Klaar?

Vijfentachtig ben ik nu. Ik weet het, veel mensen halen dat niet. Vaak kijk ik tegenwoordig in de krant de overlijdensadvertenties na en dan zie ik dat ik langzamerhand toch, als je het tenminste zo noemen kunt, tot de bevoorrechte groep begin te horen. Waarom staat er dan ‘klaar’ boven dit stukje? Nou, dat beschrijft het gevoel wat ik bij mezelf merk. Ik heb het gevoel dat ik een belangrijke taak klaar heb in mijn leven. Het is misschien een beetje raar om te zeggen maar allebei de kinderen die ik in dit leven heb gekregen – de eerste, Karin die zichzelf Katinka noemde die al op 36 -jarige leeftijd in 2000 stierf en nu kortgeleden Annemieke die ons op 53 jaar ontviel en die afgelopen dinsdag in een zorgvuldig geregisseerde crematie haar levenseinde vierde kan ik bijna wel zeggen – zijn nu dus allebei overleden. Hoe en waarom heb ik dan het gevoel dat iets in mijn leven klaar is, dat ik iets heb afgemaakt. Het is voor ouders toch niet gewoon om een kind te overleven, maar twee is helemaal ongebruikelijk. Toch ben ik niet diep bedroefd. Eerder heb ik een soort eerbiedig besef dat de zware opgave waarmee ik blijkbaar aan dit leven begonnen ben erop zit en dat ik nu nog hopelijk een klein, maar mooi stukje voor mezelf heb.                                                                                                                                                                             Die kinderen van mij leden beide aan een intermediaire erfelijke ziekte, Cystic Fibrosis ook wel de taaislijmziekte genoemd. Zulke kinderen leven doorgaans minder lang dan gezonde mensen en hebben vaak te maken met ziekenhuisopnames, bergen medicijnen. Als ouder van een CF kind ben je altijd bezorgd, angstig, omdat je weet dat het waarschijnlijk binnen jouw levensspanne tot een triest afscheid zal komen. Maar nu, nu het allemaal gebeurd is wat mij sinds 1964 toen Karin geboren werd boven het hoofd hing en toen ze in 1972 ook nog een zusje kreeg met dezelfde ziekte, die drie dagen na haar geboorte al geopereerd werd aan een aangeboren darmafsluiting en nu we haar na een turbulent leven vol van vrolijk, maar vooral moedig gedragen buikpijn en benauwdheid hebben weggebracht nadat ze vredig insliep, nu overheerst bij mij het gevoel: ik ben eindelijk klaar. Laat me even bijkomen en dan eens kijken wat mijn leven nog biedt. Dag lieve Katinka en Annemieke. Ik ben trots op wat jullie in je korte levens hebben bereikt en met dat gevoel neem ik afscheid van jullie en laat jullie weer vrij in de eeuwigheid waarvan ik weet dat we elkaar ongetwijfeld ooit weer tegenkomen. Deze keer mocht ik jullie vader zijn

Emotie 2

Mijn hemel. Ik had aanvankelijk geen idee wat me gebeurde. Nou ja, droeve omstandigheden, dat wel: mijn jongste en laatste nog levende dochter is uiteindelijk, net als haar grote zus in 2000, aan de gevolgen van de taaislijmziekte overleden. Met mijn vrouw was ik bij haar om afscheid van dit kind te nemen. Altijd heb ik met haar een bijzondere emotionele band gehad, maar wat me bij dat afscheid verbaasde was dat ik van binnen, emotioneel dus, eigenlijk stil was gevallen. Ik voelde geen verdriet, er waren geen tranen. Ze omhelsde me en kuste me en zei: ‘ik hou van je’, maar er gebeurde helemaal niets in mij. Er was euthanasie gepland en we vroegen of we volgende week misschien nog één keer zouden komen. Ze zou bellen…

