Ik kan mij een periode herinneren, niet Nederland betreffende overigens, maar België, waarin geen duidelijke politieke sturing aanwezig was. Door allerlei geharrewar en elkaar het licht in de ogen niet gunnen had België geen regering. Achteraf bleek dat veruit de meeste Belgen die periode hadden ervaren als een waarin het met België nooit eerder zo goed was gegaan.
Had iemand daar nou iets van geleerd. Had iemand daar nou heldere conclusies uit getrokken. Was er nu misschien iemand geweest die gezegd had: ‘Hier kunnen we toch zien dat het er minstens de schijn van heeft dat het zogenaamde democratie model, waarvan we altijd dachten dat hierin de meest wenselijke samenlevingsvorm verankerd lag, gegarandeerd was, misschien wel de grootste kans biedt op misstanden, scheefgroei, maatschappelijke onrust en wat dies meer zij.
Daarom – het is natuurlijk maar een gedachte – is het misschien zinnig om eens te gaan denken over verandering, wellicht het loslaten van ingesleten vanzelfsprekendheden om dan te komen tot een nieuwe samenlevingsvorm. Ach, wat zeg ik, op het ogenblik wordt dagelijks om die vorm geroepen, helaas met een diametraal verkeerde gerichtheid.
De groene schreeuwers roepen dwingend om respect voor en herstel van de natuur. Het is duidelijk dat deze lieden in van alles en nog wat willen ingrijpen, de natuurlijke gang van zaken zoals die zich thans voltrekt daarmee volstrekt verhinderend.
De natuur kent namelijk slechts één altijd weer geldend leidend principe: survival of the fittest, het meest levenskrachtige zal tijdelijk natuurlijk – in de natuur is immers alles tijdelijk want dat is natuurlijk – de talrijkste vertegenwoordiging kennen.
Ik hoor de groene schreeuwers roepen: ‘wij streven op een dwingende manier naar duurzaamheid.’
Maar brave, voor een belangrijk deel mogelijk hersenloze schreeuwertjes, dat is nu juist niet natuurlijk. De natuur is namelijk elke splitsecond anders. Proberen verandering tegen te houden is, om de oude Engelse uitdrukking te gebruiken: “shoveling shit up a moutain with a reek.”
Er zit een lelijke valkuil in de democratie. Die valkuil wordt gevormd door de zogenaamde goede bedoelingen. Ik vraag me soms wel eens af of iemand nog de waarheid kent die als een paal boven water staat en die zit in het gezegde: “De weg naar de Hel is geplaveid met goede bedoelingen.
Ja, en dan welke bedoelingen?
Met de beste wil van de wereld kan ik nergens aan merken dat het door onze regering gevoerde beleid iets te maken heeft met de wil van het volk. Er worden besluiten genomen die er juist voor zorgen dat de wil van het volk onderdrukt kan worden. De minister die gaat over de volksgezondheid, u weet wel die oud ziekenhuisdirecteur met dat kale hoofd heeft zijn plannetje nu ook in de eerste kamer door weten te drukken. Als de inmiddels overduidelijk criminele WHO het signaal geeft dat er weer een pandemie aanbreekt dan heeft onze eerder genoemde kale minister het recht en ik denk zelfs een dringend bevel om ons te bevelen nutteloze en zelfs ziekmakende mondkapjes te dragen, lockdowns te verordonneren, misschien zelfs wel verplichte vaccinaties met steeds dodelijker troep af te dwingen, waarvan we geen bescherming mogen verwachten, maar wel een toenemende uitdunning van de bevolking en een voortdurend afnemend geboortecijfer. In de Westerse wereld wel te verstaan. Tijdens de zogenaamde coronapandemie is namelijk wel gebleken dat de Russen en de Chinezen het met hun vaccins lang niet zo slecht deden als bij ons in de zogenaamd vrije westerse wereld.
Wat hebben we dan nodig?
In de klassieke toneelstukken wisten de schrijvers er soms geen vanzelfsprekend eind aan te maken. Dan schreven de toneelschrijvers een zogenaamde Deus ex Magina, oftewel een God uit de machine, een oplossing die doorgaans kunstmatig en volkomen onverwacht kwam.
Weet je, ik hoop nou maar dat de Deus ex Magina deze keer niet de lang gevreesde en alles vernietigende atoomoorlog is, want de wereld wandelt op dit moment op de rand van de afgrond.