Deel 1 Logische vindingen van een oprechte alternatieve medische behandelaar

Misschien kwam het wel doordat ik als kind van een razendsnel en zeer levendig manneke door domme medische fouten tot een invalide kereltje werd omgevormd, dat ik een belangrijk deel van mijn inzet gewijd heb aan verbeteringen van de gezondheid in wat tegenwoordig genoemd wordt ‘het alternatieve circuit’ en waar het medisch establishment vaak meewarig en met een zeker dedain naar kijkt. Niet omdat ze zelf altijd alles goed doen, maar meer uit de innerlijke universitaire arrogantie dat wat zij niet geleerd hebben onmogelijk belangrijk kan zijn.

Mijn eerste behandelwijze als Natuurgeneeskundig therapeut, de Chiropraxie.

Doordat mijn toenmalige schoonvader een van de eerste mannen consulteerde die we tegenwoordig kennen als chiropractors – die dat overigens zonder dure klikklakkende elektrische behandeltafel deed, maar op een vlakke tafel met een kussentje en met twee uiterst vaardige handen – kwam ik met chronische rugklachten en voortdurende diarreeaanvallen met deze eigenzinnige behandelaar in aanraking.

De verbazende vaardigheid van deze man die zijn drukke praktijk uitoefende op een bovenkamer van zijn twee-onder-een kap woning in Naarden hielp mij eigenlijk in een enkele behandeling goeddeels van mijn klachten af. Heel verheugend natuurlijk. Ieder ander zou wellicht, wat ook normaal is, bij zichzelf gedacht hebben: ziezo, daar ben ik eindelijk mooi van af. Maar ik heb dan na een dergelijke verbazende beleving meestal zoiets van: dat wil ik ook kunnen. Mijn Naardense behandelaar  bleek mijn nieuwsgierigheid wel aardig te vinden, want nadat ik enige malen met andere patiënten met moeizame rugklachten bij hem geweest was deed hij iets waarvan ik me achteraf realiseer dat er moed voor nodig was. Als medisch verzorger had hij op schepen gewerkt, voornamelijk vrachtschepen met enige passagiersaccommodatie. Op een van die reizen was hij eens in een scheepsruim gevallen. Dat was behoorlijk diep, maar hij had het overleefd. Een aantal perifere gewrichten en vooral de wervels in zijn wervelkolom hadden niet zo goed op die valpartij gereageerd. Nu had ik enkele behandelingen van hem gehad en hem zelf ook aan het werk gezien. Hoe dan ook deze moedige man die ik nog altijd als mijn belangrijkste leermeester zie, liet zich door mij behandelen op zijn voortdurende en nauwkeurige aanwijzing. Door zijn technische, theoretische en vaak ook filosofische aanwijzingen en mijn eigen gretigheid om het vak te leren ben ik tenslotte behoorlijk bedreven in het vak chiropraxie geraakt. Bedenk daarbij dat het toen in Nederland nergens mogelijk was om een reguliere opleiding in dat vak te volgen. Je moest dan een meerjarige cursus in Amerika volgen, maar voor mij was dat toch lastig, want ik had een gezin en een hypotheek. Bovendien was chiropraxie in ons land niet erkend.

Overigens had mijn wijze leermeester voldoende mensenkennis om direct in de gaten te hebben dat ik gretig was om de chiropraxie toe te passen om mensen te helpen. Zelf was hij vroeger opgeleid aan de academie voor lichamelijke opvoeding, waaraan in vroeger jaren gymnastiek leraren werden opgeleid en heilgymnasten, zoals de tegenwoordige fysiotherapeuten toen genoemd werden. Hij zei tegen mij: ‘het is misschien wel handig om een diploma te halen waarmee je kunt bewijzen dat je met je handen aan mensen mag zitten. Een oude collega van mij heeft een school voor sportmassage in Utrecht. Dat zijn cursussen die op zaterdagen gegeven worden en aan het eind wordt er officieel geëxamineerd en krijg je, als je tenminste slaagt, een officieel erkend diploma, waarmee je dan onder meer voor sportclubs kunt werken.

Die wijze raad heb ik opgevolgd. Het was een pittige opleiding met niet alleen veel praktijk, maar ook veel theoretische vakken als anatomie, fysiologie, pathologie en diagnostiek, uiteraard allemaal reguliere medische vakken die in elke geneeskundige opleiding thuis horen.