Voor de laatste keer, zoals later bleek, trokken we haar buitendeur achter ons dicht en ik reed naar huis met een wonderlijk leeg gevoel in mijn geest. Ik zou bijna zeggen dat het me verbaasde, maar zelfs dat voelde ik niet. Thuis keken we naar de televisie en toen gebeurde het. Ineens kreeg ik een rare draaiduizeligheid. Mijn evenwicht was weg. Ik kon niet lopen want ik zou beslist vallen. Mijn vrouw maakte zich ongerust en belde tenslotte 112, waarna een ambulance langs kwam. De broeders onderzochten me, plakten me vol met stickers voor het cardiogram, stelden vast dat ik wel een bijzonder lage bloeddruk had maar dat er verder niets aan de hand was. Tussen die twee mannen in ben ik toen twee trappen op naar mijn slaapkamer geklommen. De volgende ochtend was er niets meer aan de hand. Ik kleedde me aan en ging naar beneden.                                                     ‘Hoe is het nu?’ wilde mijn vrouw weten. ‘Niks meer aan de hand’, zei ik, maar later, die zaterdagmiddag begon het weer en kon ik weer niet staan of lopen. Dat duurde een aantal uren, maar ging, net als de eerste keer vanzelf weer weg zonder hulp van buiten. Ik meende nu dat het misschien wel klaar was. Dat bleek echter anders.                              De volgende dag, zondag, begon goed. Dat wil zeggen: ik voelde nog steeds geen emotie over mijn stervende kind en was daar eigenlijk niet verbaasd over, hoewel ik normaliter eigenlijk een zeer emotioneel mens ben.                                                                                                    ‘s middags kwamen de draaiduizelingen echter weer terug en nu raakte ik in een soort verlamming. Ik kon me nauwelijks bewegen. Spreken ging ook niet meer. Ik zat op een stoel aan de tafel en kon helemaal niets. Mijn vrouw maakte zich inmiddels dodelijk ongerust. Ik was ook nog helemaal wit weggetrokken. Zij belde 112 en met een kwartier stond de ambulance weer voor de deur. Ik werd de ambulance ingedragen en in het ziekenhuis in bed gelegd. Men vreesde een hersenbloeding, dus er werd een MRI-scan gemaakt waarop evenwel niets te zien viel. Intussen was ik nog steeds immobiel. Vaag herinner ik me dat ik vanaf de brancard op een bed getild werd, maar waar dat in de rij der gebeurtenissen plaatsvond herinner ik me niet. Uren na dat het begonnen was trokken de duizelingenweg en tenslotte kon ik met enige hulp naar de auto van mijn vrouw lopen die daar bij de eerstehulppost stond.

Daarna zijn de duizelingen niet meer voorgekomen, maar wat was er gebeurd. Ik had, waarschijnlijk onbewust, de emotie over het verlies van mijn tweede en nog enige kind geblokkeerd en nu vermoed ik dat die voor mij normaliter toch heel heftige emotie zich op deze wijze een uitweg heeft gezocht. Wonderlijk. Heel erg huilen was beter geweest denk ik, maar dat kwam niet.

Nou ja, komende dinsdag is de crematie. Wie weet…

Hiërarchie van het leven.

Laten we maar beginnen met de algemeen Christelijk aanvaarde volgorde der geestelijke gebeurtenissen. We hebben dan wat eerst komt en wat dan en ten slotte wat daarvan weer het resultaat is. Goed:

We beginnen dan met de Vader, die vervolgens de Zoon verwekt – bij Moeder Aarde denk ik – en dan is er het resultaat: de Heilige Geest. Voor de doorsnee beschouwer, religieus van aard of niet, betekent dat eigenlijk heel weinig. Nou prima, de pastoor of dominee spreekt deze beladen woorden uit tijdens de volgorde der gebeurtenissen tijdens de Godsdienstoefening, maar wat betekent het in absolute – lees eeuwige – lees tijdloze, onstoffelijke zin. Uiteindelijk zijn dat onze eigen gedachteninhouden.

Misschien draaf ik door, maar ik heb toch het idee dat er eeuwige waarden achter deze drie begrippen verborgen gaan. Laat ik ze ook maar noemen; en schrik niet want het is waarschijnlijk volkomen anders dan je denkt: te beginnen met de Vader, het begin van alles. Dat is het begin van alles wat ons beweegt. Het is Gevoel, het gevoel dat de noodzaak tot uitdrukking brengt tot een daad, tot beweging, de Zoon. In dit stadium is er de drang en de kracht om iets, wat dan ook, te doen. En dan komt het woord, bijbels, maar eigenlijk bedrieglijk verwarrend: de heilige geest, via de stem. Het hele op drie principes rustende quasi vrome Bijbelse principe is eigenlijk niet meer of minder dat wat wij allemaal elke dag de hele dag door doen. Elke handeling begint met een gevoel, de Vader, gevolgd door het reageren op dat gevoel, Beweging de Zoon die de beweging vorm geeft in de daad of het woord, de Heilige geest. Feitelijk is dan de heilige drie-eenheid de matrix van al ons handelen

Dat wilde ik vandaag vertellen.