Energie

Als ik in de auto zit luister ik altijd naar praatprogramma’s. Ik weet wel dat het niet altijd interessant is op NPO1, want nieuwsberichten en nieuwsfeiten, evenals commentaren daarop komen op deze zender wel erg vaak met exact dezelfde stemmen en inhoud terug en als het over voetballen gaat schakel ik noodgedwongen naar een andere zender, want ik mis zowel ervaring als spelkennis om het oeverloze gewauwel over deze sport lang te kunnen aanhoren. Soms wordt echter mijn trouw aan – en geduld met deze nieuwszender rijkelijk beloond.

Vanmiddag sprak een mevrouw, net terug uit Engeland, over een wet die daar in het Lagerhuis is aangenomen en waarvan wordt verwacht dat ook het Hoogerhuis niet al te veel bezwaren zal maken. Die wet gaat over het toestaan van een heel speciale vorm van genetische manipulatie.

De mevrouw die over de Engelse gebeurtenissen verslag deed was Ethica, iemand dus die bedreven is in de filosofische afweging van wat hoort te mogen en wat niet, een soort afweging die overigens per religieuze richting nog al eens tot uiteenlopende conclusies kan leiden.

Maar nu het onderwerp: de genetische manipulatie betreft hier niet het humane DNA, waarvan onze persoonlijke streng precies evenveel van onze vader als onze moeder heeft, maar het DNA van de mitochondriën.

Waarom dit nu mij zozeer de oren deed spitsen komt omdat ik het in mijn SF-roman “Het Rupert Jones Experiment” over het mitochondriaal DNA heb gehad. Die mitochondriën zijn heel kleine lichaampjes die wij uitsluitend van onze moeder meekrijgen en die dus niet in de celkern zitten. Die mevrouw maakte een leuke vergelijking tijdens de uitzending. Ze zei: ‘stel je een gebakken ei voor, dan is de dooier de celkern waar al die duizenden genen in zitten die onze erfelijke eigenschappen bepalen. Die eigenschappen komen dus van vader zowel als moeder. Het spermacelletje van vader heeft namelijk geen wit, maar alleen maar dooier. Maar dat wit, daarin zitten nou net de energie fabriekjes, de mitochondriën.

In mijn boek liet ik Rupert Jones over buitengewone kracht beschikken op grond van het feit dat hij van zijn moeder bijzondere en ook heel veel mitochondriën had meegekregen. Nu, door het Engelse onderzoek blijkt mijn vermoeden, dat deze lichaampjes in onze cellen uiterst belangrijk zijn, bewaarheid te worden, want er zijn mensen met heel ernstige erfelijke aandoeningen, die mitochondriële aandoeningen worden genoemd en die heel vaak leiden tot een kort en dramatisch ziekelijk leven.

Aan de universiteit van New Castle is men al meer dan vijftien jaar bezig met een onderzoek dat hier te lande op ethische bezwaren zou stuiten, maar dat een bijzonder zegenrijk resultaat lijkt te krijgen. Wat hebben ze dan bedacht? Het volgende: Je neemt een eicel van een gezonde vrouw die gezonde mitochondriën heeft. Dat is dus een vrouw wier kinderen niet bijvoorbeeld de een of andere vreselijke spierziekte hebben. We mogen er vanuit gaan dat deze vrouw haar ei celletje vrijwillig heeft aangeboden (ethische afweging). Dan komt de vrouw met het mitochondriële defect. Ze wil graag een kind, maar liever geen ziek kind. Zij brengt een bevruchte eicel. (Dat is natuurlijk gemakshalve wel in de reageerbuis gebeurd). Nu is de razend knappe professor van de New Castle universiteit aan de beurt. Onder de microscoop haalt hij eerst de celkern uit de eicel van de gezonde vrouw (daarin zitten dus gezonde mitochondriën). Dan haalt hij de bevruchte kern uit de eicel van de vrouw met de zieke mitochondriën en plaats die in de vrijgekomen plaats in de donor cel met de gezonde mitochondriën. Die bevruchte eicel, die nu geen zieke mitochondriën meer heeft wordt terug geplaatst in de baarmoeder van de vrouw die alleen maar eicellen met zieke mitochondriën kon leveren en die nu een kind kan krijgen waarin zich de afschuwelijke erfelijke afwijking niet meer kan voordoen, terwijl alle gewone, uit de celkern afkomstige genetische eigenschappen gewoon onverminderd van de eigen vader en moeder zijn.

Dit is, als ik het zo mag uitdrukken, wat mij betreft een gedroomde ontwikkeling en als Science Fiction schrijver vind ik het natuurlijk prachtig als een weliswaar klein, maar toch wezenlijk deel van mijn SF toekomstdromen nu waarheid blijkt te worden.