Is het iets van onze tijd of hebben mensen dat altijd al gehad, het wantrouwen tegen alles wat natuurlijk is, bedoel ik. Eerlijk gezegd spreek – en schrijf ik uit persoonlijke ervaring. Vijfenveertig jaar lang heb ik mijn brood verdiend als natuurgeneeskundig therapeut, daarbij gebruik makend van verschillende natuurlijke geneesmethoden zoals chiropraxie, homeopathie en kruidengeneeskunde. Natuurlijk was gedurende mijn hele beroepsleven de roep over mijn beroepsgroep dat wij kwakzalvers waren en dat wat wij deden erop neerkwam dat wij arme, wanhopige mensen met een moeilijk te genezen aandoening geld uit de zak klopten door hen valse hoop te geven. In Nederland bestaat zelfs een vereniging van zeer fanatieke bestrijders van ons werk, de vereniging tegen de kwakzalverij.
Als we denken aan de oude tijden, waar je op de markten lieden kon aantreffen die flesjes met een wondergeneesmiddel tegen alles wat er maar mis kon gaan in je lijf verkochten, waar doorgaans niets van waar was, maar waar goedgelovige domme burgers toch intrapten, dan hadden we inderdaad te maken met kwakzalvers. Toegegeven moet echter ook worden dat bij al die handige praters een enkele keer ook mensen zaten die een middeltje verkochten, vaak gemaakt met kruiden, dat werkelijk een goede werking had. Wat opviel was dat deze mensen er op de volgende marktdag weer stonden, omdat de klanten daarvoor naar de markt kwamen. De charlatans kwamen meestal maar één keer.
Nu, in onze tijd, neemt de strijd om het predicaat ‘nuttige – en vooral ook ‘echte’ geneeskunde’ toe. Meer en meer is de geneeskunde terecht gekomen in een specialistisch gebied van wetenschappelijke monopolisering. Anders dan vroeger moet de werking van alles wat geneeskunde genoemd mag worden wetenschappelijk bewezen worden. Argeloos als we toch vaak zijn denken we dan dat het maar goed en gelukkig is dat die eis voortdurend gesteld wordt, maar daar beginnen de massale problemen die het gebied van de o zo nobele geneeskunde ontsieren. Misschien is het goed om eerst even naar de basis van de problemen te kijken.
Geneeskunde staat bij de meeste mensen in hoog aanzien. Het gaat over het weer gezond maken wie ziek is. Maar ja, wie is ziek? En dan nog, wat is ziek? Daarvoor hebben de knappe koppen in de geneeskunde de diagnostiek ontwikkeld. Die wetenschap begint natuurlijk bij het vragenlijstje dat de huisarts op je afvuurt als je met een al dan niet duidelijke klacht op het spreekuur verschijnt; de differentiaaldiagnose heet dat. Vervolgens denkt die huisarts in de meeste gevallen: ‘aha, dat is huppeldepupitis, daarvoor schrijf ik dit pilletje voor en als het niet goed is dan hoor ik het over een paar weken wel, dan zien we wel verder.
Waar het hier om gaat is het allereenvoudigste medisch handelen bij de huisarts, waarbij de patiënt in negen van de tien gevallen met een papiertje naar de apotheek wordt gestuurd om daar een doosje met doordrukstrips met tabletjes in ontvangst te nemen dat een naam draagt waarvan hij om te beginnen geen chocola kan maken en waarvan hij de werking in zijn lichaam niet begrijpt. Maar het zal wel goed zijn. De dokter heeft er tenslotte voor doorgeleerd. Zo gaat de moderne eerstelijns geneeskunde. Het is voor bijna alle patiënten volkomen onbegrijpelijk, maar het zal wel goed zijn. Jammer vind ik het altijd weer dat bij de huisartsen – en bij de specialisten trouwens vaak ook – nooit genoeg tijd is om eenvoudige mensen dingen echt goed uit te leggen. Dat zou echter de productiesnelheid veel te zeer verlagen. Zelf had ik in de jaren dat ik mijn praktijk deed altijd een heel uur voor elke patiënt en kostte bij mij een telefonisch consult helemaal niets. Als je echter zo wilt werken dan moeten de mensen die bij je komen om raad op de eerste plaats staan en niet wat je ermee verdient. En roep maar niet dat het niet kan want ik ben tachtig en ik kan me geen dag herinneren dat ik geen eten of een dak boven mijn hoofd had. Inderdaad, rijk word je dan niet.
Langzamerhand – ook mijn bewustwording verloopt niet altijd op topsnelheid – ben ik achter een paar gebruiken en principes gekomen die het geneeskundige vak verdacht maken en ontsieren. Het eerste en vermoedelijk meest schadelijke is dit: “als het niks kost is het waarschijnlijk ook niks”. Een typisch financiële aanname. Heel schadelijk, waarom? Nou, bedenk maar even dat die aanname automatisch in onze geesten het tegendeel oproept: Als het niks kost is het meestal ook niks —-als je iets goeds wilt moet je daar flink voor betalen. Goede raad is duur. Kijk eens aan, daar ligt de verleidelijke bron voor de grootverdieners wagenwijd open.
