigens onmogelijk het gewicht van de laatste uitgeblazen adem kan zijn – dan wel het gewicht van de ziel moet zijn.

Daarmee was ik echter maar half tevreden. 21 gram is weliswaar niet heel veel maar het is wel 21 gram materie. En als we die hoeveelheid materie gaan omrekenen volgens de formule van Albert Einstein: E=MC2 of wel de Elektromotorische kracht(de hoeveelheid energie die vrij komt) is gelijk aan de Massa(21gram) maal het kwadraat van de lichtsnelheid (300.000×300.000). Netjes uitgerekend komt dat op 1.800 kiloton. Als die vrijkomende 21 gram lichaamsgewicht omgezet zou worden – wat gelukkig niet gebeurt – dan zou er 1.800.000 ton energie vrij komen en dat is wel een heel zware atoombom die vele vierkante kilometers van de aardbodem zou kaal vegen.

Gelukkig gedraagt de energie die tijdens ons leven nodig is geweest om alles wat wij als levend lichaam voorstellen bijeen te houden zich aanzienlijk vriendelijker. Wat overigens veel mensen die naast een stervende dierbare zitten vaak achteraf vertellen is dat het hen opviel dat op het moment dat de dood intrad het licht in de kamer een paar tinten lichter werd. De levenscapsule van de stervende neemt kennelijk wat licht weg.

Het gegeven dat er blijkbaar zoveel energie vrijkomt als het lichaam zijn samenhang verliest heeft mij er enkele jaren geleden bij het schrijven van mijn eerste sciencefiction roman toe verleid om een supersoldaat te doen creëren bij wie het sterven als een enorme explosie verliep en die bovendien na de explosie als een zich snel verdichtend groen gas weer opnieuw terug vormde tot de eerdere draakachtige supersoldaat en daarmee dus in feite onsterfelijk was. Tja, het is maar een verhaal natuurlijk, maar ik vind dat sciencefiction een basis moet hebben in de bekende werkelijkheid.

Helemaal tevreden was ik na mijn rekensommen echter nog niet want ja, waar komt die energie nou vandaan waardoor wordt het opgewekt of vastgehouden als we in leven zijn. Moeilijke vragen op het eerste gezicht. Maar goed, we moeten in elk geval een van de belangrijkste wetten uit de natuurkunde in gedachten houden: de wet van behoud van energie. Het blijkt namelijk dat energie wel allerlei kanten op kan wegvloeien, maar niet verloren kan gaan of vernietigd worden. En verder weten we dan ook nog dat energie in elk geval twee verschijningsvormen heeft. Het kan vrije energie zijn die zich uit als straling of als kracht die ergens op kan worden uitgeoefend, maar het kan ook opgeslagen zijn als materie. De verhouding tussen energie en materie zag je hierboven in die prachtige formule van Einstein: E=MC2. Bij de energie die in materie is omgezet draaien alle energie golfjes als het ware om als een tolletje om zichzelf. Dat draaien is nou precies wat ervoor zorgt dat de energie zich als massa gedraagt. Ach het is geen nauwkeurige formulering hoor maar om het gemakkelijk te onthouden kun je bedenken dat doorgaande energiestralen toch niet op één plek blijven. Die hebben dan geen gewicht, maar als materie zit het in een plank of een straatsteen dan blijft het op zijn plaats en heeft gewicht. Hoe dan ook, wat draait weegt. Hangt ook samen met het zogenaamde gyroscopisch effect, moeilijk op gang te krijgen zeg maar. Maar ja, na mijn hele technische verhandeling zul je je nu misschien wel afvragen wat er dan stopt met draaien als je sterft, want alleen als iets stopt met draaien verdwijnt er iets dat blijkbaar gewicht veroorzaakt. Wel, wij zien in elk geval niets draaien, dus waar heb ik het dan over. Nou, wij zogenaamd nuchtere westerlingen denken wel altijd dat iets wat je niet ziet er ook niet is, maar dat klopt niet altijd. In de oosterse geneeskunde wordt gesproken van draaiende energievelden, chakra’s, die zich op een aantal vaste plaatsen in het lichaam bevinden. Ach nou ja, er zijn best al veel dingen die onzichtbaar in ons lichaam gebeuren waarvan we inmiddels wel weten. Die draaiende energievelden zijn dan door de mensen van de oosterse geneeskunde ontdekt. Duidelijk is intussen dan wel dat ze stoppen met draaien als we sterven en dat ze dan dus ook geen gewicht meer veroorzaken. Goed om te weten. Maar of dat nou de ziel is… Eigenlijk lijkt het me daarvoor nu net weer iets te tastbaar en verklaarbaar. Dus ja, ik blijf toch zitten met die ene vraag: wat is ik nou eigenlijk?