Laboratorium Planeet Aarde

Dit hier, de Aarde, is eigenlijk niet anders dan een proeftuintje voor de grote mensen die door veel van ons nog altijd met een zekere devotie worden bekeken. Ja, precies, de goden. Er is een tijd geweest, lang geleden dat wel natuurlijk, dat ze hier rondliepen. Dat was de tijd dat ze ons hebben gemaakt. Maar er is daarbij wel een gigantische massa aan problemen ontstaan. In de eerste plaats hebben we daar het feit dat we gewoon domweg vergeten zijn hoe het indertijd allemaal ging. Enerzijds waren we te primitief om te snappen wat er gebeurde. Daardoor is het eigenlijk niet heel vreemd dat we daarover allerlei verhalen zijn gaan vertellen, verhalen die allemaal een heel klein beetje van de ware toedracht bevatten.

Laat me eerlijk zijn, wij zijn eigenlijk vooral gemaakt om te dienen. Niks vrije mens, niks mensenrechten. Die dingen hebben we er later zelf bij verzonnen. Wij zijn in de allereerste plaats gemaakt als slaven, bedoeld als werkers om als mijnwerkers bodemschatten te oogsten voor onze makers. Dat schijnen we – als je de verhalen mag geloven – ook eeuwenlang te hebben gedaan.

Nu begrijp ik wel dat dit hele verhaal voor trotse mensen, mensen die eindelijk een heel klein beetje het karakter van onze makers beginnen te krijgen, moeilijk te verteren is om je te realiseren dat je oorspronkelijk bedoeld bent als een soort intelligent gebruiksvee. Maar zo is het wel. Sterker nog; toen de makers zich begonnen te realiseren dat de resultaten met ons nogal tegenvielen zijn er vele gewelddadige pogingen gedaan om ons weer te vernietigen. Dat is eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Nou ja, van ons uit gezien is het natuurlijk wreed en verschrikkelijk, maar misschien moet ik een voorbeeld geven dat je het snapt. Stel jij bent een bloemenkweker. Je passie is het kweken van steeds mooiere bloemen. Je snapt alles van de erfelijkheidsleer en van DNA en van genen en je bent dagelijks druk in de weer om op het gebied van jouw specialiteit, laten we zeggen rozen te veredelen. Je wilt namelijk een roos kweken die niet alleen mooi en vol bloeit, maar hij moet ook nog weken op de vaas blijven staan en de echte rozengeur verspreiden.

Op een bepaald moment heb je een roos die veelbelovend lijkt. Hij ruikt lekker, hij ziet er fantastisch uit en hij is bovendien in alle denkbare kleuren te kweken. Er is alleen één probleem: binnen een week op vaas begint hij al uit te vallen. Bloemblaadjes zitten niet vast, maar worden ook heel snel slap en verliezen hun kleur en geur.

Ja, wat doe je dan. Je kunt als malafide rozenkweker verder door het leven en bijvoorbeeld rond Moederdag bossen van die inferieure rommel te verkopen. Waarschijnlijk kom je daar dan wel mee weg. De kopers denken vermoedelijk dat ze iets verkeerd hebben gedaan, want ze kopen niet zo vaak rozen dus dat zal dan wel. Maar ja, voor jou als kweker deugt het natuurlijk niet. Dus wat je dan echt helaas moet doen is de hele kweek van die roos opruimen en vernietigen en met vers kweek materiaal opnieuw beginnen als je tenminste de moed niet verloren bent of erger, woedend bent geworden over het feit dat al je moeite voor niets is geweest.

In dit geval hebben we in het ergste geval te maken met een teleurgestelde – of misschien wel geheel ontgoochelde rozenkweker.