Ik wil eigenlijk het liefst de gewone huisartsen buiten beschouwing laten. Die eerstelijns zorgers worden al meer dan genoeg geplaagd door van alles wat ze moeten en ook wat ze niet meer mogen. Nee, mijn kritische blik richt zich voornamelijk op de bedrijven die medicijnen maken, BigFarma. Kijk daar nu eens even met een open geest naar en stel jezelf dan de vraag: hebben die bedrijven nu baat bij gezondheid of bij ziekte? Dan komt onvermijdelijk het antwoord: “Bij ziekte natuurlijk!” Dat blijkt het duidelijkst uit de producten die ze op de markt brengen. Het heten geneesmiddelen en in de reeksen antibiotica waren het dat ook althans, die groep middelen was duidelijk bedoeld om een ziekteproces te beëindigen. Helaas heeft die industrie met deze nuttige middelen zo woest geramsjt dat er nagenoeg geen werkzame antibiotica meer zijn, maar goed, dat waren echte geneesmiddelen. Om echter allerlei kwalen te bestrijden zijn er de onderhoudsmiddelen. Die zijn voor deze industrie veel interessanter dan geneesmiddelen. Een genezen patiënt heeft namelijk geen geneesmiddelen meer nodig, die brengt dus niets meer op. Daarom wordt er dankbaar gebruik gemaakt van de zogenaamde chronische ziekten en aandoeningen. Denk aan de pijnstillers, de bloeddrukmiddelen, de cholesterol remmers en nog veel meer. Die middelen moet je blijven gebruiken. Als je die middelen gebruikt kun je er niet zomaar mee ophouden, want dan keert je kwaal in alle hevigheid terug. Deze middelen vormen het grote verdienmodel voor BigFarma.
Helaas heeft BigFarma nooit genoeg. Blijkbaar is het heel gemakkelijk om mensen voortdurend de angst voor ziekte te laten voelen, want door gebruik te maken van geraffineerde communicatietechnieken is BigFarma erin geslaagd middelen te ontwikkelen en op de markt te brengen ter voorkoming van allerlei aandoeningen, dat zijn middelen die gezonde mensen moeten nemen om niet ziek te worden. Ze zijn dus niet ziek, maar krijgen toch het dringend advies om geneesmiddelen te nemen, vreemd. Hieronder vallen de vaccins. Tegenwoordig worden alle kinderen gevaccineerd tegen bijna alle kinderziekten die wij vroeger gewoon kregen, waarna we levenslange immuniteit hadden en hebben, maar goed, met zieke kinderen moeten moeders een weekje thuisblijven en dan kunnen ze niet naar hun werk of misschien ook wel niet naar de golfclub, maar daar blijf ik buiten. Die kinderziekte vaccins, waaronder ook polio, die werken wel. Kinderen hoeven daartegen ook maar één keer te worden gevaccineerd. Ook een mooi verdienmodel, zou je zeggen. Bijna alle ouders laten hun kinderen tegen van alles en nog wat vaccineren, want je kan nooit weten en stel je voor, nu zijn ze nog gezond maar… enzovoort.
Maar nog had BigFarma niet genoeg. In de zestiger jaren van de vorige eeuw kwam een nieuw verdienmodel op. De griepvaccinatie. Wat hadden ze namelijk ontdekt, ja vreselijk hoor, zwakke oude mensen die al aan allerlei ouderdomskwalen leden die gingen soms dood aan een stevige griep. Nou ja zeg, doodgaan? Maar dat mag niet… en toen vond BigFarma iets werkelijk geniaals uit: de griepprik. Die prik hielp eigenlijk maar een beetje, maar voor sommige mensen net genoeg, maar dat was het geniale niet. Dat griepvirus was elk jaar een beetje anders en dat maakte dat BigFarma met de hand op het hart kon verkondigen dat je elk jaar tegen de griep van dat jaar gevaccineerd moest worden, want stel je voor dat je oud en zwak was en dat je dan – verdorie nog an toe – doodging. Ja daar had BigFarma natuurlijk helemaal niets aan, want dooie mensen gebruiken helemaal geen medicijnen meer. Rekken, rekken, rekken dus. Al zit je zo dement als een deur in een verpleeg huis, al weet je niet eens meer wie je bent, al wil je niet meer eten of drinken, zodat ze je moeten vastbinden en gedwongen voeden, dood mag je niet want dan breng je niets meer op. Zonde en jammer dus.
Slim hè, BigFarma. Trouwens, de belangrijkste mensen bij BigFarma zijn niet de mensen die de medicijnen ontwikkelen hoor, want af en toe geven ze een oud medicijn gewoon een nieuwe naam en ze veranderen de bijsluiter en verhogen de prijs een keer of vijf. Daarom zijn bij BigFarma de economen natuurlijk het belangrijkst, want die gaan over het geld.