Ik was dan wel van mening dat een officieel diploma je niet tot een bekwaam genezer en beoefenaar maakte, daarbij denkend aan de ongelooflijke oen van een chirurg die mij vlak na mijn zesde verjaardag een invalide rechterbeen had bezorgd. Een diploma vertelt alleen dat je naar de mening van een onderwijsinstituut met succes bent geëxamineerd. Of je echt vakbekwaam bent moet blijken in de praktijk. Ik had van mijn leermeester geleerd en afgekeken hoe ik Chiropractische behandelingen moest geven en dat deed ik al met succes in de tijd dat iets geneeskundigs doen als je geen in ons vaderland opgeleide arts was nog strafbaar was, maar daarvan heb ik me nooit iets aangetrokken want ik wilde mensen van hun pijn afhelpen als die mensen zelf mij dat vroegen.

Wachtwoorden

Heb jij nou ook zo ongelooflijk de pest aan dat gedoe met wachtwoorden.

‘Ja,’ zeuren ze dan, ‘dat is om je privacy te beschermen. Dan kan een ander niet zien wat jij kan zien.’

Nou kan ik me nog voorstellen dat het voor de handelingen die je via het internet met je bank doet nog van enig nut is. Daardoor is het niet voor iedereen mogelijk om het kleine beetje tegoed dat je nog hebt staan direct over te schrijven naar zijn eigen criminele rekening.

Hoewel, gehackt wordt er natuurlijk op grote schaal.

Trouwens, je ziet het in de VS, hoe meer vrije wapens onder de burgerij – zij noemen dat veiligheid – hoe meer er zomaar en lukraak wordt gemoord.

Iedereen ziet het, iedereen weet het. Het systeem is daar doorgeschoten. De wapenlobby heeft gewonnen. De bazen daarvan zitten nu steenrijk in hun beschermde vestingen wantrouwig naar buiten te kijken, want elk kind dat aan de deur komt om kinderpostzegels te verkopen wordt neergeschoten. ‘Traspassing’ noemen ze dat.

Eerst schieten, dan vragen stellen. Mocht er geen antwoord meer komen dan heb je in ieder geval een potentieel gevaar opgeruimd. Dat het in feite geen gevaar was kon jij toch niet weten? Voorzichtigheid geldt tenslotte nog altijd als de moeder van de porseleinkast, nietwaar?

Ik weet heus wel dat een wachtwoord geen moordwapen is, maar het is wel een slagboom, een hindernis op de weg. Het is een barrière die tegen naderende personen zegt: ‘als je mij niet kent ben je niet welkom.’

Ik vraag me in gemoede af of er nou werkelijk zoveel wachtwoorden nodig zijn. Bij heel veel internetsites moet je inloggen met een wachtwoord. Als je een poosje niet in die winkel bent geweest ben je natuurlijk dat stomme honderd en zoveelste wachtwoord vergeten. Vragen de slijmballen of je misschien je wachtwoord vergeten bent en of je dan misschien een nieuw wachtwoord wilt aanmaken en, oh ja, dat hebben ze ook nog vaak een trucje met scheve letters of verkeersborden om te bewijzen dat je geen robot bent.

Negen van de tien keer schrijf ik dan in zo’n venstertje: ‘je bent me kwijt, ik hoef niet meer. Stop je spullen maar waar de zon niet schijnt.’ Maar ja die tekst lijkt in de verste verte niet op het juiste wachtwoord, dus die krijgen ze nooit onder ogen.

Omdat de natuurwinkel in mijn dorp laatst geen Zweedse kruiden kon leveren dacht ik: oké, dan moet ik het maar via het internet bestellen. Mijn voorraadfles begon aardig leeg te raken en ik wilde nieuwe tinctuur bereiden voor hij helemaal leeg was. Ik zocht en vond op het internet een winkel, in België, die een zakje van zestig gram kon leveren. Wachtwoord instellen, vooruit betalen, toe maar weer. De verzendkosten die erbij kwamen maakten de boodschap wel bijna twee keer zo duur, maar vooruit, ik had het nodig. Na een week lag er een kaartje in de bus. De bezorger was aan de deur geweest en had vastgesteld dat ik niet thuis was. Dat komt gelukkig nog tamelijk veel vaker voor. Hij had ook niet de moeite genomen om het pakje bij de buurvrouw af te geven. Daarna gebeurde er niets meer.

Het is misschien niet heel goed voor mijn bloeddruk, maar ik maak me dan nijdig, niet om die paar rotcenten, maar om de onverschillige incompetentie. Ik mailde de winkel in België en ik kreeg als antwoord dat de bezorger na een tweede vergeefs bezoek het pakje aan het KPN agentschap in onze buurt had afgegeven. Wel was de bezorger vergeten een kaartje met juist die mededeling bij mij in de bus te stoppen. Gisteren was ik even bij dat agentschap. Ze konden precies opzoeken wanneer het pakje was aangeboden, maar nee, het was er niet meer. Na twee weken werd het weer teruggestuurd aan de afzender.