Met die mensenkwekers die hier op onze Aarde waren gekomen om te halen wat ze nodig hadden liep het op een vergelijkbare manier in de soep. Overigens moet je niet denken dat er lichtvaardig met ons als probeersels werd omgesprongen. Weliswaar leefden onze makers zelf van nature meer dan duizend jaar – waarover later meer – maar een heleboel van ons soort, de nieuwe mensen hadden zichzelf op geen enkele manier in de hand als het seks betrof. Die gingen doodleuk seksueel te keer met half gelukte mensen en zelfs primaten, kortom bestialiteit waaruit toch vaak nakomelingen voortkwamen die door de makers domweg moesten worden opgeruimd. In de Bijbel, waarin je in zeer bedekte termen wel iets van die hele kweekgeschiedenis van de Aardmens kunt lezen, staat dat dat die wanproducten van menselijke bestialiteit werden uitgeworpen in de buitenste duisternis. Dat kwam erop neer dat ze werden meegenomen de ruimte in en daar naar buiten gegooid. Wreed? Ja, in onze ogen wel, maar als je bezig bent jaar in jaar uit mooie wezens te scheppen en ze werken zelf op een hufterige onbeheerste manier tegen dan kan het gebeuren dat je de moed verliest en dat je bij jezelf denkt: ‘Ik houd hiermee op. Ik vernietig de hele zooi. Er zit te weinig discipline in deze ongeleide projectielen.

Dat is volgens de bronnen die we nog hebben: niet alleen de Bijbel, maar ook andere verhalen en niet te vergeten het werk van Zecharia Sitchin, die een diepgaande studie gemaakt heeft van de oudste geschreven bronnen die we op Aarde hebben, namelijk de kleitabletten uit het Soemerische rijk. Daaruit blijkt onder andere dat de vernietiging van plaatsen met verderfelijke levenswijze als Sodom en Chomorra wel erg rigoureus met atoombommen werden vernietigd. Zo rigoureus dat de wijde omgeving – en dan heb ik het over de hele wijde omtrek van de landen rond de huidige Perzische Golf jarenlang niet meer toegankelijk waren en dat nog wel terwijl onze makers daar belangrijke centra hadden.

Voordien had te toenmalige heerser er al alles aan gedaan om in elk geval het aantal aardmensen te reduceren. Hongersnoden, besmettelijke ziekten (begin je misschien al iets te herkennen?) Maar het was allemaal niet effectief genoeg. De nieuw gekweekte aardmens was voor de makers een mislukking geworden en daarbij ook nog een taai ongerief.

Eén woeste poging deed de toenmalige heerser nog. De technische mogelijkheden die deze mensen hadden waren legio. Deze keer zorgde hij voor een overstroming die alle gebieden waar de nieuwe aardmensen leefden voor langere tijd overspoelde: de zondvloed heet die gebeurtenis in Bijbelse termen. Maar ja, ook die ultieme vernietigingspoging mislukte en dat kwam omdat er bij onze makers wetenschappers zaten die ons met trots en ook met liefde voor wat ze deden eeuwenlang hadden opgekweekt. Die voorkwamen dat alle mensen vernietigd werden. Ach je kent dat verhaal vast wel. Ik bedoel de ark van Noach. Dat verhaal is natuurlijk een primitieve beschrijving van wat er in werkelijkheid gebeurde. Maar goed, de woede van de heerser, van wie we de naam Enlil regelmatig langs zie komen, was bekoeld en hij legde zich er dan bij neer dat het prille mensdom hier op Aarde zou voortbestaan, maar wel met een sterk beperkte levensduur. In Genesis zes vers drie, in de Bijbel dus, kun je lezen dat wij maximaal honderdtwintig jaar oud mochten worden. Er zijn nog maar heel weinig mensen die dat halen, maar daar zit een heel gemeen truukje van de makers achter. Dat truukje, als je het al zo kunt noemen, is de reden dat ik dit artikel schrijf.

Gedurende ons hele leven wonen we in ons lichaam. De verbinding tussen ons denken en voelen en ons lichaam is zo hecht dat we ons lichaam als “ik” ervaren. Dat voelen we zo van seconde tot seconde. We weten natuurlijk wel dat ons leven een keer zal ophouden, maar daar willen we liever niet aan denken. Eigenlijk vinden we dat er maar van alles gedaan moet worden om het moment dat zeker komt, waarop we zullen sterven, uit te stellen. We willen gewoon heel lang leven. Aan de andere kant weten we dat onze dood met veel goede zorg en een hoop geluk kan worden uitgesteld, maar niet voorgoed.