Na het bovenstaande aandachtig gelezen te hebben denk je natuurlijk langzamerhand waar gaat BigFarma dan nu nog mee komen. Ach, ik schreef het hierboven al: de economen hebben een veel belangrijker invloed dan de medicijnontwikkelaars. En economen heb je overal. Zo hebben we tegenwoordig bijvoorbeeld het World Economic Forum. Daarin ontmoeten de bazen van de grote internationale bedrijven elkaar, dus ook die van BigFarma. Daar zie je die bedrijven die eigenlijk in zo ongeveer alle landen van de wereld werken en die zich dus heel weinig hoeven aan te trekken van de regeringen van de landen, omdat de gewone mensen in die landen toch echt hun producten willen gebruiken. Dat Forum vond het een paar jaar geleden al een heel inspirerende manier, zoals BigFarma werkte. Onderhoudsmiddelen geniaal, riepen ze. En dan elk jaar die griepprik, ongelooflijk, wat een fantastisch verdienmodel.
Ja, daar zaten ze bij elkaar, die miljardairs die over de hele wereld goede profijtelijke zaken deden. Maar ach, tevreden waren ze niet. Als ik ernaar kijk moet ik vaak denken aan het verhaal van de Japanse steenhouwer uit de Max Havelaar en dan hoop ik maar dat het verhaal van het World Economic Forum binnen niet al te lange tijd net zo goed afloopt, maar ik vrees dat ik daarin toch iets te optimistisch ben. Bovendien, er speelt veel meer op onze wereld. In 2019 verontrustte oud officier Ingo Piepers via een tv uitzending met de mededeling dat de derde wereldoorlog aanstaande is. De man is zelfs gepromoveerd op een dissertatie waarin hij het cyclische en periodische karakter van de grote oorlogen aantoont. We zien hoe economische krachten zich bundelen. We zien hoe er dwang op bijna alle volkeren wordt uitgeoefend om bereid te zijn zich lichamelijk te laten aanpassen via een zogenaamde corona vaccinatie, waarvan de samenstelling heel erg geheim is. Het streven wordt ons verkocht als een verstandige poging ons te beschermen tegen een virale ziekte, waarvan het gevaar en de schadelijkheid gigantisch is overdreven, met gebruikmaking van alle nieuwskanalen. Eigenlijk net als bij het begin van de tweede wereldoorlog wordt er op een dwingende manier gelogen door alle overheden, waardoor de bevolking sterk in verwarring wordt gebracht.
Zover zijn we nu.
De reden dat ik hier steeds weer over schrijf heeft te maken met het feit dat ik vrees dat het merendeel van de mensen in ons land de helaas leugenachtige berichten van de overheid gelooft en vast van plan is zich straks te laten vaccineren. Persoonlijk zou ik willen dat ik het iedereen uit zijn hoofd kon praten. In de eerste plaats is die hele vaccinatie niet nodig en levert zeker geen gezondheidswinst op, maar verder heb ik in betrouwbare bronnen een kijkje kunnen nemen wat nu eigenlijk de werkelijke bedoeling van dit hele vaccinatiegedram is.
Ik las in verschillende bronnen dat het Covid-19vaccin ons DNA op sommige plaatsen kan veranderen. Het DNA bevat al onze erfelijke eigenschappen en bepaalt voor honderd procent hoe ons lichaam functioneert. Er is weinig ervaring met dit soort vaccins, want om alles maar snel op de markt te brengen zijn de dierproeven, die normaliter bij de ontwikkeling van vaccins een belangrijke rol spelen, maar weggelaten. Alle vaccins die als betrouwbaar bekend staan hebben een ontwikkelingstijd gekend van tussen de vijf en tien jaar. Dit vaccin is op verschillende plaatsen in grote haast ontwikkeld en een groot stuk van de normale ontwikkelingsprocedures is zo maar weg gelaten. Maar dat is niet het enige. Mijn bronnen vermeldden verder dat er dierlijk DNA in is gebruikt en ook DNA van menselijke foetussen die bij abortussen gewonnen werden. Ook is er Nano techniek toegepast als een soort elektronische chip. Als je een hond of een kat hebt dan heb je die bij de dierenarts van een chip kunnen laten voorzien, zodat het dier elektronisch kan worden herkend. Die Nano chip in het vaccin schijnt veel meer te kunnen dat die van je hond.
Goed, laat ik besluiten met een persoonlijk advies, want ik verbeeld me zeker niet dat ik de wijsheid in pacht heb dus wat je leest is mijn eerlijke en belezen mening, maar ik vind wel altijd dat ik moet waarschuwen als ik gevaar zie. Mijn waarschuwing is simpel. Laat je niet vaccineren met dit nieuwe vaccin. Je hebt het niet nodig, je kunt er ziek van worden en je bent gechipt als een dier.
Weer mooi geschreven Peter !
Ik zal hem delen op Facebook op mijn ReikiWereld pagina .
Met licht en liefde
Patrick
Dank je wel Patrick. Voor een columnist is het mooiste wat je kan gebeuren dat je werk wordt gedeeld.