EEN RICHTING VERKEER

Nou ja, laten we eerlijk zijn, dat is het contact met plaatselijke of landelijke overheden toch meestal ook. Als het echter over het echte verkeer gaat kan het nuttig zijn en schade beperken. Als ergens het verkeer voortdurend vastloopt wordt er steen en been geklaagd. Vroeger hadden we bij Den Helder, mijn geboorteplaats, over het Noord-Hollands Kanaal een brug die uit pure zuinigheid zo gebouwd was dat er maar één auto tegelijk over kon. Later hebben ze die brug moeten vervangen omdat door de toegenomen verkeersstroom de wachtrijen te lang werden. Maar goed, veel meer dan extra kosten kwamen er niet van.

Nu, tegenwoordig bij het energieverkeer, bedacht ik laatst, zou een één richting verbinding – en dan bedoel ik dat er slechts één richting tegelijk gebruikt kan worden wel gemakkelijk en voordelig zijn. Het voordeel dat de zonnepanelen opleveren heeft de energie-maffia al handig zo goed als afgepakt door je te belasten op de stroom die je met je duur gekochte zonnepanelen terug levert. Dat zijn natuurlijk boevenstreken. Ze krijgen het gratis en ze laten je ervoor betalen alsof het de gemeentelijke afvaldienst is. Vandaar dat ik op dat éen richting verkeer straatje kwam.

Nou ja, ik ben zelf niet technisch genoeg om de constructie te verzinnen, hoewel ik als typische B-man het principe wel begrijp. Wat ik eigenlijk wil is een schakeling waardoor stroom van buiten naar binnen kan als daaraan behoefte is. Als dan je eigen stroom van je dak binnenkomt en voor een deel of geheel voldoende is om jouw apparatuur te laten werken, dan neem je op dat moment geen of minder stroom af van het net. Wat echter door mijn nieuwe, door een slimmerik uit te vinden bruggetje over de openbare energiesloot niet meer kan is dat de energiemaffia stroom uit mijn zonnepanelen krijgt. Dat is namelijk van mij en daar hebben ze geen rente op te heffen. Het lijken verdomme de banken wel. Dus, de schakeling in het huis moet een klein beetje anders worden. Er mag energie in, maar niet uit.

Zal je zien dat ze het patent op die nieuwe schakeling opkopen en er extra geld voor vragen en dat je hem alleen maar mag huren voor in je huis en dat je dan vijftig eurocent in het jaar minder kwijt bent. Ja, ik heb langzamerhand wel in de gaten dat ze je van alles gunnen, behalve levensruimte.

Wat je misschien het beste kunt doen is het zelf in elkaar knutselen of een neefje laten doen die op de LTS is geweest.

Tja, en wat zullen ze dan weer bedenken om je nog dunner te schillen dan ze al doen?

Een Amerikaanse legerkolonel heeft op SALT New York, een conferentie van hedgefondsmanagers, verrassende onthullingen gedaan.

Dit stukje heb ik overgenomen uit 9fornews, maar het is eigenlijk veel beter als je het daar zelf gaat bekijken, want er is een lang interview met deze man.

De kolonel, Karl Nell, stelde dat er niet-menselijke intelligenties zijn, dat die intelligenties communiceren met de mensheid, dat dit niet nieuw is en al geruime tijd gebeurt.

 “En ongekozen mensen binnen de overheid zijn daarvan op de hoogte,” voegde Nell daaraan toe.

Geen twijfel

Dat is een boude bewering. Alex Klokus van SALT vroeg hem hoe zeker hij daarvan is. Er is geen twijfel over mogelijk, aldus de kolonel, tot voor kort betrokken bij de taakgroep Unidentified Anomalous Phenomena (UAP) van het Pentagon.

Nell heeft een indrukwekkende carrière achter de rug. Hij werkte bij het US Space Command, op Wright-Patterson Air Force Base, bij Bell Labs, voor een aantal agentschappen, bij Lockheed Missiles and Space en bij Northrop Grumman.

Bewust geheim gehouden

Eerder zei de gepensioneerde Israëlische generaal en professor Haim Eshed dat Israël al contact heeft gemaakt met aliens, maar dat dit bewust geheim is gehouden.

In een interview met dagblad Yedioth Ahronoth zei Eshed, die bijna 30 jaar aan het hoofd stond van het Israëlische ruimtevaartprogramma, dat zowel Israël als de Verenigde Staten al jaren contact hebben met aliens.

Over de auteur: Robin de Boer is economisch geograaf. Volg hem hier op Substack.

Dat doet mijn Japie niet. Moeders deugen ook niet altijd.

Ik zie het nog haarscherp voor me, alsof het gisteren gebeurde. Het was een mooie zonnige lentedag, de zon scheen en er was geen wind. In de voortuin van ons huis in de Lijsterstraat in Den Helder stonden een heleboel tulpen prachtig te bloeien.

 Mijn vader stond er voor het raam tevreden naar te kijken, want het was voor het eerst dat hij in de voortuin tulpenbollen had geplant en ze waren allemaal prachtig opgekomen. Ineens zag hij de bloem van een tulp op de grond vallen en even later nog een en nog een.