Maar hoe zit dat dan met al die verhalen over goden en engelen die in de wereld in nagenoeg alle culturen worden verteld en die allemaal op een bepaalde manier op elkaar lijken. Zijn die verhalen dan allemaal aan de fantasie ontsproten of bestaan er echt wezens die uiterlijk wel op ons lijken, maar die eeuwig lijken te leven. Dat is een moeilijke vraag die ik toch ga proberen te beantwoorden. In de eerste plaats moet ik zeggen dat ik zelf nooit bewust een dergelijk wezen ben tegen gekomen, maar ik weet ook niet zeker of ik het dan geweten zou hebben. Herkennen vraagt immers eerdere bewuste ontmoetingen. En die heb ik niet gehad. Anderzijds vind ik het op zijn minst merkwaardig dat verhalen over wezens met het schijnbaar eeuwige leven over de hele wereld en in alle culturen voorkomen.

Mij heeft ervaring geleerd dat de duidelijkste bron voor dit soort verhalen gevonden wordt in onbegrepen ontmoetingen. Eerder schreef ik hier eens een verhaal over een kleine groep onderzoekers die een noodlanding moesten maken door motorpech op Nieuw Guinea in een gebied waar de primitieve bevolking nooit mensen uit de moderne beschaving had ontmoet. Uit handelingen van die primitieve bevolking die bij een terugkeer in dat gebied plaats vonden, bleek dat de blanke bezoekers die een noodlanding hadden moeten maken, gezien werden als goden. Zij hadden namelijk dingen en deden handelingen en konden dingen waarvan de primitieve bevolking helemaal niets begreep, waardoor het toverij leek.

Eerlijk gezegd ben ik er zeker van dat alle oorspronkelijke religieuze verhalen, zich verder ontwikkelend in de richting van de grote wereldgodsdiensten deze bron hebben. Op basis van deze godenverhalen vol magische onbegrijpelijkheden zijn de machtspatronen van de godsdiensten bedacht. Je kunt immers gemakkelijk mensen wijsmaken dat goden die zoveel onbegrijpelijkheden kunnen verrichten jou als individu gemakkelijk in de gaten kunnen houden en aan al je handelingen straf of waardering kunnen koppelen. Sterker nog, als we naar China kijken dan zien we dat ook mensen dat soort greep op een hele samenleving kunnen uitoefenen.

Eerlijk gezegd vind ik wat ik zojuist schreef over China heel benauwend. De manier waarop daar Big Brother iedereen controleert en daaraan consequenties verbindt vind ik doodeng. Maar goed, de Chinezen laten zich voor alsnog op deze manier als veredeld vee behandelen.

Nu, nadat de wereldelite met steun en regie van het Wereld Economisch Forum en met medewerking van China de “maak ze tot slaaf – Covid-19 campagne” is gestart krijg ik toch ook angstige voorgevoelens dat wij met een duidelijke reden gemaakt zijn zoals we zijn, dat wil zeggen: totaal lichamelijk en geestelijk verval in maximaal honderden twintig jaar. Daarbij moet je dan bedenken dat kracht en effectiviteit lang voor de natuurlijke dood in verval raken. En dat nu brengt mij tot de vraag: wat is het geheim van de zogenaamde goden, wat hebben zij dat wij missen en zijn er op Aarde ook mensen die dat geheim kennen of die misschien een surrogaat techniek gebruiken om langer jong te blijven? Het antwoord is: ‘ja, er is zo’n surrogaat techniek, maar daarover later meer. Eerst wil ik het hebben over dat wat naar ik bijna zeker weet de zogenaamde goden hadden en waarschijnlijk nog steeds hebben en wij niet.

Telomerase.

