Ik geef het toe. Ik ben te lang om dit woord heen blijven lopen. Met mijn in zuivere gal gedoopte pen heb ik in de afgelopen periode veel geschreven dat ik zonder twijfel de moeite waard vond om op te schrijven en waarin ik geprobeerd heb om dingen aan mijn kleine lezersgezelschap duidelijk te maken. En dat het gezelschap klein is bedoel ik zeker niet denigrerend, want er waren dagen dat mijn lezerspubliek het getal van driehonderd overschreed. Niet elke dag hoor, want ik moet van tijd tot tijd genoegen nemen met de vaststelling dat ik deze keer blijkbaar er niet in ben geslaagd honderd geïnteresseerden te boeien. Nou ja, denk ik dan, je moet ook maar tijd hebben om telkens weer mijn column te lezen.
Vandaag werd ik wakker uit een vage droom. Ik weet niet of je dat gevoel kent: je wordt wakker met een soort gevoel dat je net bent weggegaan van een plek waar het wel goed was. Waarom? Tja, dat weet je niet meer, dat is alweer uit je hoofd vervlogen. Zo gaat dat nu eenmaal vaak met dromen. Vandaag had ik dan weer eens dat gevoel. Ik was net gaan zitten en draaide me op de rand van mijn bed en ik dacht “vreugde”. Dat is daarom ook het woord dat boven dit stukje staat. Vreugde is in het achter ons liggende jaar veel te weinig aan de orde geweest, ook bij mij.
Vaak krijg ik via de messenger van Facebook berichtjes van mijn dochter Annemiek die vanwege haar gezondheid en nog veel meer moeilijke en verdrietige dingen een leven heeft vergeleken waarbij het mijne paradijselijk is. Toch eindigen veel van haar boodschapjes met de opmerking: “geniet waar je kan”. En nadat ik die boodschap dan weer tot me door heb laten dringen denk ik – over mijn schouder terug kijkend naar al mijn scherpe en o zo doordachte commentaren – Jij bent toch ergens beter in dan ik Annemiek, want ik ben in het afgelopen jaar het gevoel van genieten wel voor een flink deel kwijtgeraakt.
Vreugde is een stemming en heel eerlijk gezegd komt er in de dagelijkse communicatie weinig bewust aan de orde dat over stemming gaat. Er wordt wel heel veel op stemming gestuurd, maatschappelijk gezien. In het afgelopen jaar hebben we heel goed kunnen ervaren wat stemming doet en dan natuurlijk voornamelijk angst en bezorgdheid. Ik durf best de bewering aan dat wat er gebeurd is en nog steeds gebeurt een zeer zware wissel trekt op ons welbevinden, zelfs als het ons in de persoonlijke sfeer en in materiële zin nog niet zo hard treft. Oude en overbekende spreekwoorden maken dit des te duidelijker. Bedenk maar: “Gedeelde smart is halve smart”. Misschien een troostrijke gedachte, maar halve smart is nog altijd smart. Maar dan dat andere spreekwoord: “Gedeelde vreugde is dubbele vreugde”.
Ja, kijk er maar eens goed naar. Dat met die smart, dat blijft toch behelpen, maar dat met die gedeelde vreugde dat ziet er toch een heel stuk beter uit.
Kijk even aan, nu ben ik er weer. Wat moet je nu doen om vreugde te delen? Contacten vermijden? Absoluut niet. Afstand houden dan? In tegendeel. Geen feesten samen vieren dan misschien? Ja zeg, ben je nou helemaal gek geworden…
Ik beweer op mijn eigen gezag en ervaring: angst maakt je zwak. Ergo, mensen die je bang maken zijn er verantwoordelijk voor dat jij zwak wordt. Zij kunnen vinden wat ze willen, maar ze hebben het niet goed met jou voor. Je kunt beter niet naar ze luisteren.
Maar mensen die je hoe dan ook blij maken, die maken je sterk en dat voelt een heel stuk beter.
O ja, ken je de uitdrukking: vrijheid blijheid!! Ook bekend toch?
Maar ik heb nooit gehoord van een uitdrukking: veiligheid blijheid. Jij wel?