Laatst kwam ik hem na betrekkelijk lange tijd tegen. Hij oogt flink. Grote man, niet onaantrekkelijk om te zien. Maar zijn gezicht vertoonde sporen van iets wat ik bijna altijd herken, als ik tenminste goed op let. Verdriet, verslagenheid. Een echte beroepsmuzikant is hij. Goed op zijn instrument. Daarmee heb je in de tegenwoordige samenleving met zijn overvloed aan vraag en aanbod in de muziek – Nederland is een muzikaal landje dat barst van het talent – als professional best veel moeite om je staande te houden. Niet alleen speelde hij in een band, als er tenminste werk was, maar hij gaf ook les aan volwassenen en kinderen die het instrument dat hij volledig beheerste wilden leren bespelen. Een heel gevoelig instrument trouwens, de gitaar.
Er was muziek. Druk was het, echt gezellig druk. Ik was al de hele avond daar, maar ik had hem nog niet eerder gezien. Eigenlijk, zoals hij daar stond, leek het alsof hij in een afzonderlijke belichting stond. Hij was er wel, maar eigenlijk ook niet. Ik keek naar hem en dacht: ‘je bent nog maar half die je was, jongen.’
Omdat ik hem wel ken ging ik naar hem toe en zei: ‘Je mist haar verschrikkelijk hè?’ Hij keek me aan en verroerde zich nauwelijks. ‘Ja,’ zei hij. Het antwoord op mijn vraag wist ik eigenlijk al voordat ik de vraag gesteld had. De uitzichtloze triestheid die over hem hing maakte in de algehele vrolijkheid om ons heen een bel van troosteloosheid. ‘Ik had alles aan haar opgehangen,’ zei hij, ‘alles, maar ze wil niet meer.’
Wat moet je doen als je een beschadigd mens in zijn verdriet ziet verdrinken. Ik weet het echt niet. Ik probeer ook maar wat, al was het alleen maar omdat helemaal niets doen harteloos is. Ik zei: ‘voor wat het waard is zeg ik tegen je wat mijn vader altijd zei als ik weer eens aan het eind van een hartstochtelijke relatie was. Hij zei dan: Jongen, geen hand vol, maar een land vol. Ga erop uit en zoek een nieuwe leuke, spannende, mooie, lieve, maar ga niet zitten sippen.’
Ik keek hem aan. ‘Helpt niet echt hè?’ zei ik. Trouwhartig keek hij me aan. ‘Nee, niet echt,’ zei hij.