Aan dit onderwerp wijd ik in het kader van dit artikel een apart hoofdstuk.

Alles wat leeft loopt tijdens dat leven beschadigingen op. Doorgaans is ons lichaam, aangestuurd door heel intelligente en vaak vreselijk ingewikkelde processen in staat om de schade te herstellen. Als een cel van ons lichaam niet meer functioneert zit in de celkern ons DNA. Daarvan wordt dan een exacte kopie gemaakt, waarmee dan een vervangende cel wordt gemaakt. Natuurlijk wordt daarvoor het nog bruikbare deel van de oude cel gebruikt. De rest wordt verwerkt als afval of als basis voor andere noodzakelijke verbindingen. Ons lichaam is namelijk van nature zuinig. Wat nog bruikbaar is wordt niet weggegooid.

Toch hebben we een probleem en dat is een lastig probleem en het heeft te maken met de vorming van vervangende cellen. Ik schreef hierboven dat een te zwaar beschadigde cel die niet meer te repareren is uit eigen beweging met hulp van het eigen DNA een nieuwe cel maakt, maar dat is helaas een eindig proces en dat het eindig is heeft te maken met de uiteinden van dat DNA. Daar zitten stukjes die geen informatie bevatten voor wat betreft de erfelijke eigenschappen, maar die je voor het gemak kun vergelijken met het uiteinde van een ritssluiting. Als daar namelijk onderdeeltjes ontbreken kun je de hele rits niet meer gebruiken. Die stukjes, die telomeren hebben alleen een functie bij de celdeling, de zogenaamde mitose.

Vervelend is echter dat er bij elke celdeling zo’n stukje af valt. Leuk zou dan zijn dat er automatisch weer een nieuw stukje, een nieuwe telomeer zou terug groeien. Maar dat gebeurt niet. Wij missen een enzym, telomerase, dat daarvoor zou kunnen zorgen. Nou ja, vraag je je misschien af, is dat nou zo erg. Och, weet je, als je jong bent hebben alle DNA moleculen in alle cellen enorme rijen telomeren aan beide uiteinden zitten en het hangt er dan vanaf hoe vaak je cellen zich moeten delen ter vervangging. Ja, inderdaad, als je heel gezond leeft, niet rookt en niet te veel alcohol drinkt en voldoende beweegt, maar ook als je geestelijk niet al te veel onder spanning staat, ja dan raken die cellen van ons wat minder snel beschadigd en hoeven ze dus mindersnel vervangen te worden en zijn de telomeren ook minder snel op. Maar ja, op een keer gebeurt het toch dat cellen niet meer vervangen worden omdat de telomeren op zijn. Dan moeten de organen waarin die cellen hun werk deden het met minder cellen zie te klaren. Wat er dan gebeurt noemen we veroudering. Als je denkt aan een bedrijf dan moet je je voorstellen dat het zelfde werk binnen de zelfde tijd door minder mensen moet worden gedaan. Ik denk dat ze je tegenwoordig in de verpleging precies kunnen uitleggen waar dat toe leidt.

Maar hoe zit dat dan met dat enzym, de telomerase en waarom hebben we dat niet.

Nou, we hebben het wel, maar er zijn twee soorten nodig en wij hebben er maar één. Wij hebben – nog meer bij mannen dan bij vrouwen – cellen waarvan we er tijdens ons leven miljarden en nog eens miljarden weggooien. Denk met name aan de spermacellen.

Die moeten om succesvol te kunnen zijn in zulke grote aantallen worden aangemaakt, in een celdelingsproces dat de meiose wordt genoemd, dat daar weinig sprake is van het opraken van de telomeren. In de celkernen van de geslachtcellen wordt wel een speciaal soort telomerase gemaakt en dat enzym zorgt ervoor dat de DNA keten steeds weer tot de oorspronkelijke lengte wordt verlengd. Dus. Even samenvattend bij de meiose (celdeling in de geslachtcellen) is wèl telomerase en worden er telomeren bij gemaakt, maar bij de mitose (de celdeling ter vervanging van beschadigde lichaamscellen) is geen telomerase beschikbaar en raken de telomeren op enig moment op, zodat er van dat soort cellen steeds minder komen die onder een steeds oplopende werkdruk komen te staan. Dat is de reden waarom wij onder de aller gunstigste omstandigheden maximaal 120 jaar kunnen worden.