Gelukkig kon ik op Texel in de natuurwinkel weer een zakje Zweedse kruiden kopen. Ik heb weer voorraad.

Het lijkt er sterk op dat langzamerhand alles in onze samenleving gericht is op controle, indekken, beveiliging. We zien het onderwijs ten ondergaan aan ambtelijke controledrift. De mensen die er proberen te werken verzuipen in de administratie, wat ten koste gaat van de slagvaardigheid en de kwaliteit van het werk. Bij de huisarts en in de ziekenhuizen is het al niet veel anders: controle, controle en nog eens controle. Alles moet veilig en ik denk: zit dan in vredesnaam maar helemaal stil, beweeg je niet, verberg je dan ziet niemand je.

Nee, luister, je hebt gelijk, ik zeur een beetje. Wij hebben niet allemaal een wapen. Dat hebben hier naast de simpele pistooltjes van de politie, alleen de criminelen en die schieten alleen af en toe per ongeluk een niet crimineel dood.

Maar toch hè. Zeiden we niet ooit dat de pen het gevaarlijkste wapen is?

Nou? Waar ik nou heen wil?

Hier heen. Waarmee denk je dat al die stomme formulieren moeten worden ingevuld die door al die ambtenaren na binnenkomst op een grote stapel in een la worden gelegd.

Met al die pennen voor gebruik bij het invullen van formulieren winnen wij gemakkelijk de wapenwetloop van Amerika…

En met wachtwoorden natuurlijk, want als je eindelijk klaar bent met het invullen dan zit je daar achter je toetsenbord en je denkt eh… wacht… verdomme… wat was het ook alweer.

Wat u niet mag weten, we hebben na de oorlog twaalf miljoen Duitsers etnisch gezuiverd

Nou, nou, dit stukje journalistiek liegt er weer niet om. Ik heb het gedownload van de bedreigde niewssite 9fornews. Mijn conclusie? Ach, wat zal ik zeggen. Dat we belazerd worden wisten we wel, maar dat het zo erg was… Eerlijk gezegd zit het in mijn aard om altijd maar weer te hopen dat het meevalt. Niet dus.

Candace Owens heeft in haar podcast ‘Candace’, die wordt bekeken door miljoenen mensen, onthuld dat de geallieerden na de oorlog zo’n 12 miljoen Duitsers etnisch gezuiverd hebben. Ze baseert zich daarbij op een BBC-documentaire.

Kinderen werden opgesteld in rijen en neergemaaid. Vrouwen werden op brute wijze verkracht en velen van hen pleegden daarna zelfmoord. Dit waren geen nazi’s, maar christelijke burgers, benadrukt Owens.

Hitler wordt afgeschilderd als het grootste kwaad op aarde aller tijden, maar dat is feitelijk en statistisch gezien onjuist, zegt ze.

Eén van de ergste oorlogsmisdaden uit de geschiedenis

In 1986 stuitte wijlen schrijver James Bacque op bewijs – overheidsdocumenten, interviews en ooggetuigenverslagen – dat de Amerikanen aan het einde van de oorlog doelbewust miljoenen Duitse krijgsgevangenen hebben laten verhongeren. Dit kan worden gezien als één van de ergste oorlogsmisdaden uit de geschiedenis.

Hij schreef in 1997 zijn boek ‘Crimes and Mercies’ dat een bestseller werd. In dat boek onthult hij hoe in de periode 1945-1950 tenminste 10 miljoen Duitsers ‘en misschien nog wel miljoenen meer’ zijn omgekomen. Hij stuitte op bewijs dat de Amerikaanse overheid het Duitse volk doelbewust uithongerde.

Grote kranten en tijdschriften werden onder grote druk gezet om geen aandacht te besteden aan zijn boek. Hij werd afgeluisterd, zijn post werd onderschept en hij kreeg geen toegang tot archieven.

Bedrog

Hitler was een project van de Anglo-Amerikaanse bankiers. Toch worden de Britten en Amerikanen, door bedrog van de academische wereld en media, nog steeds geprezen als de grootste bevrijders ooit. Dat terwijl zij in werkelijkheid de grootste aarts-fascisten ooit zijn.

Truman Smith van de Amerikaanse inlichtingendienst interviewde Hitler al in 1922, en er werd besloten dat hij de charismatische aanstichter zou zijn van hun Tweede Wereldoorlog-project.

Vijftien jaar lang werd Hitler verzorgd, opgeleid, gefinancierd en beschermd door ‘kunsthandelaar’ Ernst Hanfstaengel, een elite-Amerikaan, regelmatige bezoeker van Londen en zijn vriend Franklin Roosevelt in het Witte Huis.