Hij zag nog een tulpenbloem vallen die door een steentje getroffen was. Boos keek hij de straat in en zag daar de oorzaak van de moord op zijn bloemen. Een buurjongetje, Japie Baven van vier huizen verderop zat met steentjes naar onze tulpen te mikken. Toegegeven, het is niet gemakkelijk om met een steentje de bloem van een tulp te mikken en ik veronderstel dan ook dat handige Japie het een hele prestatie van zichzelf vond dat hij erin slaagde de ene na de andere tulp te koppen. Mijn vader dacht daar uiteraard heel anders over en stapte de deur uit om vier huizen verder bij de familie Baven aan te bellen.

Moeder Baven deed open en stond daar in de deuropening. Ik herinner mij haar nog goed. Ze was een grote ietwat lompe vrouw. Ik denk dat ze wel een kop groter dan mijn moeder was. Wat er aan de hand was, vroeg ze aan mijn vader. ‘Jouw Japie staat met steentjes de koppen van mijn tulpen te gooien,’ zei mijn vader. Hij probeerde nog niet al te woedend te klinken om de indrukwekkende moeder in de deuropening niet direct tegen zich in te nemen. Na zijn mededeling viel er een korte stilte… Dan kwam het antwoord van moeder Baven: ‘dat doet mijn Japie niet’ was haar reactie. En nadat ze dat gezegd had sloot ze de deur resoluut en liet mijn vader daar op de stoep staan.

Ik zie hem nog thuis komen, kokend van woede, wat ook die hele verdere dag zijn gemoedstoestand was. Als ik mij deze en soortgelijke gebeurtenissen in mijn leven herinner – ik was toen denk ik dertien of veertien – dan denk ik het ontkennen van de werkelijkheid, de ultieme bron van echt nepnieuws komt niet van mannen. Ja, mannen hebben het kunstje misschien wel overgenomen, maar het is ze vast geleerd door over-protectieve moeders. ‘Nee hoor, dat kan niet. Dat doet mijn Japie niet.’ Ik hoor het ze zeggen.

Dodenherdenking 2024

Braaf was het vooral braaf en in de voorgeschreven stemming. We zagen nu de helft van de mensen op de Dam. Burgemeester Femke had al van te voren bedacht dat er wel eens rellen konden uitbreken dus waren er tienduizend kaartjes voor het evenement uitgegeven. Femke was er trouwens zelf ook. Ze had een prachtig zwart jurkje aan met een enig hoedje.

Er waren drie toegangsplekken waarlangs de Dam betreden kon worden, maar dan moest je wel goedvinden dat je gefouilleerd werd zodat voor de bewaking duidelijk was dat je geen persoonlijk teken van opinie kon laten horen of zien. Waar ging het hele feest ook alweer over? O ja, ik weet het alweer. Het ging over het herdenken van mensen die in de afgelopen jaren bij allerlei militaire toestanden en in oorlogen en onderdrukking waren omgekomen. Nou ja en natuurlijk ging het er ook over dat we zo blij waren dat we nu in een vrij land en eigenlijk helemaal in vrijheid leven. Vandaar dat de hele gebeurtenis stijf stond van de politiebewaking en dat iedereen gefouilleerd moest worden. Zeg maar streng bewaakte vrijheid dus.

Natuurlijk werden er allerlei verhalen verteld over mensen die heldhaftig voor onze vrijheid hadden gestreden en die dat niet hadden overleefd. Ook werd er met een zekere regelmaat de dringende en ook algemeen gevoelde wens uitgesproken dat het nooit meer zou gebeuren. Die wens, je weet wel die door sprekers vaak wordt geuit als er iets vermijdbaar ergs is gebeurd waar sommige mensen de schuld van kunnen krijgen.

Wat dat laatste betreft vond ik echter – en dat is me bij vorige gelegenheden op deze datum al vaker opgevallen – blijft de organisatie altijd weer in gebreke om de schuldigen aan te wijzen. Laten we daar nu eindelijk eens reëel over zijn. Oorlogen ontstaan niet van zelf. Ze lijken in hun ontstaan eigenlijk nog het meest op een open haardvuur. Dat moet je aansteken en van brandstof blijven voorzien en voordat het brandt heb je wel de juiste spullen nodig. Daar houdt de overeenkomst trouwens wel op hoor. Voor oorlog heb je in elk geval goede verkopers van de wapenindustrie nodig. Dat is namelijk een van de rijkste takken van industrie ter wereld. Nou, let op, wapens verkopen mag. Wapens zijn duur, er wordt veel geld aan verdiend. Iedereen weet dat reclame verkoop bevorderend werkt. Dat geldt ook voor de wapenindustrie. Dus moet je als wapenfabrikant wel zorgen dat landen ruzie krijgen. Daar zijn uiteraard allerlei verfijnde, maar ook verdorven communicatie mogelijkheden voor. Maar goed, dan verkoop je wel meer wapens en maak je dus meer winst en dat is goed voor je business en natuurlijk voor je beurswaarde en je blije aandeelhouders.

Er zit een klein nadeeltje aan je handel en dat is wel vervelend maar helaas onvermijdelijk: er gaan bij het correcte gebruik van wat jij je klanten levert vaak veel mensen dood. Maar ja, zo is het leven nu eenmaal moet je maar denken.