In de tijd dat wij gemaakt werden door gebruik te maken van het DNA van de ‘Goden’ en van de aanwezige mensachtigen (homoniden) gebeurde dat eigenlijk op een heel natuurlijke manier, als we tenminste de Bijbel mogen geloven. In Genesis 6 vers 2 staat namelijk de volgende, voor de meeste mensen ietwat raadselachtige passage, maar het staat er natuurlijk niet voor niets: “dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij verkozen hadden.

Trouwens dat van die honderd en twintig jaren dat staat in Genesis 2 vers 3, maar vers 4 is ook interessant als het gaat om ons ontstaan. Kijk hier maar eens naar: “In die dagen waren er reuzen op de Aarde, (de Anunnaki die niet van de Aarde kwamen waren heel grote mensen, tot wel drie meter toe), en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich (kinderen) gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.

Als je nu een beetje door het archaïsche taalgebruik van de Bijbel heen kunt lezen, dan lees je hier eigenlijk dat het scheppen van de mens een kwestie is geweest die door een buitenaards volk – dat hier overigens vele eeuwen heeft verbleven – door vermengging van de erfelijke eigenschappen tot stand is gekomen. Er zijn vast en zeker vele jaren van proefnemingen mee gemoeid geweest voordat er eindelijk een mens was ontstaan die zichzelf kon voortplanten en vermenigvuldigen en de Aarde kon bevolken.

Ik heb me wel eens afgevraagd hoe die buitenaardse reuzen, de Anunnaki, de zaak nou in de gaten hielden. Op een gegeven moment moeten ze op veel plaatsen op de wereld toch groepjes van de nieuwe soort hebben gehad. Toen bedacht ik dat deze lieden die ons creëerden zich vliegend verplaatsten. Om nu precies te weten waar hun gekweekte mensen zich bevonden leerden ze hen vuur maken en verplichtten ze hen minstens eens per dag een flink rokend offervuur de maken. In de schone, heldere atmosfeer van die tijd moet dat vanaf grote afstand zichtbaar zijn geweest. Natuurlijk hadden ze ook hele aantallen van een elektronische halsband kunnen voorzien. Maar het offervuur was wel zo simpel.

Als je de overigens niet heel erg duidelijke taal over dit onderwerp in de Bijbel leest dan zou je, zoals dat bij de orthodox christelijk gelovigen de gewoonte is, kunnen denken dat het scheppen van de mens in een tamelijk korte tijd zijn beslag heeft gekregen. Wat er de bedoeling van was komt in de Bijbel ook niet zo duidelijk naar voren, terwijl uit de Soemerische kleitabletten vrij duidelijk blijkt dat de mens oorspronkelijk gekweekt is als slaaf om in de mijnen te werken. In werkelijkheid zijn er waarschijnlijk eeuwen verstreken voordat het mensdom een enigszins bruikbare vorm heeft gekregen. Overigens is uit andere bronnen ook naar voren gekomen dat er meerdere gekruiste levensvormen het licht hebben gezien, levensvormen die allen mislukten en, zoals dat bij de kruisingen tussen paarden en ezels, muildieren en muilezels, afhankelijk van wie de vaderrol en wie de moederrol heeft, waarbij deze kruisingen in elk geval niet vruchtbaar zijn en geen nageslacht kunnen verwekken.

De gekweekte mens kon dat in elk geval na vermoedelijk lang experimenteren wel, zo goed zelfs dat elke keer na grote rampen die in de tijd dat er mensen rondlopen de bevolking decimeerden, het herstel na korte tijd weer getuigde van grote veerkracht. Ja, wij mensen zijn een nagenoeg niet uit te roeien soort onkruid moeten onze makers, de Anunnaki en zeker de man die hier de baas was, Enlil, gedacht hebben.

