Nou dat is een gedachte die ik heel vaak heb gehoord als ik vertelde hoe ik op het idee voor mijn recente sciencefiction roman, Eeuwige Mitose kwam. Ooit heb ik de Bijbel van kaft tot kaft gelezen en omdat ik niet gelovig ben, ik bedoel eigenlijk dat ik niet door iemand anders me heb laten vertellen wat ik van de teksten in dat boek moest denken, maar dat ik dienaangaande zelf mijn mening heb gevormd kon ik daar vrij onbevangen tegenover staan. Oh, ik hoor nu de zedenmeesters in de Godgeleerdheid al roepen dat ik mij over – zoals het bedoelde werk wordt genoemd – “De Heilige Schrift” als niet gelovige amateur in welk kerkgenootschap dan ook onmogelijk een bezonken oordeel kan vormen. Anderzijds heb ik uit de hoek der gelovigen, met name bij hen die alle Bijbelteksten letterlijk nemen ook wel gehoord dat men alles letterlijk aanneemt wat er staat. Nou goed, ik neem even een letterlijk citaat uit Genesis 6. Boven deze passage staat: voorzegging van den zondvloed.
- En het geschiede als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en hun dochteren geboren werden,
- Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij verkozen hadden,
- Toen zei de Heere: Mijn geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijne dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
- In die dagen waren er reuzen op de Aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.
Hier kom ik dan mij eerste probleem tegen. Ik weet namelijk dat – en ik wil echt niemand kwetsen – de figuur in deze tekst die wordt aangeduid met “De Heere” door alle gelovigen wordt gezien en beschouwd als de scheppende geest die al wat is geschapen heeft, maar daar zet ik echter een dikke streep door. Oh, bergrijp me niet verkeerd, ik beweer niet dat die geniale scheppende geest die we in de wandeling God noemen niet bestaat. Nee zeg, ik zou niet durven, maar deze Heere is het echt niet hoor, dat is gewoon een kerel – nee geen gewone mensen kerel, maar in elk geval een soort bovenbaas. Nou, prima hoor, maar hij had blijkbaar zonen die zich vergrepen aan de ongetwijfeld veel kleinere, maar blijkbaar ozo leuke meiskes die de dochtertjes van de mensen waren, waar dan reuzen uit geboren werden. Waarschijnlijk had hij ook wel een vrouw. Hoe had hij anders aan die bronstige zonen kunnen komen. Tja, en ik kan er niets aan doen, maar ik vermoed nu dat die zonen van God (die vermoedelijk eigenlijk zelf ook een reusachtige kerel was) die kleine mensenmeisjes echt geen plezier hebben gedaan met hun avances, nog los van de verschrikkingen van al die bevallingen als die reuzebabies eruit moesten, waaraan ik later begreep dat er heel veel van die arme mensenmeisjes hun kinderen niet lang in leven hebben aanschouwd.
Het is trouwens uit andere dan Bijbelse bronnen bekend dat er inderdaad reuzen op aarde geleefd hebben. Er zijn zelfs skeletten gevonden. Nou, één ding staat vast: onze kinderen waren het niet.
Maar goed, wat kunnen we nu echt veilig aannemen uit de opgetekende geschiedenis waaruit zo veel mogelijk is weggelaten? We kunnen veilig aannemen dat er op onze aarde op grote schaal genetische experimenten hebben plaats gevonden, vrijwillig en opzettelijk en onvrijwillig en gewelddadig. Of dat door één enkel buitenaards volk gedaan is, of dat er vaak veel buitenaardsen dit buitengewoon aantrekkelijke planeetje bezocht hebben en vastgesteld dat het hier werkelijk goed toeven was dat weet ik natuurlijk niet, want zo scheutig is die Bijbel nou ook weer niet met aanwijzingen. We moeten dan bijvoorbeeld gaan kijken in India of, om dichter bij huis te blijven, bij de Griekse mythologie, want daar vinden we de Bijbelverhalen uit Genesis op een totaal andere manier op nieuw verteld. Als je daar namelijk leest hoe Zeus, de oppergod, die in de Bijbel de Heere wordt genoemd, zich te buiten ging aan het verwekken van gewone kinderen bij uitverkoren, lees aantrekkelijke maagden der mensen, dan heeft de Heere zich zelf ook in het geheel niet onbetuigd gelaten, ondanks het feit dat zijn wettelijke eega grotelijks bezwaar maakte tegen het overigens in de hele godenwereld overbekende feit dat Zeus lustig in de rondte neukte als hij zich onbespied achtte. Kijk dat is nou een houding die ik als man in een nieuwe wereld vol van verrukkelijke verleidingen kan begrijpen. Overigens denk ik dat Zeus niet de enige man was uit het groepje der uitverkorenen die er op die manier over dachten, maar dat terzijde.
