Karin heette ze eigenlijk, maar toen ze een jaar of tien was bedacht ze dat die naam niet bij haar paste. Vijftig jaar zou ze vandaag geworden zijn, Katinka, mijn oudste dochter. Toen ze net een maand zesendertig was belde ze mij op een dag uit het ziekenhuis. ‘Ik ben aan mijn laatste daagjes begonnen,’ zei ze. ‘Heb je het opgegeven, lieverd,’ zei ik. ‘Nee,’ zei ze, ‘maar er is geen kans op genezing meer.’ ‘Ik kom naar je toe,’ zei ik. Het was het moment waar we meer dan dertig jaar voor hadden gevreesd. Cystic Fibrosis, de taaislijmziekte had zesendertig jaar nodig gehad om het lichaam van mijn kind te slopen.
Iedereen die haar dierbaar was, ouders, zusje, stiefvader, maar ook iedere AIO uit het AMC, die ze begeleidde, kreeg in die laatste paar dagen de gelegenheid om afscheid te nemen. In die laatste paar dagen kreeg ze in het ziekenhuis voldoende morfine om zich nog een poosje goed te voelen, zo goed als ze zich waarschijnlijk in jaren niet gevoeld had. De euforische roes die de morfine veroorzaakte maakte dat het afscheid van Katinka bijna vrolijk was, als je tenminste je gevoel van diepe troosteloosheid voor even de baas kon worden.
Eén uitspraak vanuit haar sterfbed heeft me jaren bezig gehouden. En nog kost het me moeite om wat ik denk een beetje te begrijpen te accepteren. Ze zei: ‘Ik had dit leven als CF patiënt niet willen missen.’
Eerlijk gezegd heb ik er nog steeds moeite mee. Dat ik er iets van meen te begrijpen komt door een antwoord dat ik jaren eerder een keer van haar kreeg. Ze zat naast me in de auto en ik vroeg: ‘Hoe zou je het nou vinden als je van de ene dag op de andere ineens helemaal gezond zou zijn?’ Een hele poos zweeg ze. Toen zei ze: ‘Ik moet er niet aan denken.’
Nog steeds heb ik er moeite mee om te begrijpen dat mijn dappere kind zo ziek en ellendig als ze zich vaak voelde toch het leven omarmde, benauwd, hoestend, vaak bijna stikkend en blauw aanlopend.
Wat een geweldig mens, ingenieur Katinka van Oosterum, denk ik nu vaak als ik naar haar lachende foto op de plank boven mijn bureau kijk. Van een leven dat qua gezondheid afschuwelijk was heb je iets geweldigs gemaakt.
Vandaag herdenk ik je met een milde glimlach en een vleugje verdriet.
Peter
Met dit verhaal doe je haar eer aan, bravo.
Dank je Folkert,
Soms denk ik wel dat iets, een gebeurtenis, een ongeluk, iets wat je diep geraakt heeft – en gelukkig ook een plezieriger belevenis – helemaal voorbij kan zijn, maar tot nu toe is dat in mijn leven eigenlijk nooit het geval.
Peter,
Al eerder mocht ik over je dochter lezen. Ik het vind mooi te zien dat je haar schrijvend bij je houdt.
Groet R.
Dank je Robert
Vaak, vaker dan vroeger denk ik eigenlijk, realiseer ik me dat ik vaak heel even aan haar denk. Zo maar, niet zwaarmoedig of zo. Gewoon, heel even.
Wat een mooie blog. Kende je verhaal niet maar voel de liefde die hier uit spreekt. Xxx