Als we de geschiedenis volgen bij Sitchin of in de Bijbel, dan kunnen we opmerken dat wereldbaas Enlil schoon genoeg had van wat we uiteindelijk geworden waren, zozeer zelfs dat er een aantal pogingen op zijn driftig initiatief zijn gedaan om ons te vernietigen. De belangrijkste poging was, zoals eerder gezegd, de zondvloed. Technische bijzonderheden van de wijze waarop dit gedaan is ontbreken weliswaar niet helemaal, maar zijn toch niet heel duidelijk. Feit is echter dat met de betrekkelijk kleine aantallen mensen die na de zondvloed overgebleven waren het toch weer geen enkel probleem was de wereldbevolking te laten groeien.

Wat we niet weten is of de Anunnaki vanaf hun thuisbasis, wat de twaalfde planeet in ons zonnestelsel schijnt te zijn, ons nog volgen en in de gaten houden en eventueel nog invloed uitoefenen. De regelmatig terugkerende berichten over ufo’s zouden daarop kunnen wijzen.

Een ding hebben wij echter niet van onze scheppers meegekregen. Dat is eigenlijk de reden dat ik dit artikel ging schrijven. Wat wij niet kregen en wat de Anunnaki zelf wel hadden – of misschien moet ik hebben zeggen – is telomerase in onze lichaamscellen die zich delen door de mitose. Bij ons zijn de telomeren op een goed – of liever een slecht moment op en dan begint de teloorgang. Honderdtwintig jaar zou haalbaar zijn, als alles meezit en je bovendien rijk genoeg bent om je de meest fantastische verzorging te kunnen permitteren. Hoe oud onze scheppers konden worden weten we eigenlijk niet precies, maar een naam die in de Bijbel genoemd wordt is Methusalem, waarschijnlijk half mens, half Anunnaki. Hij werd negenhonderd jaar oud.

Ik had aangegeven nog iets te schrijven over het surrogaat voor vorm van telomerase die wij missen. Dit is echter een van de meest beschamende onderwerpen die helaas in onze wereld voorkomen. Voor de allerrijksten op Aarde, de wereldelite is niets heilig, ook het leven van kleine kinderen niet. In satanische rituelen worden kinderen gemarteld en vermoord. Deze geestelijk totaal immorele mensen gebruiken het bloed van deze kinderen om jong te blijven. Nee, ze leven er niet langer door, maar ze zien er langer jong uit. Voor deze schandvlek in het mensdom telt slechts hun eigen belang en hun eigen genoegen. Het enige dat ik ervan wil zeggen is dat het helaas bestaat en dat ik vurig hoop dat het ooit definitief wordt vernietigd.

Ik heb er eigenlijk wel vertrouwen in dat wij dat probleem met de telomeren en de telomerase op een bepaald moment wel op zullen lossen. Vast staat voor mij in elk geval dat dan onze snelheid van vermenigvuldigen met een factor honderd naar beneden moet. Bedenk maar: als je bijvoorbeeld duizend jaar leeft en je toch maar twee of drie kinderen mag krijgen.

Eerlijk gezegd zijn wij vergeleken bij die ons geschapen en gekweekt hebben natuurlijk niet meer dan eendagsvliegen.

Hoe en waarom ik dit artikel heb geschreven heeft eigenlijk te maken met het feit dat ik in deze tijd van zogenaamde corona dreiging heel sterk de indruk heb dat de wereldelite ons wil decimeren en met behulp van zogenaamde vaccins die helemaal geen vaccins zijn, gewoon wil opruimen. En nu weet ik wel dat het zogenaamd eeuwige leven ons altijd als ideaal voor ogen heeft gestaan. Of je echter op je vierhonderdste verjaardag nog steeds met belangstelling in het leven staat…

Tja, je weet het pas als het je lukt. Zelf denk ik nu ik eenentachtig ben dat honderd jaar ook heel mooi is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.