Nu zou ik eigenlijk bij mijn onderwerp moeten blijven, maar vanmorgen ontwaakte ik met een gedachte aan een geschrift dat werkelijk een allegorische alternatieve Bijbel genoemd kan worden: The Lord Of The Rings, van J.J.R.Tolkien. In dit werk komen vele mystieke volkeren voor: Hobbits, gewone kleine mensjes, dwergen die feitelijk ijverige mijnbewoners zijn, Aardmannen die het oorlogszuchtige gespuis van de onderwereld zijn, dan Elfen die prachtig zijn en nobele bedoelingen hebben, een onschuldig soort Goden zal ik maar zeggen die hun onsterfelijkheid afleggen als ze zich in liefde met de mens vermengen.
Maar dit is eigenlijk even een terzijde, hoewel ik het wel opmerkelijk vind als een groot schrijver iets als een nieuwe Bijbel schrijft.
Tot nu toe zijn we als het erom gaat waar we vandaan komen en hoe onze soort ontstaan is altijd bij de Aarde gebleven. Er is echter iets anders wat ik me plotseling realiseerde en waarover ik bij het geleerde volk nog betrekkelijk weinig heb gehoord: Planet hoppen, van de ene planeet naar de andere oversteken. Om daar enige verklaring voor te geven moeten we kijken hoe ons zonnestelsel vermoedelijk is ontstaan. Nou, om te beginnen denk ik dat niet alle planeten tegelijk zijn ontstaan. Ik vermoed dat eerst de buitenste planeet, in ons geval Niburu is ontstaan. Aanvankelijk draaide die planeet in een baan dicht om de zon. Omdat de straling van de zon toch een zekere druk uitoefent wordt de omloopbaan heel langzaam steeds groter. Kortom, een planeet komt steeds verder van de zon te staan. Natuurlijk duurt dat miljoenen jaren. Met andere woorden, er is een tijd geweest dat Mars, waar het nu ijskoud en stormachtig is, op onze prettige positie stond. Er was daar leven er waren daar mensachtige wezens. Maar ja, hun planeet werd steeds maar kouder. Dat gaat bij ons ook gebeuren. Dat is overigens de reden dat ik de klimaatonzin zo volstrekt belachelijk en tegennatuurlijk vindt. O ja ik weet het wel, de fluctuaties van de enige warmtebron in onze werkelijkheid, de zon, doet ook een duit in het zakje maar dat is in feite al lang bekend. De Aarde warmt niet op, maar koelt heel langzaam af. Nee, je hoeft geen extra warme kleren te kopen want zo snel gaat het niet. Echter wel ophouden met de opwarmingsonzin, want stikstof en CO2 zijn de voorwaarden voor plantenleven op Aarde. In de tijd van de dinosauriërs was de aarde bedekt met bos en was het veel warmer dan nu, maar dat had je al begrepen, omdat we toen net iets dichter bij de zon stonden.
Wat ik nu trouwens eigenlijk best een interessante vraag lijkt is de vraag of de bevolking van onze voorganger op deze prettige positie, Mars, op een goed moment zijn overgestoken naar Aarde. Kijk, dat is nu eens een interessante nieuwe vraagstelling. Bovendien heb je in dat geval kans dat er hevige concurrentie tussen allerlei hoog beschaafde bevolkingen was om deze allermooiste plek in het zonnestelsel.
Ach, misschien is dat wel de reden dat we zo oorlogszuchtig zijn. Voorbereiding op de galactische eindstrijd toch?